Modewoord of wondermiddel?
De Staten-Generaal van de Antwerpse Mobiliteit kwam enkele weken geleden tot een consensus over de sluiting van de Ring rond Antwerpen. Voor de financiering wordt gerekend op publiek-private samenwerking (PPS). De eerste echte PPS mocht Genk in 1997 op zijn naam schrijven. Voor de vernieuwing van het centrum werkte het stadsbestuur samen met een privé-consortium.
Het meest recente voorbeeld van een PPS is NV ModeNatie. Negen Vlaamse ondernemingen en instellingen werken samen met de stad Antwerpen en de Vlaamse overheid om de uitstraling van de lokale modescène structureel te onderbouwen. Marc Francken, gedelegeerd bestuurder van Gevaert, trekt aan de kar van deze modieuze vennootschap. Als voorzitter van het Strategisch Plan Regio Antwerpen (SPRA) lanceerde hij destijds ook als eerste het idee om de reactivering van de IJzeren Rijn te bekostigen met wat SPRA alternatieve financiering doopte, en nu PPS heet.
Dat daarvoor voldoende geld beschikbaar is, betwijfelt Francken niet: ” There’s too much money chasing too few opportunities. Een deel van de middelen die nu naar de beurzen vloeien, kan naar PPS-projecten gaan. Maar dan moet er een degelijk wettelijk kader zijn, moeten de projecten vertrouwen wekken en transparant zijn.”
Trends. De PPS-vlag dekt vele ladingen, al wordt meestal gedacht aan infrastructuur. Is PPS meer dan een modewoord?
Marc Francken (Gevaert). Behalve onderhoudstaken kan zowat alles onder de noemer PPS vallen. Sociale woningbouw, nieuwe industrieterreinen, een jachthaven, bodemsanering. PPS-projecten zijn per definitie maatwerk. De schaal van NV ModeNatie is niet vergelijkbaar met die van de Antwerpse Ring. Maar beide zijn wel PPS-projecten.
In Nederland is al twee jaar een kenniscentrum actief onder de vleugels van het Nederlandse ministerie van Financiën. Dat wilde vooral relatief eenvoudige projecten verwezenlijken. Maar het is onvermijdelijk: ook bovenaan die lijst staan vooral infrastructuurwerken.
PPS heeft in Vlaanderen een slecht imago door de ervaringen met de Liefkenshoektunnel. Omdat de overheid haar beloften niet hield, raakten de betrokken bedrijven niet uit hun kosten.
PPS is geen wondermiddel. Elk land heeft wel zijn Liefkenshoekverhaal. Maar het is niet omdat je drie keer een verkeersovertreding begaat, dat je nooit meer een auto mag besturen.
PPS mag voor de overheid niet uitsluitend een middel zijn om goedkoper te werken. Dan heeft het geen zin. Het is vooral een methode om dingen efficiënter te doen. Bij elk project moet de overheid afwegen wat het kostenplaatje is als ze het alleen doet of in combinatie met de privé-sector, en wat ze ervoor krijgt.
Het kan ook andersom. Het privé-geld in ModeNatie wordt er veeleer uit goede burgerzin ingepompt dan uit winstbejag. Het gebouw van de ModeNatie staat nu leeg. Nieuwe activiteiten betekenen een opwaardering van die buurt, maar de privé-aandeelhouders zullen daarvan de vruchten niet plukken.
U klaagt het gebrek aan een wettelijk kader aan. Wat moet zo’n regelgeving minimaal omvatten?
Er is absoluut nood aan een instituut dat objectief en onafhankelijk sociale kosten-batenanalyses uitvoert. Een soort organisatorisch Rekenhof.
Daarnaast moet er een systeem komen om de prefinanciering te organiseren. De huidige regels laten de overheden pas toe met geld over de brug te komen als het project al is opgestart. Terwijl je op voorhand minstens iemand moet betalen om te bestuderen of het project haalbaar is.
Het derde element is een garantiefonds. Laat de privé-sector desnoods zonder overheidsgeld investeren in sociaal verantwoorde projecten. Maar bouw wel een vangnet, een soort garantiefonds. Het geld dat je daarin pompt, kan vaker worden aangewend dan wanneer je het zelf in concrete projecten moet stoppen.
Er moet ook worden gesleuteld aan de wetgeving over openbare aanbestedingen. De Vlaamse Automobilistenbond (VAB) heeft destijds het FAST-project ( nvdr – Files Aanpakken door Snelle Tussenkomst) geprefinancierd. Toen FAST na één jaar de zegen kreeg van de Vlaamse regering, volgde een openbare aanbesteding en ging een ander met de pluimen lopen. Overheden moeten de mogelijkheid krijgen om met shortlists te werken.
Ten slotte heeft de overheid een kenniscentrum nodig, een PPS-variant van de Gimv. Nu zijn overheid en privé net twee wielerploegen waarvan iedereen weet dat de renners van de ene ploeg minder verdienen dan die van de andere ploeg. Wanneer de overheid zich bij de hand laat nemen door de privé, komt ze er bekaaid van af.
Loopt Vlaanderen niet hopeloos achter?
Laten we de zaak niet dramatiseren. Er zijn al een tijd geleden aanzetten gegeven, bijvoorbeeld via de streekplatformen. Overheid en privé zijn nooit twee volledig gescheiden werelden geweest. Maar de overheid moet nog haar koudwatervrees overwinnen. Overleggen over adviezen is totaal anders dan praten over een concreet project met een kandidaat-investeerder.
Een eerste stap zou kunnen zijn dat de regering haar huidige studieronde over het kenniscentrum openstelt voor de privé. Anders dreigt een situatie te ontstaan waarbij overheid en privé elk tot een tussenresultaat komen dat niet meer op elkaar af te stemmen is. Het Vlaams Economisch Verbond (VEV) is bijvoorbeeld vragende partij voor zo’n wederzijdse bevruchting.
luc huysmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier