Moslimterrorisme bestaat al duizend jaar

Het is bijna een millennium geleden, maar zelfs in onze wereld, met zijn geopolitieke spanningen tussen het Westen en de moslimwereld, wordt nog gedebatteerd over de rol van de kruistochten. Zijn de kruistochten een smet op het westerse blazoen? Niet alleen radicale moslims beantwoorden deze vraag bevestigend. Ook in het Westen bestaat een pejoratieve connotatie over deze tochten richting Oosten. Vernielend en plunderend trok Europa’s schorriemorrie naar Jeruzalem. Niet de zorg voor het graf van Christus dreef hen, wel de wil om zich op zowat ieders kap te verrijken.

In het Westen is deze analyse al jaren mainstream. In de islamitische wereld is ze een politiek thema. Een ver-wijzing naar die dekselse kruistochten is niet toevallig een verplicht nummertje voor elke islamiet met ongure plannen. Het Westen in zijn hart raken? Het is een reactie op de kruistochten. Los van de conclusies die je eruit trekt, staat deze benadering niet zo ver van de gangbare overtuiging in het Westen. Beide hebben één zaak gemeen: ze staan haaks op de werkelijkheid.

De theorie van de Amerikaanse academicus Rodney Stark is vrij eenvoudig: de kruistochten werden uitgelokt door islamitische provocaties. Moslims ondernamen al eeuwen bloedige pogingen om het Westen te koloniseren en voerden onverhoedse aanvallen uit op christelijke pelgrims en de heilige plaatsen. Vanuit dit perspectief begint de geschiedenis van de kruistochten niet in de elfde eeuw toen Paus Urbanus II zijn fameuze Dieu le veut uitsprak. Maar wel in de zevende eeuw, toen islamitische legers zich meester maakten van grote delen van Europa. Dat de moslims in deze barbaarse tijden toonbeelden van verlichting en bezadigdheid waren – nog zo’n courante opvatting – noemt Stark onzin. Ook in deze gebieden gebeurden er vaak pogroms en geweldplegingen, hij haalt er enkele voorbeelden van aan.

Kruistochten, zo benadrukt hij, waren niet de eerste voorbeelden van Europees kolonialisme. De aanleiding om voor de eerste keer richting Jeruzalem te vertrekken, was een brief van de Byzantijnse keizer aan paus Urbanus II. Hij beschreef de islamitische gruweldaden die de christelijke bevolking te beurt vielen. Het waren geen opportunisten, avonturiers, laat staan gepatenteerde plunderaars, die vertrokken. Een diep-religieuze overtuiging was hun drijfreden. En zeker de materiële kant van de zaak verdient een bijzondere aandacht. Op kruistocht gaan, was een erg dure grap en voor vele ridders betekende dit het hypothekeren van hun hele vermogen. De kruistochten maakten inderdaad een aantal vermogenden nog welstellender, maar dat waren de thuisblijvers. De koninkrijken van de kruisvaarders in het Midden-Oosten waren afhankelijk van steun uit Europa. Rijkdom die ontbrak, kon niet geplunderd worden.

Stark is misschien geen expert, maar wel een gerenommeerd wetenschapper die zich doorheen zijn rijk gevulde loopbaan vooral op geloofsonderwerpen heeft gefocust. Ter voorbereiding van dit werk nam hij tonnen literatuur over het onderwerp door. Hij goot de informatie in een bevattelijk werkje, bestemd voor het ruime publiek.

RODNEY STARK, GOD’S BATTALIONS: THE CASE FOR THE CRUSADES, NEW YORK, HARPERONE, 2009, 288 BLZ., 35 EURO

MVD

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content