Vlaams minister van Werk Philippe Muyters reageert positief op de aanbeveling van vakbonden en werkgevers om niet-Belgen in een knelpuntberoep soepeler aan een arbeidskaart te helpen. De geldigheid van die kaart stijgt van één tot drie jaar.
Het advies komt van de Adviescommissie Economische Migratie, waar vakbonden en werkgevers samen in vertegenwoordigd zijn. De commissie stelt vast dat Vlaanderen dreigt te evolueren naar een knelpunteconomie. Er is dus nood aan extra arbeidskrachten. Die zullen niet van binnen Europa komen, aangezien de meeste Europese landen met dezelfde problemen kampen.
Daarom adviseert de Adviescommissie om de arbeidsmigratie voor mensen buiten de Europese Unie te versoepelen. Wie hier al illegaal werkt zou sneller een arbeidskaart en een verblijfsvergunning moeten krijgen.
Met dat laatste is Muyters het niet eens. ‘We gaan onwettelijkheid niet belonen met een regularisatie via de arbeidskaarten’, is te horen. De minister reageert wel positief op de andere voorstellen om de toegang voor arbeidsmigranten te versoepelen.
De geldigheid van de arbeidskaart is nu beperkt tot één jaar, maar wordt verlengd tot drie jaar. Voor midden- en hooggeschoolden in een knelpuntberoep moet geen arbeidsmarktonderzoek meer worden voorgelegd, waarin de werkgever bewijst dat er geen lokale kandidaat is voor de job. Voor laaggeschoolden zal dat wel nog steeds nodig zijn. Muyters wil de kaart voortaan binnen de negentig dagen laten afleveren. Buitenlandse afgestudeerden zouden bovendien weldra negen maanden tot een jaar de tijd krijgen om hier een job te zoeken.
