MINDER KREDIET BIJ GEMEENTEN ?
Het Gemeentekrediet kon zich totnogtoe wentelen in de komfortabele positie van een de facto-monopolist voor de leningen aan de gemeenten (aandeelhouders van de bank). Enkele weken geleden werd de direktie aan de Pachecolaan echter opgeschrikt door gemor van ontevreden klanten. De Hasseltse burgemeester Steve Stevaert (SP) vertolkte het algemene ongenoegen toen hij, gezien de hoge intrest die het Gemeentekrediet vroeg, ermee dreigde naar de konkurrentie te stappen voor een nieuwe lening. Enkele dagen later verlaagde het Gemeentekrediet de rente voor de lopende leningen met (gemiddeld) 2 %. Volgens de bank was deze beslissing al enkele weken eerder genomen.
Voelt het Gemeentekrediet de hete adem van de private banken in de nek, omdat het zo’n gunstmaatregel treft ? François Narmon, voorzitter van het Gemeentekrediet, noemt de verlaging van de rente “een logische stap. We willen ons marktaandeel van 90 tot 95 % beschermen, dus moesten we een gebaar naar onze klanten doen.”
TRENDS. De verzekeringsonderneming Omob, waar provincies en gemeentes eveneens aandeelhouder zijn, heeft het ook moeilijk om haar positie bij de lokale besturen te behouden. Is de weerbare klant een trend ?
FRANÇOIS NARMON. Inderdaad. Gemeenten en provincies worden kritischer en lopen vlugger naar de konkurrent. Dat fenomeen doet zich ook voor bij zusterinstellingen in de rest van Europa. Omob heeft het waarschijnlijk nog iets moeilijker dan wij om zich te handhaven. Wij leveren immers niet alleen kredieten, maar ook financiële diensten aan de gemeenten. Dat schept een band.
Dat argument speelt vooral voor de kleinere gemeenten. Grote steden kunnen hun boekhouding zelf voor hun rekening nemen. Hoe sterk is de klantenbinding hier ?
Grotere steden waren steeds erg kritische klanten. Vergeet niet dat ze tot in de jaren tachtig nog geld leenden op de openbare kredietmarkt. We menen echter dat we door onze meer dan honderd jaar oude expertise bij uitstek de bank van de gemeentebesturen zijn.
Is het dubbele statuut van de gemeente als klant en als aandeelhouder nog van deze tijd ?
Waarom niet ? Wij zijn een koöperatieve instelling. Een bank van en voor gemeenten. Geen enkel gemeentebestuur is verplicht om bij ons aan te kloppen. Als een andere bank betere voorwaarden biedt, zal zij ons met sukses kunnen bekonkurreren.
Boort u nieuwe markten aan om u in te dekken tegen het eventuele verlies van het feitelijke monopolie bij de gemeenten ?
Daar zijn we al lang mee bezig. We willen ons meer richten naar partikulieren en bedrijven.
Hoe ligt de verhouding kredieten aan lokale besturen versus de privé-sektor vandaag en in welke richting moet ze evolueren ?
We hebben 944 miljard kredieten uitstaan bij de openbare sektor (leningen aan de federale overheid niet meegerekend), waarvan 631 miljard bij lokale besturen. De privé-sektor is goed voor 280 miljard. De ondernemingen zijn een moeilijke markt. De commerciële banken hebben er immers al een sterke positie.
Een andere manier om ons geld aktief te beheren, is de participatie in andere bedrijven, zoals de Banque Internationale de Luxembourg of het Crédit Locale de France. Vanuit dezelfde optiek kondigden we onlangs onze belangstelling aan voor een participatie in Belgacom.
Is het niet vreemd dat u wil participeren in Belgacom, terwijl uw belangrijkste aandeelhouders, de Vlaamse gemeenten, via de intercommunales willen deelnemen aan de rechtstreekse konkurrent, Telenet Vlaanderen ?
Belgacom is voor ons een basissektor met toekomst op het vlak van technologie. Vandaar onze interesse. Mocht blijken dat de meerderheid van onze aandeelhouders wenst dat we participeren in een ander telekombedrijf, zullen we dat dossier zeker bestuderen.
Kan de andere Gemeentekrediet-participatie van 12,5 % in de Bank Brussel Lambert ooit uitgroeien tot een overname- of fusie-operatie ? BBL (sterk in leningen aan bedrijven) en het Gemeentekrediet (openbare kredieten) zijn toch komplementair ?
Het Gemeentekrediet is gezien zijn aktiviteiten komplementair met élke Belgische grootbank. Alle opties staan dus open. Naast de BBL zijn er nog grootbanken. Maar het is nu eenmaal een feit dat wij in BBL participeren. Daarmee kunnen we de instelling een stuk beter inschatten, zodat een nauwere samenwerking voor de hand ligt. Bovendien evolueerde ons BBL-aandeel de laatste zes maanden van een louter financiële naar een strategische participatie. Met als gevolg dat Royale Belge en Groep Brussel Lambert, de andere referentie-aandeelhouders, het Gemeentekrediet niet voor een voldongen feit kunnen stellen voor belangrijke beslissingen.
De samenwerking tussen het Gemeentekrediet en een andere bank is hoe dan ook aktueel. Minister van Financiën Philippe Maystadt (PSC) liet al verstaan dat bankfusies niet kunnen uitblijven. Ik volg hem daarin. We staan op minder dan 36 maanden van de Europese Muntunie. België is het enige land in de Ekonomische Monetaire Unie in spe zonder een bank met Europese allure. Dat is een spijtige zaak. Daarom moeten we dit jaar, in 1996, streven naar de kreatie van zo’n Belgische bank van Europees niveau. Nadien zal het te laat zijn.
Het BBL-personeel vreest dat een fusie tussen BBL en het Gemeentekrediet zal leiden tot een “sociaal bloedbad”. Zal bij een mega-fusie gesnoeid worden in het kantorennet van beide instellingen ?
België heeft het dichtste bancaire netwerk van heel de wereld. Dat kost geld. Het is de vraag of deze situatie, gezien onder meer nieuwe technologieën zoals telefoonbankieren, haalbaar blijft. Ik geloof dat het probleem van het teveel aan filialen losstaat van een eventuele fusie-operatie. Het is dus verkeerd om zo’n bancaire samenwerking te plaatsen in het kader van een “sociaal bloedbad”.
U bent 62. Beschouwt u zo’n fusie-operatie als de kroon op uw werk ?
Het toeval wil dat ik mijn carrière afsluit in een woelige periode. Persoonlijke motieven spelen echter geen rol bij zo’n operatie.
HANS BROCKMANS
FRANÇOIS NARMON (GEMEENTEKREDIET) Voorzichtige ambitie richting bedrijven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier