Mijn vader heeft me verkocht
Geoffroy Jacobs werkte jaren voor UCB, het bedrijf dat zijn vader groot heeft gemaakt. Maar nadat graaf Georges Jacobs de divisie van zoonlief had verkocht, kon hij eindelijk zijn jongensdroom vervullen: met de voeten in de modder.
Jong geleerd is oud gedaan. Als kind speelde Geoffroy Jacobs het liefst met een zeefje op het strand. Ruim drie decennia later kocht hij de gammele Waalse kmo Euroquartz, die nu kwartszand zeeft aan de boorden van het Albertkanaal net ten noorden van Luik (zie kader Zand voor Google en RSC Anderlecht). Tot voor kort zat Euroquartz nog gekneld in een residentiële wijk ten noorden van Hoei. Maar Jacobs verwierf dankzij veel overredingskracht – en zijn afkomst – het laatst beschikbare perceel aan de oevers van het kanaal. Enkele vrienden sprongen bij voor de financiering van de nieuwe strakke vestiging, die vandaag wordt ingehuldigd.
Tijdens ons bezoek wordt koortsachtig gewerkt om de vestiging piekfijn in orde te krijgen. De bulldozerwerken veroorzaken lawaai en een slijkboel, maar Jacobs (40) straalt. “Ik heb altijd graag met de laarzen in de modder gezeten. Neem me niet kwalijk dat ik buiten gelukkiger ben, met mijn laarzen in de regen, dan hier aan tafel met u.” (lacht)
Jacobs lacht veel. Hij beseft dat hij een zondagskind is. De jeugd was gelukkig en de ouders waren een zegen. Talenkennis werd er met de paplepel ingegoten. “En daar maak ik alle dagen dankbaar gebruik van, want de taalgrens ligt vlakbij.”
Geoffroy, de oudste van drie, is zich maar al te bewust van de hoge status van zijn vader. Dat die laatste als een rode draad door het gesprek loopt, deert niet. Ook niet dat de naam en faam van zijn vader soms hielp bij gesprekken en onderhandelingen, geeft hij toe. Maar er waren grenzen. Geoffroy werkte jaren voor UCB, maar weigerde onder één dak met zijn vader te opereren in Brussel. Het was de aanzet voor een globetrotterbestaan dat hij eind 2006 beu was. Vader Georges moest wel even slikken toen zijn oudste zoon een managementjob bij een multinational zo plots inruilde voor een onzeker bestaan als baas van een versleten kmo.
TRENDS. Vond hij dat u uw talenten vergooide?
GEOFFROY JACOBS. “Hij zei: ‘Onderschat toch niet de ervaring die je hebt opgedaan. Spijtig dat je die niet kan benutten.’ Maar hij besefte ook wel dat dit het type beroep is dat bij mijn karakter past.”
Hoe hebt u Euroquartz gevonden?
JACOBS. “Toen ik had beslist om een kmo over te nemen, ben ik overal gaan aankloppen bij makelaars. Er stond en staat trouwens ontzettend veel te koop. Eerst stond ik vrij dicht bij de overname van een baggeraar in Diksmuide. Daardoor wist men wel welk soort bedrijf ik zocht en een van die makelaars had Euroquartz in zijn portefeuille.”
En dan ziet u de verroeste zandsilo’s en het aftands materiaal. Men bood u een versleten bedrijf aan.
JACOBS. “En dat is dan nog beleefd uitgedrukt. (lacht) Zowel de werktuigen als de technologie waren verouderd. Dat was wat angstaanjagend, maar de balans was uitstekend. En je moet geluk hebben. De eigenaars verkochten wegens zware gezondheidsproblemen. Zij zijn zeer eerlijk geweest. Er viel geen lijk uit de kast, maar het bedrijf was wel bijzonder slecht gelegen. We moesten iets doen om het voortbestaan te verzekeren. We zaten in een residentiële wijk waarlangs jaarlijks duizenden vrachtwagens passeerden.”
De buurt zal blij zijn dat u weg bent.
JACOBS. “Onze ecologische voetafdruk zal veel zwakker zijn. Zo’n boot is gemiddeld goed voor 1600 ton, wat betekent dat één boot 50 vrachtwagens vervangt. We besparen daardoor jaarlijks meer dan 100.000 euro, alleen al aan transportkosten.”
Hoe hebt u de overname betaald?
JACOBS. “Met eigen middelen, kredieten en bankleningen. En met de steun van twee vrienden, Gaëtan Waucquez (CEO van de industriële holding Floridienne) en Jean-François Thiran (die in 2001 zijn bouwgroep Thiran verkocht aan Ackermans & van Haaren-dochter Van Laere). We waren de drie musketiers. (lacht) En eind 2006 kochten we een terrein van 60.000 vierkante meter langs het Albertkanaal.”
Dat was het laatste grote perceel aan het water dat nog vrij was. Er waren veel kandidaten. Waarom hebt ú het gekregen?
JACOBS. “Je moet mensen kunnen overtuigen. En ik moet toegeven dat het helpt dat je de zoon bent ván. Ze wisten vrij snel wie ik was, vermoed ik. Maar in het leven gaat dat dikwijls zo. En zolang je daarvan geen misbruik maakt… We investeren hier toch ook 7 miljoen euro, en hebben de steun van Meusinvest, zeg maar de Luikse Gimv, en van het Waals Gewest.”
Een bedrijf van honderden werknemers zal Euroquartz wel nooit worden.
JACOBS. “Neen, we gaan wel groeien, maar dat kan de ambitie niet zijn. De installaties zijn grotendeels geautomatiseerd. Vooral om menselijke fouten te vermijden. Het doseren van de zandmengsels is een vrij complexe operatie die door de interventie van homo sapiens soms fout loopt. (lacht) Als je ergens een vloer met ons product door een klant laat leggen over honderden vierkante meter en er zit een vlek in als gevolg van een slechte zandkorrelgrootte, moet heel dat spel weer uitgebroken worden op onze kosten.”
Kunt u met die 7 miljoen euro kapitaal ook over de grenzen groeien?
JACOBS. “Absoluut. Het maakt deel uit van ons investeringsplan. Nu is de transportkost een groot obstakel. Een kubieke meter zand weegt gemiddeld 1,6 ton. Je bent dus automatisch streekgebonden omdat het zeer duur is om over grote afstanden te vervoeren. Als je bijvoorbeeld 1 ton zand van 60 euro in Engeland wil verkopen, kost je dat per vrachtwagen waarschijnlijk 120 euro om het tot ginder te brengen. Nu is dat via het water en de Antwerpse haven misschien 30 euro per ton. We kunnen nu dus veel verder springen. Bovendien kunnen we dankzij de nieuwe productielijn betere mengsels produceren die misschien 200 euro per ton waard zijn, waardoor de transportkosten marginaler worden.”
Hebt u last van de crisis?
JACOBS. “Eerlijk gezegd, ja, maar zeer marginaal. Touch wood. We hebben in 2008 bijna dezelfde omzet gedraaid als in 2007 en december was beter in 2008 dan in 2007. Maar januari en februari waren zeer slecht. Is dat te wijten aan de economie? Misschien gedeeltelijk, maar het slechte weer speelde zeker een belangrijke rol. Ik heb al wel geleerd om voorzichtig te zijn, want enkele klanten gingen failliet. We gaan strenger moeten zijn met onze klanten. Als baas van een kmo moet je heel polyvalent zijn, iets wat mijn vader niet altijd begrijpt. Hij zegt trouwens ook altijd dat ik te hard werk.” (lacht)
Hij stond toch zelf bekend als een harde werker?
JACOBS. “Het is gewoon zijn paternalistische trekje. Ik moet erom lachen, want hij is inderdaad nog altijd een harde werker. Maar ik zeg hem ook dat je in een kmo geen leger juristen rond je hebt, of een batterij commerciële mensen, of een secretaris van de raad van bestuur. Je moet het allemaal zelf doen.”
Uw vader is praatgraag en goedlachs. Zo vader zo zoon?
JACOBS. “Zeker. Hij heeft wel zijn côté bulldozer, maar dat moet ook voor zulke functies. Maar hij heeft ook een ongelofelijke capaciteit om mensen in te schatten. Hij moet mensen soms maar enkele seconden zien en hij zit er vlam op. Ik heb dat een beetje geërfd en dat is een voordeel. Ik heb ook wat van zijn dynamisme én van zijn gezond boerenverstand.”
En voldoende lef om al vroeg de wereld in te trekken.
JACOBS. “Ik heb nog meer gereisd dan mijn vader. Dit is trouwens mijn eerste echte job in België. Ik ben geboren in Washington, waar mijn vader toen zijn eerste professionele stappen deed bij het Internationaal Monetair Fonds. Ik ben teruggekeerd toen ik negen maand was. Mijn jeugd heb ik in Brussegem in Vlaams-Brabant doorgebracht.
“Later begon ik met een kandidatuur in de rechten, maar ik was daarover zeer ongelukkig. Het was de bedoeling dat ik notaris zou worden, zoals mijn broer. Gelukkig was ik niet geslaagd. (lacht) Ik heb dan economie gestudeerd in Engeland aan de universiteit van Durham. Ik heb ook eerst gewerkt in Engeland bij het voedingsbedrijf Cavaghan & Gray. Na mijn legerdienst – net als mijn vader in de marine – heb ik gesolliciteerd bij Eternit, de goeie oude Belgische nijverheid, met dien verstande dat ik naar het buitenland wou, en liefst naar Latijns-Amerika. En zo ben ik in Chili beland, hoewel ik geen woord Spaans sprak. Maar als je Frans kunt, kan je Spaans binnen de drie maanden vlot beheersen.”
Talenkennis was belangrijk in uw familie?
JACOBS. “Tot mijn vijfde was Engels de voertaal, omdat we in Amerika hadden gewoond. Aan de kant van mijn moeder zijn ze ook zeer Angelsaksisch qua mentaliteit, hoewel mijn moeder uit de buurt van Marche-en-Famenne komt. Maar mijn grootmoeder aan moeders kant sprak altijd Engels met haar kleinkinderen. En op school in Brussegem leerden we gemakkelijk Nederlands, terwijl we thuis Frans begonnen te spreken. Dus als kind van tien sprak ik al vlot drie talen.”
Hoe lang was u in Chili?
JACOBS. “Twee jaar, en toen werd ik gecontacteerd door een vriend van mijn vader bij UCB die ik goed kende van mijn jaren in Engeland. Ik zei hem dat UCB het laatste bedrijf in de wereld was waarvoor ik wilde werken. Maar hij heeft me overtuigd om voor Securency te werken, een joint venture van UCB en de Australische centrale bank. UCB had toen namelijk een drager voor plastic bankbiljetten ontwikkeld.”
Bent u zeker dat uw vader daar niet achter zat? Dat hij vond dat u lang genoeg in Chili had gezeten?
JACOBS. (aarzelt) “Daar heb ik nog nooit bij stilgestaan, maar ik kan niet zeggen dat u fout bent. Hij had het inderdaad lastig als een van zijn kinderen zo ver van huis was. Misschien zat hij er dus achter. Nu, ik heb lang getwijfeld over dat bankbiljettenproject. Maar het was de goede keuze, want ik had tien fantastische jaren. Ik heb zo een jaar in Australië gezeten en een toer door zes landen in Latijns-Amerika gemaakt om de technologie te verkopen aan de lokale bankbiljetdrukkerijen. De reis van mijn leven. Vijf van die landen zijn overgestapt naar die technologie. En zeggen dat Latijns-Amerika toen niet bestond voor UCB. Het was een werelddeel waar mijn vader nooit echt in heeft geloofd, à tort.”
Vreesde u nooit bij UCB te worden bekeken als een fils-à-papa?
JACOBS. “Ja, en daarom nam ik na mijn terugkeer uit Australië een kantoor in Engeland. Maar na twee jaar pendelen van en naar Brussel om bij mijn toekomstige vrouw en mijn vrienden te zijn, wou ik me vestigen in België. Maar ik bleef voortdurend reizen en na een jaar moest ik zelfs in de VS gaan wonen. We zijn dan getrouwd en voor twee jaar naar New York getrokken.”
UCB verkocht in 2004 zijn filmdivisie, waar u werkte.
JACOBS. “Ik zat toen in het directiecomité. De zaken gingen zeer slecht in die sector en we werden verkocht aan een consortium bij het risicokapitaalfonds Candover. Ze hebben veel geleden onder de stijging van de olieprijs, maar het gaat weer heel wat beter.
“Ik kon blijven, maar voelde wel aan dat ik als lid van het directiecomité weer naar Engeland moest verhuizen. Dat zag ik niet meer zitten. Ik zat nog bijna permanent op een vliegtuig en kon er niet meer tegen. Ik werd ziek van de gedachte om weer naar Zaventem te moeten gaan. Ik speelde al langer met het idee om zelfstandig te gaan werken en ben er toen voor gegaan.”
Wat zei uw vader?
JACOBS. “Hij is niet zo’n kmo-type, maar eerder het product van de grote multinationals. Maar hij heeft altijd de gevoelens en beslissingen van zijn kinderen gerespecteerd. Soms was het wat gemakkelijker, soms wat moeilijker en in dit geval was het waarschijnlijk moeilijker.”
Is uw vader al op Euroquartz geweest?
JACOBS. “Mijn ouders komen niet vaak, maar ze komen graag. En ze zien dat ik gelukkig ben. Wat meer kan je als ouder wensen voor je kinderen? Ik had al een zeer gelukkige jeugd en ben ook nu zeer gelukkig, professioneel en privé. Maar geluk moet je ook kunnen kweken. Je moet de kansen die je krijgt in het leven ook grijpen.”
En iemand hebben die het voorbeeld geeft.
JACOBS. “Zeker. Ik heb heel goede ouders. Mijn vader is bekend als captain of industry, maar hij was en is een zeer goede vader. Hij is een voorbeeld geweest voor zijn kinderen en ik vermoed ook voor veel vrienden van ons. Het was altijd een open huis en bezoekers waren vaak onder de indruk dat mijn vader privé erg betrokken was, ondanks zijn druk professioneel leven. Soms té. Hij is een pater familias die zeer dominant aanwezig kan zijn. Hij wil op de hoogte zijn van al wat er gebeurt, een controlefreak. (lacht) Ook nu nog. En mijn moeder is solid as a rock. Mijn vader had zonder haar niet een tiende kunnen doen van wat hij gedaan heeft.”
Zal u dit nog doen binnen pakweg tien jaar?
JACOBS. “Ik hoop het echt. Maar ik wil wel graag meer bij het buitenland betrokken zijn, want het begint te kriebelen. Dus een filiaal in het buitenland, of een zandgroeve… Met veel plezier.
“Ik doe dit werk heel graag, maar je mag niet zeggen dat het mijn passie is, want dan heb ik thuis een probleem. (lacht) Ik heb andere passies. Ik jaag bijvoorbeeld zeer graag. We zijn daarin grootgebracht. En we zijn verzot op de natuur. Ik heb hier op Euroquartz zelfs 5500 bomen gepland. Wij gaan ook vaak op vakantie naar de bergen, terwijl mijn vader lang geleden een huis heeft gekocht in Schotland. Mijn vader heeft in Brussegem een familiedomein overgenomen en met de jaren uitgebreid. We wonen nu op dat domein, net als mijn broer, terwijl mijn zus in Brussel woont. We hebben een prachtige tuin en mijn kinderen zijn vaak buiten. Het zou zonde zijn als ze heel de dag tv zouden kijken.”
En wat doet opa dan?
JACOBS. “Die komt geregeld op bezoek en neemt hen dan mee om in zijn bossen te gaan wandelen. Hij is wel in de stad geboren, maar is een buitenmens.”
Zijn er zaken die u toch anders dan hem wil aanpakken?
JACOBS. “Zeker. Hij droeg een grote verantwoordelijkheid, die zeer veel stress veroorzaakte. Dat is iets dat ik graag wil vermijden, zowel professioneel als privé. Thuis kon hij de knop wel meteen omdraaien. Hij ging dan in zijn bossen werken met zijn boomzaag om de batterijen op te laden.”
U hebt drie kinderen
JACOBS. “Een jongen, Fernand, van zeven, en twee meisjes, Louise die vijf is en Celeste die twee jaar is. Er zijn in de familie al tien kleinkinderen. Wij kweken als konijnen.” (lacht uitbundig)
De titel van graaf is erfelijk.
JACOBS. “Klopt, voor alle kinderen. Dat is een ongelofelijke eer.”
Maar het staat niet op uw visitekaartje?
JACOBS. “En dat zal ik er nooit opzetten. Het heeft in de zakenwereld geen enkele invloed, en kan in sommige omstandigheden zelfs negatief werken.” (T)
Door Bert Lauwers/Fotografie Jelle Vermeersch
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier