Minder inkomsten, meer fusies
De financiële crisis heeft de inkomsten van de sociale secretariaten aanzienlijk doen dalen. Bovendien moeten ze steeds meer investeren om hun dienstverlening op peil te houden. Voor veel sociale secretariaten een moeilijke spreidstand. Een consolidatiegolf is onvermijdelijk. Een aantal grote spelers wacht niet af en is al volop op overnamepad.
Acerta neemt Cepa over. Securex gaat een alliantie aan met Northgate Arinso. SD Worx ondertekent een principe- overeenkomst om sociaal secretariaat Caritas over te nemen… Er beweegt wat op de normaal zo rustige markt van de sociale secretariaten. Verschillende specialisten in loonadministratie zoeken overnameprooien. En jawel, ook hier moeten we de verklaring zoeken bij de financiële crisis. Sociale secretariaten halen een belangrijk deel van hun inkomsten uit de intresten die ze realiseren op de sociale bijdragen die tijdelijk bij hen geparkeerd staan. Een sociaal secretariaat zorgt niet alleen voor de tijdige uitbetaling van de lonen, het stort de sociale bijdragen ook door aan de socialezekerheidskassen. De sociale secretariaten sluisden op jaarbasis 40 miljard euro door aan de RSZ en 24 miljard euro bedrijfsvoorheffing aan de fiscus.
Die inkomsten uit intresten zijn sterk afgenomen. De rente daalde immers van 4 procent naar 0,5 procent. “Tussen 2008 en 2009 verdwenen uit de sector van de sociale secretariaten 100 miljoen euro inkomsten”, stelt Karel Plasman, topman van Acerta. “Dat is de cash waarmee we mensen betalen. Bij Acerta – met een marktaandeel van 17 procent – had de rentedaling een effect van 17 miljoen euro. De vraag is hoe je dat kunt bolwerken in een sector waar twee derde van de kosten personeelskosten zijn. Voorlopig zijn weinig mensen daarvan het slachtoffer. Het aantal afvloeiingen in de sector viel nog mee. Je kunt dat één jaar volhouden in de hoop dat het beter zal gaan, maar we zien dat het niveau van de intrestvoeten niet echt stijgt. We hebben budgettair 1 procent vastgelegd als intrestvoet. Momenteel zitten we daar ver onder.”
De financiële inkomsten vallen dus nog lager uit dan verwacht. De sociale secretariaten zitten in een structurele probleemsituatie. Zelf benadrukken de sociale secretariaten hier weinig aan te kunnen doen. Hun zogenaamde technische fondsen (de bijdragen die aan de overheidsinstanties moeten worden doorgestort) moeten ze als een goede huisvader beheren. Risicovolle beleggingen zijn uitgesloten.
Een verzadigde markt
De minderinkomsten uit intresten zijn trouwens maar een deel van het verhaal. Een andere inkomensbron is het aantal loonberekeningen. Minder werkenden en minder bedrijven betekent natuurlijk minder loonberekeningen. En dat waren er vorig jaar ook ongeveer 100.000 minder. “Voor ons zou dit betekenen dat we het met 17.000 loonberekeningen minder moeten doen”, berekent Plasman. “Gelukkig kregen we er tussen 2008 en 2009 wat meer bij. Maar een aantal spelers heeft wel op alle domeinen zware klappen moeten incasseren.”
Besparen is vandaag dus het ordewoord bij de sociale secretariaten. Dat betekent snoeien maar ook schaalvoordelen opzoeken. En dat kan door overnames. Karel Plasman: “Bij de consolidatie die er volgens ons zit aan te komen, willen wij een van de marktleiders zijn. We hoeven niet de grootste te zijn. In een land als het onze heb je dan drie of vier spelers over die samen 80 tot 90 procent van de markt in handen hebben. Dat is analoog met de bankwereld of andere grote dienstensectoren. Dan kom je voor ons uit op een marktaandeel van 25 procent, zonder dat als een obsessie te zien.”
Het sociaal secretariaat van Acerta heeft – als we vertrekken van het aantal werkgevers-klanten – een marktaandeel van 17 procent en een omzet van 139 miljoen euro. Het zit aan 400.000 loonberekeningen. Neem daar de meer dan 200.000 loonberekeningen in de overheidssector bij en Acerta komt in de buurt van marktleider SD Worx, dat 1.164.000 loonberekeningen draait, waarvan 740.000 in België, eveneens zowel in de privésector als de publieke sector. Andere belangrijke spelers in de markt zijn Groep S, Partena, Securex en HDP.
Sociale secretariaten kiezen voor overnames, fusies en allianties omdat nieuwe klanten binnenhalen niet direct voor de hand ligt. De markt is verzadigd: 90 procent van de bedrijven is aangesloten bij een sociaal secretariaat. De spelers op overnamepad speuren daarom naar sociale secretariaten actief in sectoren met groeipotentieel. Dat Acerta uitgerekend voor Cepa kiest dat in de logistiek sterk staat, is niet verwonderlijk. Plasman: “Logistiek is op termijn goed voor 300.000 arbeidsplaatsen en ik zie die sector alleen maar groeien.”
Ook in de social profit proberen sociale secretariaten meer voet aan de grond te krijgen. Idem voor de overheid. SD Worx sluit een akkoord met sociaal secretariaat Caritas en wil daarmee onderstrepen hoeveel belang het hecht aan de social profit. Het breidt zijn cliënteel in de publieke sector verder uit met onder andere de NMBS-groep, De Post en de Duitstalige Gemeenschap.
“Acerta levert een ICT-programma aan overheidinstellingen die dan zelf de loonberekening doen”, legt Plasman uit. “Wij krijgen weldra ook een opdracht binnen voor de federale overheidsdienst Personeel en Organisatie. Op termijn verzorgen we de payroll voor 250.000 mensen van de 1 miljoen die de overheid tewerkstelt. Dat is toch een serieus marktaandeel.”
Zware ICT-investeringen
Een consolidatiegolf betekent dat tal van sociale secretariaten verdwijnen. België telt 43 erkende sociale secretariaten. Dat aantal zal dus afnemen. Eind 2008 integreerde Groep S, Groep Arenberg. Het was geen eenmalige operatie. “Deze tendens zie ik de komende jaren in de sector nog doorzetten”, zegt Gonzales Stubbe, topman van Groep S.
“Het is zeker niet zo dat wij massaal kleine spelers opslorpen. Ze kloppen wel eens bij ons aan wanneer ze met een opvolgingkwestie zitten”, zegt Hans Joris, algemeen directeur van SD Worx België. “Ik zou vandaag nog niet willen spreken van een grote consolidatiebeweging.” Al merkt ook Joris dat de kleine sociale secretariaten het financieel moeilijker krijgen. Zelfs los van de lagere intrestinkomsten uit de geparkeerde sociale bijdragen of het dalende aantal ‘payslips’, breken voor hen moeilijke tijden aan.
De business van de sociale secretariaten wordt steeds complexer. “Sociale secretariaten moeten constant zware ICT-investeringen doen”, legt Hans Joris uit. “De sociale wetgeving moet worden omgezet in programmatie en de wijzigingen zijn zeer frequent. Ik sta af en toe te kijken van de hoeveelheid sociale wetgeving die moet worden verwerkt. Er zijn jaren dat er 25.000 nieuwe pagina’s sociale wetgeving worden geproduceerd en die dus op een of andere manier in programmatie moeten worden omgezet. SD Worx moet het als grotere speler hebben van de hoge automatiseringsgraad en de inspanningen hiervoor zijn echt niet te onderschatten. Zelfs voor een speler als SD Worx is het af en toe moeilijk om alle wetswijzigingen tijdig in correcte programmatie om te zetten.”
Kleine sociale secretariaten doen die investeringen niet meer omdat ze er de middelen niet voor hebben. Ze moeten hun software kopen of ze bieden software aan die de klanten maar zelf moeten gebruiken. “Let op, het is ook een voordeel”, nuanceert Gonzales Stubbe. “Die kleine spelers moeten zelf niet investeren in expertise en moeten zich niet bezighouden met wetswijziging die moet worden omgezet in programmatie. Zo kunnen ze zich onthouden van die complexiteit.”
Maar de softwarepakketten moeten natuurlijk nog altijd worden aangekocht. Dat kost geld. En er is meer: sinds een aantal jaren beseffen de sociale secretariaten dat ze zo veel mogelijk gebruik moeten maken van one stop shopping. Bedrijven vragen meer dan loonadministratie. Ze willen bij één leverancier terecht voor een volledig hr-dienstenpakket. Dat is voor kleine spelers al een totaal onmogelijke opdracht. Acerta, SD Worx, Groep S en co zijn meer dan een beheerder van de loonadministratie. Het zijn volwaardige hr-dienstengroepen. Naast payrollbeheer beschikken ze ook over een kinderbijslagfonds, een ondernemingsloket en socialeverzekeringsfonds. En ze gooien zich ook meer en meer op de selectie- en rekruteringsmarkt.
Hans Joris (SD Worx): “Payroll kan je niet meer apart zien van de rest van het bedrijf. Payroll staat niet los van andere personeelsprocessen zoals remuneratie, rekrutering, performantie en ontwikkeling die meer en meer geïntegreerd zijn. Daar ligt de basis voor een bredere opdracht van een sociaal secretariaat. Er moet een goede afstemming zijn tussen payroll en andere onderdelen van de hr-afdeling. Klanten feliciteren ons niet voor een goede payroll. Dat is evident. Wel willen ze een uitgebreide hr-dienstverlening.”
Advies bij herstructurering
Voor SD Worx betekent dit dat het aandeel van hr-diensten die niet aan sociale secretariaten gekoppeld zijn, toeneemt. Niet zo lang geleden lag de verhouding tussen payroll en andere diensten op 80/20. Nu is dat geëvolueerd naar 65/35. “Een mooi resultaat, te meer omdat onze payrollactiviteiten ook sterk zijn blijven groeien”, legt Joris uit. “Er is ook meer en meer behoefte aan outsourcing van andere taken naast de loonberekening. En dat kan verschillende vormen aannemen, automatisering van administratieve flows tot het uitbesteden van alle administratieve hr-taken aan een servicecenter.”
De grenzen in de brede sector van personeelsbeleid en het daaraan gekoppelde advies vervagen, dat is duidelijk. “Er is een tendens naar professionalisering waarbij hr-professionals meer willen focussen op diensten met toegevoegde waarde zoals talentmanagement en minder op adminis- tratieve taken”, zegt Luc Deflem, topman van Securex. Vorig jaar herpositioneerde Securex trouwens zijn merk met een vernieuwd logo en de baseline ‘human capital matters’. Securex biedt een brede waaier aan producten en diensten, gaande van loonadministratie, externe dienst voor preventie en bescherming, aangepaste verzekeringsproducten tot en met specifiek advies in rekrutering, talentmanagement, personeelsonderzoek en afwezigheidscontrole voor bedrijven.
Daarnaast leek het er even naar dat andere hr-spelers meer in de richting van de sociale secretariaten gingen evolueren. In 2005 nam Randstad het Leuvense sociaal secretariaat ASS over. Sindsdien is het echter rustig vanuit die hoek. De uitzendbedrijven hebben zich niet massaal op de sector van de loonadministratie gegooid. “Die trend heeft niet doorgezet”, merkt Joris op. “Randstad Nederland heeft trouwens een tijdje geleden een aantal payrollactiviteiten te koop gezet en beslist om weer op de kernactiviteiten te focussen. Anderzijds groeien de hr-diensten inderdaad naar elkaar toe. Neem detachering. Daar zijn we op vergelijkbare terreinen actief. We doen vergelijkbare activiteiten, maar het verschil is dat bij detachering de werknemers op onze payroll staan, onder onze supervisie werken en door ons worden opgeleid, in tegenstelling tot uitzendkrachten. Ook voor fiscaal en sociaal juridisch advies heeft SD Worx met zijn poot ‘tax en legal’ een vergelijkbaar aanbod met dat van de Big Four.”
Een ander voorbeeld: toen Carrefour zijn herstructurering plande, werd het geadviseerd door Groep S. Het hr-dienstenbedrijf is vooral bekend als sociaal secretariaat, kinderbijslagfonds en verze- keringsfonds voor zelfstandigen, maar het begeleidt ook bedrijven bij collectieve ontslagen en reorganisaties. “Voor onze groei rekenen we meer en meer op bedrijven die hr-diensten externaliseren”, zegt Stubbe (Groep S). “We houden ons sinds een paar jaar ook met detachering bezig en hebben eigen hr-medewerkers die ter plaatse de rol van personeelsdienst in al zijn facetten opnemen. Dat is een logische evolutie weg van de kernactiviteit, het sociaal secretariaat.”
Internationalisering zet door
Sociale secretariaten zijn een typisch Belgisch verschijnsel maar ze zijn wel meer en meer internationaal actief. Groep S heeft een filiaal in Frankrijk en partners in 23 andere landen. SD Worx is ook een internationale speler. Vandaag is SD Worx de derde grootste payrolldienstverlener in Europa, met behalve België ook kantoren in Nederland, Frankrijk, Luxemburg en Duitsland.
In de groep van SD Worx-klanten met 100 tot 1000 werknemers zijn er 50 procent met vestigingen in het buitenland. Dat is net het segment waarin SD Worx het hoogste marktaandeel haalt (33 %). “We willen onze payrollactiviteiten ook daar toepassen”, zegt Joris. “Al is het niet altijd eenvoudig om uit te leggen dat de provider van payrollsoftware ook advies geeft over arbeidsrecht. Dat ligt bijvoorbeeld in Frankrijk niet voor de hand.”
Dat de sociale secretariaten zich meer en meer internationaal willen positioneren, blijkt uit de recente deal tussen Securex en Northgate Arinso (wereldwijd marktleider in hr-software en -diensten) waarmee ze zich samen verder willen positioneren als aanbieder van hr-diensten en software. Om zich op de internationale markt te profileren, ging kmo-specialist Securex op zoek een strategische partner met een complementair hr-platform waarmee het zowel kmo’s als grote ondernemingen kan aanspreken.
De internationalisering van de sociale secretariaten doet meteen ook de vraag rijzen of deze instellingen nog van deze tijd zijn? Acerta, SD Worx, Groep S en co zijn vennootschappen die hr-diensten aanbieden, maar de sociale secretariaten zijn vzw’s. Bovendien kan niet iedereen zomaar een sociaal secretariaat oprichten: er is een vergunning nodig. Zullen multinationale spelers niet naar de Europese Commissie stappen met de eis om de Belgische payrollmarkt open te gooien en de sociale secretariaten dwingen om een gewone vennootschap te worden? “Deze vraag is al verschillende keren gesteld”, herinnert Hans Joris zich. “Een discussie die nog aangezwengeld werd met de komst van de dienstenrichtlijn. Maar volgens de Belgische overheid zijn wij een dienst van algemeen belang. De sociale secretariaten helpen de overheid bij het correct innen van onder andere de bedrijfsvoorheffing en de socialezekerheidsbijdragen en dus bij het optimaal functioneren van de overheid. Het is normaal dat er voor zulke diensten wel degelijk criteria worden opgelegd.”
Karel Plasman sluit zich daarbij aan: “De sector heeft in België een specifieke geschiedenis. De sociale secretariaten zijn ontstaan in de schoot van werkgeversorganisaties. Die gingen bepaalde diensten aanbieden zoals het kinderbijslagfonds en de loonadministratie terwijl de vakbonden de werkloosheidsuitkeringen betalen. Dat systeem werkt al decennia zeer efficiënt. Het klopt dat een loonberekening in België duurder is dan in een ander land, maar de overheid wordt nergens zo snel betaald. En het is toch niet onbelangrijk dat de cashflow van de staat gezond is?”
Door Alain mouton
België telt 43 erkende sociale secretariaten. Dat aantal zal afnemen.
Bedrijven vragen meer dan loonadministratie. Ze willen bij één leverancier terecht voor een volledig hr-dienstenpakket.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier