Minister van ‘Progressieve’ Zaken
De buitenlandse politiek is in handen gekomen van Walen, en dat zullen de Vlamingen geweten hebben. Men kan zich moeilijk voorstellen dat de Vlaamse socialist Erik Derycke de behoefte zou hebben gevoeld om zich te profileren in de zaak- Pinochet, zoals de Waalse liberaal Louis Michel dat heeft gedaan, en nog veel minder in de Oostenrijkse affaire. Geen enkel verantwoordelijk Vlaams politicus zou het in zijn hoofd hebben gehaald om te pleiten voor een boycot van Oostenrijkse skioorden, en zeker zou geen enkel Vlaams politicus het hebben aangedurfd om de mensen die zich niet aan deze boycot houden, “immoreel” te noemen.
Vlaanderen is anders, dat is de jongste weken opnieuw (voor de zoveelste keer) overduidelijk bewezen, nu echter ook op het gebied van de buitenlandse politiek, die tot hiertoe nog enigszins immuun was voor al te enge communautaire oprispingen.
Kloof.
Voordat hij minister van Justitie werd, heeft de CVP’er Tony Van Parys vaak gezegd dat een splitsing van de Belgische justitie noodzakelijk was omdat er een te grote kloof was ontstaan tussen de wijze waarop recht werd gesproken in Vlaanderen en in Wallonië, en de wijze ook waarop in beide landsdelen de vraagstukken die met justitie te maken hadden, werden benaderd. Anderen zeggen op hun terrein hetzelfde. Ook leiders van vakverenigingen klagen over de toenemende verschillen in aanpak tussen Vlaanderen en Wallonië op het gebied van de sociale besprekingen en overeenkomsten. Over de grote verschillen inzake gezondheidszorgen bestaat al een hele bibliotheek. Kortom, het gaat meer en meer om twee volkeren met een eigen cultuur, die niet op dezelfde wijze kunnen worden bestuurd – en de kloof neemt toe.
Nu dus ook op het gebied van de buitenlandse betrekkingen, en die problematiek zou toch wel iets méér aandacht mogen verdienen dan ze totnogtoe heeft gekregen. Niet alleen wegens het buitengewoon grote aandeel van Vlaanderen in de Belgische buitenlandse handel, maar ook omwille van onze toekomst in Europa en de wereld in het algemeen is het voor Vlamingen verontrustend, en op de duur zeer nadelig, als het buitenlands beleid volledig zonder hun medezeggenschap en inspraak wordt gevoerd, zoals het vandaag gebeurt.
De minister van Buitenlandse Zaken van België is wellicht geen vijand van Vlaanderen, maar bij het uitstippelen van zijn beleid houdt hij alleen rekening met Waalse gevoeligheden. Hierdoor vervreemdt Vlaanderen van dit beleid, zoals in de Oostenrijkse affaire duidelijk is gebleken (Vlaanderen staat daar niet achter), maar bovendien is het voor Vlaanderen nadelig omdat de wereld hierdoor een verkeerd beeld krijgt van de Vlaamse werkelijkheid.
Imago.
De koning heeft, zoals men weet, een plechtige oproep gedaan tot bevordering van het Belgische imago in het buitenland. Daar kan men goed inkomen, want na de corruptieschandalen, de Dioxinecrisis en de Dutroux-affaire staat ons prestige in het buitenland op het laagst denkbare pitje. Dat is dus verantwoord als doelstelling: laten we onze reputatie in het buitenland verbeteren. En als dat een Belgisch imago is, straalt dat ook af op Vlaanderen, zodat men daar niet principieel tegen hoeft te zijn.
Echter, hoe gaat men dan te werk? Een Waals politicus, en dat hoeft dus niet eens een socialist te zijn, denkt daarbij instinktmatig aan het optrekken van het ‘progressief’ imago van dit land. Dus stoot hij de Britten voor het hoofd door ze met juridische speldenprikken te verhinderen om Pinochet te laten gaan, en neemt hij het voortouw inzake de diabolisering van Oostenrijk, dat het gewaagd heeft een ‘extreem-rechts’ genoemde partij in de regering op te nemen. Zo functioneert een Waal, omdat hem, ook als hij een liberaal is, met de paplepel werd ingegeven dat ‘progressiviteit’ goed is, en hij daaruit afleidt dat hij, door een progressief geacht imago op te bouwen, het prestige van België bevordert in de wereld.
Contraproductief.
In de praktijk klopt dat niet. Wat de wereld ziet, dat zijn bijvoorbeeld betogingen, zowel in Santiago (Chili) als in Londen, tegen België, omdat het zich in de zaak-Pinochet mengt, terwijl het daar eigenlijk niets mee te maken heeft. (Frankrijk en andere Europese landen hebben geweigerd het Belgische voorbeeld te volgen.) Wat de wereld ook verneemt, is de stomme verbazing, uitmondend in allerlei vormen van lichte spot, van de Oostenrijkers over de bemoeizucht van de Belgen, die denken dat ze Oostenrijk de les moeten spellen. Van grote mogendheden wordt dit eventueel nog aanvaard, maar niet van een relatief klein land als België. Dat lijkt zich alleen maar interessant te willen maken, op kosten nog wel van een ander klein land. Moedig is het dus ook allerminst.
Dat ziet de wereld. En derhalve mag dit soort ‘progressiviteit’ in de buitenlandse betrekkingen worden beschouwd als het tegendeel van een poging om het Belgische imago in de wereld op te krikken. Vlamingen verstaan dat, Walen blijkbaar niet. Vlamingen weten dat dit soort buitenlandse interventies – van het soort dus waaraan tegenwoordig de naam ‘België’ verbonden is, – bijna altijd contraproductief werkt. De wereld vindt het bespottelijk, maakt er een grapje over, en denkt iets in de trant van “het zijn weer de Belgen”. Met andere woorden, onze reeds zeer slechte reputatie in het buitenland wordt door deze ‘progressieve’ tussenkomsten nog slechter, en niet beter!
Maar in Wallonië klinkt dat anders. Daar staat het gratuite ‘progressieve’ discours in hoog aanzien (denk maar aan de dwaasheden die Franstalige universiteiten zich veroorloven in verband met Oostenrijk), en vanuit deze specifieke Waalse cultuur reageert zelfs een liberale Waalse minister op de manier die men kent. Ondertussen achteloos het prestige van dit land in de wereld verkwanselend, en uiteraard dat van Vlaanderen erbij. Want met Vlaanderen wordt tegenwoordig op Buitenlandse Zaken geen rekening meer gehouden, hoe nadelig dit ook mag zijn voor België als geheel.
Mark Grammens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier