‘Minder straffen, hogere boetes’
Kristian Vanderwaeren, de topman van de Belgische Douane, voorspelt meer minnelijke schikkingen en administratieve boetes voor gesjoemel met accijnzen en btw. Zo hebben zijn diensten de handen vrij om de echte criminelen aan te pakken.
Kristian Vanderwaeren kwam een jaar geleden aan het hoofd van de Belgische Douane. Na een carrière in de privésector, onder meer bij de Kamer van Koophandel en EY, trad de hoogleraar aan de Fiscale Hogeschool in de voetsporen van de legendarische Noël Colpin. Het werd een heel bewogen jaar. “Normaal werkt een nieuwe topman zich honderd dagen in om meer inzicht in de organisatie te krijgen. Door de aanslagen van 22 maart moest ik meteen beginnen met crisismanagement. Eerst moest ik nagaan of er slachtoffers bij onze eigen mensen gevallen waren, wat godzijdank niet het geval was. Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) vorderde die ochtend 150 douaniers op om gewapend de binnengrenzen te bewaken. Ik kreeg een sms van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) dat er snel een lijst van te controleren wagens aan zou komen. Binnen de twee uur stonden de gewapende douaniers op post. Het was een erg complexe organisatie.”
“Sinds 1992 – toen de Europese binnengrenzen wegvielen – werkt de douane niet meer territoriaal, maar bijvoorbeeld op havens en luchthavens. Er was geen procedure voor de plotse inzet van manschappen op de landsgrenzen. Er was niet eens een crisisprocedure, we moesten die heel snel op punt zetten. We moesten niet alleen weten wie waar werd ingezet, maar ook een overzicht hebben van de totale bewaking in ons land.”
“Sinds april worden dagelijks 50 tot 150 douaniers ingezet tegen de terreurdreiging in de Antwerpse haven, samen met de politie en het leger. Ook in de luchthavens en in het Zuidstation in Brussel controleren onze mensen papieren en de inhoud van de bagage. Ik startte bij de Douane als een wat saaie fiscalist, en na honderd dagen stond ik aan het hoofd van een gewapende antiterreureenheid.”
U komt uit de privésector. Hoe groot was de schok toen u aan het hoofd van de administratie kwam?
KRISTIAN VANDERWAEREN. “Er zijn overeenkomsten. Mensen blijven mensen. Ook wij werken met meetpunten en kritieke prestatie-indicatoren, die we moeten naleven. Tussen nu en 2020 verlies ik 20 procent van mijn personeel. Van de vijf mensen die vertrekken, kan ik er maar twee vervangen. We streven dus naar een lean management. Ik werk aan een systeem waarin de douane zo weinig mogelijk moet ingrijpen, omdat de dienst wordt ondersteund door een performante IT. Die moet een preselectie maken van de te controleren activiteiten.”
Wordt u soms niet gefrustreerd door de trage gang van zaken?
VANDERWAEREN. “Ik ben het als manager gewend regels strikt te respecteren. Hans D’Hondt, de voorzitter van de federale overheidsdienst Financiën, heeft me bij mijn aanwerving gewaarschuwd: ‘Als je even snel wilt beslissen als in de privésector, dan begin je er maar beter niet aan.’ We hebben nu eenmaal een regelgeving die meer tijd vergt. De hr-aspecten maken het ook moeilijk snel te schakelen. Het ambtenarenstatuut is te rigide. Maar irritatie daarover is zinloos.
“Op Europees niveau voel ik wel frustratie over de gebrekkige bestuurscultuur. Op een conferentie vergaderen onze douaniers samen met 27 collega’s in werkgroepen. Na twee dagen vergaderen stel ik me de vraag wat er eigenlijk beslist was en wat ik bij had geleerd, zoals ik ook deed in de privésector. Het antwoord was twee keer: niets. Dan loopt er toch iets grondig fout. Een land als Letland kan een dossier blokkeren, of het gebeurt dat een land als Roemenië uit geldgebrek een bepaalde beslissing niet kan dragen. Dat blokkeert het hele beslissingsproces.
“Een blokkering treft vooral handelsnaties als Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk. Door die toestand ontstaan wereldvreemde regels die dan uiteindelijk worden uitgevaardigd door de Europese Commissie. Ik pleit voor een coalition of the willing: betrokken lidstaten die efficiënte douanevoorstellen uitwerken, die later ter goedkeuring worden voorgelegd aan de ministerraad.”
U verliest met Groot-Brittannië een medestander voor vlottere en beter ondersteunde douanediensten?
VANDERWAEREN. “Zeker. Groot-Brittannië is bij uitstek een handelsnatie. De brexit is een belangrijke uitdaging voor de Belgische douane. Twee derde van de goederen in Zeebrugge, dat voor de Britten een Europese buitengrens wordt, is gerelateerd met Groot-Brittannië. Zeebrugge moet plots alle in- en uitgaande containers voor Londen controleren. Dat vereist extra mankracht. Maar het zal wel lukken.”
De Belgische douane staat volgens de Wereldbank in een wereldranglijst op de elfde plaats inzake efficiëntie en kwaliteit. Tegen 2019 moet ons land volgens de minister tot de top drie behoren. Bent u op de goede weg?
VANDERWAEREN. “Dat is erg ambitieus, want sinds 2012, toen we de zesde plaats innamen, zijn we er systematisch op achteruitgaan. Het is moeilijker een negatieve perceptie bij te sturen, zelfs als je je best doet.”
Voor een land als België, waar de haven en de luchthaven de belangrijkste groeipolen zijn, is een efficiënte douane toch essentieel? Zijn de controles in Nederland doelbewust lakser om het tempo van de havenactiviteiten niet te storen, zoals sommigen in de Antwerpse haven beweren?
VANDERWAEREN. “Dat wordt gezegd, net zoals Rotterdammers beweren dat wij veel door de vingers zien. Maar Nederland is geen zeef. Het klopt niet dat het trafieken wil aantrekken door soepel te zijn. Het voorbije jaar waren er recorddrugsvangsten. De douanediensten van Antwerpen en Rotterdam werken nauw samen en zijn elkaars toetssteen. Het klopt wel dat de Belgische douane in heel Europa per capita de hoogste bedragen binnenbrengt.”
Kunt u de efficiëntie verhogen door bepaalde diensten uit te besteden aan de privésector, waardoor de ambtenaren hun handen vrij hebben voor het officiële werk?
VANDERWAEREN. “Dat kan voor een aantal activiteiten, zoals IT en pure bewakingsopdrachten aan poorten. De oefening over de kerntaken moet nog worden opgestart. Het is aan de politiek om zich daarover uit te spreken.”
Logistieke bedrijven hebben de voorbije jaren zwaar geïnvesteerd om met het Authorized Economic Operator-certificaat (AEO) flexibeler te kunnen opereren. Hun containers worden internationaal gescand en gevolgd. Dat statuut zou het aantal controles moeten terugdringen. In de praktijk controleert de douane die AEO’s nog altijd even sterk als de rest. Waarom eigenlijk?
VANDERWAEREN. “AEO’s zijn goed voor 65 procent van de handel. Als we de controle op die vertrouwde partners kunnen verminderen door een preselectie via IT, hebben we de handen vrij om de rest beter te controleren. Die preselectie was technisch moeilijk, maar vanaf dit jaar gebeurt ze automatisch. Onze AEO’s werden nu vier keer minder gecontroleerd dan andere bedrijven. Dat zal nog verminderen.”
De tonnage die de haven van Antwerpen behandelt, blijft stijgen. Vergroot dat het risico dat er steeds meer illegale goederen niet in het net van de douane terechtkomen?
VANDERWAEREN. “Zeker. Een belangrijke haven genereert nu eenmaal meer illegale goederen, en hoe meer containers in de vaart zijn, hoe groter de kans dat er door de mazen van het net glippen. We kunnen niet elke container opendoen. Wel wordt elke container met speciale controletoestellen gecontroleerd op nucleaire goederen. Voor drugs kan dat niet.”
Naar verluidt zouden er grote verschillen zijn in de efficiëntie en de snelle behandeling van dossiers naargelang van de douanier die het dossier behandelt. “Sommige terminals zijn strafkampen”, horen we bij expediteurs.
VANDERWAEREN. “Als het gedrag van onze mensen niet correct is, wil ik dat graag concreet vernemen. Ik wil onderzoeken of we niet kunnen werken met een rotatie van de verificateurs van de bedrijven. Zo zou het ‘strafkamp’ roteren en worden bedrijven niet voortdurend geconfronteerd met rigide praktijken. Bovendien wordt het werk zo ook interessanter voor onze douaniers.”
Volksvertegenwoordiger Auguste Savart-Martel noemde de douanewet in 1843 al onleesbaar en veel te ingewikkeld. Uw voorgangers lieten na een modernisering door te voeren. Doet u dat wel?
VANDERWAEREN. “Zeker. Er is het Nederlandse model, waar het douanerecht in een kaderwet is gegoten, die het grootste deel van de Europese douaneregelgeving regelt met koninklijke besluiten. Vroeger werd alles nationaal gecoverd, maar het lijkt me beter nationaal de leemte in de EU-regels aan te vullen. Vanaf 1 juni 2016 heeft Europa een nieuw douanewetboek. De Belgische en de Luxemburgse douaneadministratie, die opereren met dezelfde regels, werken aan een nieuw concept voor de nationale douanewetgeving. Het is bijna onmogelijk dat nog onder de huidige regering te doen, maar aan het einde van mijn termijn – binnen vijf jaar – moet dat kader toch worden herschreven. In het begin was er wat interne weerstand, maar een jong team van medewerkers is er met veel enthousiasme ingevlogen. Ze verheugen zich er nu al op dat ze ooit kunnen verwijzen naar ‘hun’ wetsartikel.”
In het onderzoek door de douane vloeit het administratieve deel zonder veel vormvereisten over in het strafrechtelijke. Is dat niet in strijd met de grondrechten, omdat de plicht om mee te werken met een ambtenaar niet strookt met het zwijgrecht in correctionele zaken?
VANDERWAEREN. “Het Grondwettelijk Hof laat het toe. Is dat fair? Dat is een vraag voor de politiek. In Frankrijk verloopt de administratieve fase ook over in de correctionele. Ik stel trouwens vast dat bedrijven met douaneproblemen in het buitenland veel strenger worden aangepakt.”
In onderzoek naar smokkel worden dikwijls onschuldige derden zoals logistieke bedrijven meegesleurd. De onzekerheid van een uitspraak hangt hen jaren boven het hoofd. Is het niet beter het onderzoek te beperken tot de echte criminelen?
VANDERWAEREN. “Het aantal strafrechtelijke dossiers is altijd beperkt tot de grote fraudeurs. Ook wie kennis heeft of had moeten hebben van smokkel, willen we kunnen aanpakken. Bij de herschrijving van het douanewetboek zullen we ook een onderscheid maken tussen echte criminelen en de rest. Voor die laatste categorie is een dading geschikter dan een gevangenisstraf. Ook vandaag schikken we meestal, veeleer dan het gerecht in te schakelen. Ook de Europese Commissie werkt aan een breder kader voor administratieve sancties, om te vermijden dat er te veel vermenging is met het strafrecht.”
Een administratief onderzoek, gevolgd door een strafonderzoek, een boete, een beroep in eerste aanleg en een tweede voor het hof van beroep, nemen vaak drie tot vijf jaar in beslag. Kan dat niet sneller?
VANDERWAEREN. “We werken aan de verkorting van de doorlooptijd, maar die moeten we eerst beter in kaart brengen. De andere fiscale dossiers nemen toch nog veel meer tijd in beslag dan die van de douane, meen ik. Douanefraude gebeurt per definitie via internationale structuren die veel onderzoekswerk vragen. Bovendien heeft België – in tegenstelling tot Nederland – geen nationale rechtbank voor douanedossiers. Voor Belgische rechters is de drempel voor douanezaken soms hoog. Het stijgende aantal dadingen en administratieve sancties zal ook dossiers uit de rechtbank houden.”
De boete in douanezaken kan oplopen tot 1000 procent van de ontdoken rechten. Is dat niet te draconisch?
VANDERWAEREN. “Ik verneem dat de Europese Commissie de administratieve straffen sterk wil verhogen tot het Belgische niveau. We zullen dus meer in het Europese carcan moeten lopen, wat het voordeel heeft dat de sancties overal gelijk zijn. Er komt ook een Europese procureur voor douanefraude. We zullen dus zelf minder strafrechtelijke zaken behandelen. Er beweegt veel, maar de uitkomst is niet altijd duidelijk.”
Hans Brockmans
“Ik startte bij de Douane als een wat saaie fiscalist, en na honderd dagen stond ik aan het hoofd van een gewapende antiterreureenheid”
“Ik werk aan een systeem waarin de douane zo weinig mogelijk moet ingrijpen, omdat de dienst wordt ondersteund door een performante IT”
“Ik stel vast dat bedrijven met douaneproblemen in het buitenland veel strenger worden aangepakt”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier