Milieuproblemen slepen aan
De aandeelhouders van de Duitse meststoffen- en zoutproducent K+S beleefden nog maar weinig plezier sinds de Duitsers in de zomer van 2015 een vijandig overnamebod in cash door Potash Corp van 41 euro per aandeel afsloegen. Het aandeel was sindsdien in vrije val door de dalende meststoffenprijzen, ondanks het temperende effect op de resultaten van de zoutafdeling, en bereikte eind september het laagste niveau sinds 2006 (15,89 euro).
Boven op de sectorgebonden laagconjunctuur komen de aanhoudende problemen over het lozen van zout afvalwater uit drie meststoffenfabrieken in Duitsland. Eind november 2015 verviel een belangrijke vergunning die voorlopig slechts beperkt en tijdelijk is verlengd. Dat zorgde voor heel wat productieonderbrekingen, waardoor de meststoffenproductie in 2016 met 700.000 ton terugvalt, van 6,8 miljoen ton naar 6,1 miljoen ton. Het is nog altijd wachten op de definitieve vergunning tot eind 2021. Intussen werden enkele tussenoplossingen gevonden, waardoor de productie in Duitsland in 2017 opnieuw zal toenemen.
Tot overmaat van ramp was er in juli een arbeidsongeval in Legacy, het nieuwbouwpotashproject in de Canadese provincie Saskatchewan, waardoor de eerste productie is uitgesteld van eind 2016 naar het tweede kwartaal van 2017. In 2017 wordt 700.000 ton verwacht, en tegen eind 2017 zal de jaarlijkse productiecapaciteit twee miljoen ton bedragen. Door het arbeidsongeval zullen de bouwkosten met 100 miljoen Canadese dollar verhogen – van 4,1 miljard naar 4,2 miljard Canadese dollar -, maar omgerekend in euro blijft het budget van 3,1 miljard euro gehandhaafd. Een succesvolle opstart van Legacy is cruciaal voor K+S, dat zijn schuldpositie sinds 2011 zag toenemen van minder dan 1 keer de bedrijfskasstroom (ebitda) naar 4,3 keer eind september. De omzet daalde in het derde kwartaal met 23 procent tot 688 miljoen euro, en na negen maanden met 22 procent tot 2,5 miljard euro. De gemiddelde verkoopprijs van de meststoffen kromp met 23 procent tegenover dezelfde periode vorig jaar – van 310 euro naar 239 euro per ton -, terwijl de volumes met 17 procent terugvielen door de productieproblemen. Bovendien valt dit jaar de verkoop van smeltzout tegen in Europa en Noord-Amerika.
De ebitda daalde met 72 procent tot 56 miljoen euro, en het bedrijfsresultaat (ebit) kleurde voor het eerst sinds lang zelfs rood (-31 miljoen euro, tegenover +132 miljoen euro vorig jaar). Na negen maanden zakt de ebit met 68 procent tot 202 miljoen euro (628 miljoen euro in 2015). De vooruitzichten voor 2016 werden verder verlaagd, met een verwachte ebitda tussen 500 en 560 miljoen euro (voorheen 500 à 600 miljoen euro; 1,06 miljard euro in 2015), en een verwachte ebit van 200 à 260 miljoen euro, komende van 200 à 300 miljoen euro. De doelstellingen tegen 2020 liggen onverminderd op 1,6 miljard euro ebitda, maar veronderstellen wel meststoffenprijzen op het niveau van 2015.
Conclusie
Door een cocktail van negatieve factoren zakte het aandeel van K+S eind september naar een tienjarig dieptepunt. De opstart van Legacy lijkt echter gevrijwaard en de milieuproblemen stilaan onder controle. Dat zorgde recentelijk voor een opluchtingsrally. Op lange termijn zien we echter voldoende opwaarts potentieel, en we bevestigen ons positief advies.
Advies: koopwaardig
Risico: gemiddeld
Rating: 1B
Al verschenen op insidebeleggen.be op 9 december
EEN SUCCESVOLLE OPSTART VAN LEGACY IS CRUCIAAL VOOR K+S.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier