Middenveld moet ‘Vlaanderen in Actie’ redden
De Vlaamse regering mobiliseert het middenveld om haar comateuze project “Vlaanderen in Actie” te reanimeren. Minister-president Kris Peeters maakt er “Actie in Vlaanderen” van. Hij sprak met Trends aan de vooravond van zijn eerste Septemberverklaring, op 24 september. Die opent traditioneel het nieuwe Vlaamse politieke jaar.
Peeters’ voorganger Yves Leterme lanceerde in juli 2006 een groots plan: “Vlaanderen in Actie”. Het doel was Vlaanderen te laten aansluiten bij de Europese topregio’s. Vlaanderen in Actie (ViA) pakte uit met 34 projecten, onderverdeeld in vier pijlers: ontwikkeling van talent; creativiteit, innovatie en ondernemerschap; logistiek; overheid in actie. Naast die vier pijlers zijn er twee horizontale domeinen die doorheen de vier pijlers werken: internationalisering en duurzaamheid.
Letermes plan was ambitieus. Hij nodigde 250 captains of society uit, onder het voorzitterschap van Mimi Lamote, ex-topvrouw van C&A en manager van ZiekenhuisNetwerk Antwerpen. Maar de ministers monopoliseerden de bijeenkomst, de captains of society waren ontgoocheld. Van de geplande vier jaarlijkse bijeenkomsten kwam er niets meer in huis. Toen de federale verkiezingen eraan kwamen, gunden SP.A en Open Vld Leterme geen ViA om zich te profileren. En dus lag alles stil.
Toen Kris Peeters minister-president werd in opvolging van Leterme nam hij ViA ter harte. “Ik heb geen nieuw plan ontwikkeld, waarvoor ik van uw adjunct-hoofdredacteur al felicitaties heb gekregen in haar editoriaal,” zegt een lachende Kris Peeters. “Dat zou zeer onverstandig zijn. Ik bouw voort op ‘Vlaanderen in Actie’, maar maak er ‘Actie in Vlaanderen’ van.”
TRENDS. Hoe gaat u dit project reanimeren?
KRIS PEETERS. “Stilte betekent niet dat er niets gebeurt. Bij de start van het nieuwe politieke jaar gaan we naar een tweede fase. We gaan de stilte doorbreken.”
Welke concrete stappen gaat u aankondigen?
PEETERS. “Ik ga niets aankondigen, ik ga iets doen. We gaan er nu tegenaan. We hebben veel doelstellingen: er is het Pact van Vilvoorde, er zijn de Lissabonnormen … De eerste taak is de juiste doelstellingen te formuleren. Ten tweede is er de benchmarking. Als we de koers willen winnen, dan moeten we weten wie de concurrenten zijn en waar wij staan.”
‘Vlaanderen in Actie’ of ‘Actie in Vlaanderen’. Is dat meer dan een woordenspel?
PEETERS. “AIV staat voor Ambitie, Internationaal en Visie. Dat internationale moet in alles worden meegenomen. We moeten onder die kerktoren uit, weg van het beeld van het gesloten Vlaanderen. Visie stelt de vraag naar waar Vlaanderen in 2020 zal staan. We moeten met dit project eindigen in ‘Vlaanderen is Actie’.
“Hoe krijg je actie in Vlaanderen? We hebben een goede fiets nodig en goede benen. En een goede omkadering. Dat is het Sociaal-Economisch Forum. De eerste bijeenkomst van het Forum was geen groot succes. Daar moeten we lessen uit trekken. De 250 captains of society kwamen niet naar buiten met het gevoel: wat is het eerste dat ik hier moet aanpakken. Dit jaar nog, in december, komen we opnieuw samen. Ik heb nog één cartouche om te verschieten. Die moet raak zijn. Het Forum moet enthousiasmerend zijn. Het moet dus goed voorbereid worden en de inbreng van de captains of society moet ruimte krijgen. Het zijn niet de ministers die de captains of society moeten toespreken. Het is omgekeerd.”
Blijft Mimi Lamote aan als voorzitter van het Forum?
PEETERS. “Dat bekijken we voort. Ik wil daar ook met haar over spreken.”
Hoe gaat u het Forum in december voorbereiden?
PEETERS. “Het Forum moet ‘Actie in Vlaanderen’ bevestigen, versterken en concretiseren. Maar AIV moet niet alleen van de Vlaamse regering zijn. We moeten dit project depolitiseren. Ik wil het ownership grotendeels bij het bredere middenveld leggen. De spankracht moet niet zozeer van de regering komen, maar wel van het middenveld. Daardoor kunnen we ook over de regeerperiode heen gaan. Ik zou immers niet graag hebben dat bij een nieuwe Vlaamse regering er weer een nieuw plan komt. Vlamingen houden niet van plannen. Het is niet goed als de politiek steeds met nieuwe plannen zou aankomen.”
Is dit een vrijblijvend engagement van het middenveld? Of komt daar verantwoordelijkheid bij kijken?
PEETERS. “Ik verwacht leiderschap. Er zijn 34 projecten. Wat is het probleem? Er zijn heel wat projecten die al goedgekeurd en in uitvoering zijn. Ik denk aan de competentieagenda van collega Frank Vandenbroucke (nvdr – minister van Werk, Onderwijs en Vorming) waarvoor 50 miljoen euro is uitgetrokken. Ik heb nu een gloednieuw ViA-logo en we zullen extra-inspanningen doen op het vlak van communicatie. Ik wil open digitale ateliers. Digitaal, zodat iedereen zijn inbreng kan doen, wereldwijd. We gaan ook rondtrekken in Vlaanderen. In de steden zullen we ateliers organiseren rond innovatie, talent, duurzaamheid, overheid en logistiek.
“Het project blijft niet beperkt tot de captains of society, ook de toeschouwers spelen een rol. Alle Vlamingen moeten er maximaal bij betrokken worden. Het is ongelooflijk dat een tv-programma als Fata Morgana mensen zo enthousiast krijgt om zich optimaal in te zetten voor gemeenschappelijke doelen. Dat moeten wij ook kunnen. We zouden bijvoorbeeld een talentwedstrijd voor technische vaardigheden kunnen organiseren. De vier havens moeten hun ‘Dag van de Haven’ op dezelfde dag organiseren. Daar moet je de jeugd naar toetrekken, zodat ze op speelse manier in contact komen met logistiek.”
Het geheel van de 34 projecten is erg diffuus. Wat u tot nu toe vertelt, is niet concreter.
PEETERS. “Dat ga je wel krijgen. We mogen uiteraard niet verzinken in een amalgaam van projecten. We hebben nood aan een aantal spitsdossiers.”
Welke dossiers?
PEETERS. “Ik wil eerst de Stuurgroep horen. Ik laat me niet opjagen door snel te proberen iets uit de brand te redden. Het project moet concreet goed zitten vooraleer ik ga communiceren. Want ook hier heb ik niet veel marge.
“Wat we beogen, is een mentaliteitswijziging. Dat is niet spits, zelfs niet meetbaar op een of twee regeerperiodes. We zitten in Vlaanderen met een zekere zelfvoldaanheid en loomheid, die het niet gemakkelijk maken. We hebben een voorsprong, maar rijkdom vertroebelt het gezicht. Het is een zware opdracht om dan te zeggen dat we moeten overgaan tot actie. Ik maak me daar geen illusies over. Dat vraagt hard werken, meestal in de diepte en dat is niet zo sexy. Maar ik ben me bewust dat ik ook een aantal sexy elementen nodig zal hebben.”
Welk budget krijgt ViA mee?
PEETERS. “De begroting van 2008 biedt 1,26 miljard euro extra beleidsruimte. Dat is een pak geld. In feite wordt de hele begroting ingezet om de doelstellingen van ViA waar te maken.”
Wat gaat u doen op het vlak van de overheid, de vierde pijler van ViA?
PEETERS. “Mijn collega Bourgeois ( nvdr – minister van Bestuurszaken) is daar intensief mee bezig. De gevleugelde woorden ‘Wat we zelf doen, doen we beter’, zijn jammer genoeg niet altijd waar. We hebben de actie Beter Bestuurlijk Beleid achter de rug. Dat was een zeer grote reorganisatie en die heeft de slagkracht tijdelijk vertraagd. We zijn er nu grotendeels door. De klantvriendelijkheid is geen eenvoudig probleem. In mijn vorige functie van minister van Leefmilieu had ik te maken met bedrijven die werken uitvoerden en werden geconfronteerd met milieueffectenrapporten, met ruimtelijke ordening, met vertraging, met gevolgen van klachten bij gerechtelijke overheden. Dat is een lijdensweg. En dan is er de regelgeving. De douane bijvoorbeeld werkt met wetgeving van 1822. Er is op overheidsvlak nog veel werk te doen.”
Kan het met minder ambtenaren, zoals het VBO eist en zoals het ook in de buurlanden Frankrijk en Nederland gebeurt?
PEETERS. “Dat is geen doelstelling. Ik wil een performante en goedwerkende administratie met de nieuwste technologieën. We hebben 44.000 ambtenaren en daar moeten er zeker geen bij. Maar het mag ook geen fetisj zijn om te verminderen. Het is echter de logica zelve; het zal het resultaat zijn van de uitgangspunten.”
Welke concrete maatregelen hebt u al gepland?
PEETERS. “Twee projecten zijn quasi gerealiseerd. Het eerste is ‘meten is weten’. De Vlaamse administratie kan exact meten in welke mate het regeerakkoord gerealiseerd wordt. Ten tweede is er de benchmarking. We hebben Vlaanderen vergeleken met 130 regio’s. Ik zal op 24 september de resultaten bekendmaken. Voor Vlaanderen is er nog verbetering mogelijk, er is geen reden om op onze lauweren te gaan rusten.
“De uitdagingen zijn enorm. Ik hoorde net van een bedrijf met een nieuwe machine van 3 miljoen euro, maar het vindt geen personeel om ermee te werken. Een ander probleem zijn de hoofdkantoren die eventueel verdwijnen. Dat is niet goed. Daar moeten we voor vechten en bijkomende maatregelen voor nemen.”
Wordt er nu eindelijk werk gemaakt van de afschaffing van de kabinetten?
PEETERS. “Een minister moet op de eerste plaats maximaal samenwerken met zijn administratie. Maar als er in een administratie veel politiek benoemden zijn, dan bemoeilijkt dat soms de samenwerking. Een minister zal daarom terugvallen op een kabinet, en op zijn beurt vertrouwelingen benoemen.
“We hebben in Vlaanderen nu voor een mandaatsysteem voor de topambtenaren gekozen. Daarnaast is een kabinet van beperkte omvang voorzien. Dat heeft zijn tijd nodig. Nu loopt de proef of de samenwerking tussen minister en administratie beter is. Ik heb als Vlaams minister positieve ervaringen gehad met mijn administratie, maar ook ‘hoe is het in hemelsnaam mogelijk’-ervaringen gekend. Ik doe een extra inspanning om de samenwerking met de administratie te verbeteren. Bij de start van een nieuwe regering moeten we een nieuwe lijn trekken. Ik wil de omvang van het kabinet maximaal beperken, maar ik wil niet in het midden van een regeerperiode ‘de straffe’ uithangen.”
Die samenwerking zal er niet op verbeteren als een kritische topambtenaar zoals Rudy Aernoudt zomaar ontslagen wordt.
PEETERS. “De Vlaamse regering heeft collegiaal beslist de arbeidsovereenkomst met Rudy Aernoudt onmiddellijk te beëindigen. Er hebben zich feiten voorgedaan die elke verdere professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk maken.”
Waarom krijgt de industrie geen prominente plaats in ViA?
PEETERS. “Als ik wil investeren in talenten, is industrie dan niet prioritair voor mij? Idem voor het accent op innovatie; daar profiteert op de eerste plaats de industrie van. Logistiek hebben we naar voor geschoven omdat dit eigen is aan onze geografische ligging en omdat we daar aan de top staan. Maar investeren in de haven is ook investeren in de industrie.”
Maar verschuift in het nieuwe Europa het logistieke zwaartepunt niet naar het oosten?
PEETERS. “Klopt, maar we moeten ambitieus blijven. Rotterdam en Hamburg zitten ook niet stil. En Zeebrugge kunnen we uitbouwen als aardgasdraaischijf voor West-Europa.”
Maar het is de Franse overheid die via GDF Suez de Belgische aardgasinfrastructuur controleert.
PEETERS. “Ik kan met mijn handen niet breken wat er niet te breken valt. Blijven de kerncentrales langer open, dan is dat met de lage kostprijs van deze kernenergie een nieuw element in het dossier. Een nieuwe pax electrica is dan een noodzaak. Het kwaad was al geschied toen Electrabel in handen kwam van Suez in 1988. Met ViA moeten we met meer honger naar onze internationale parels kijken. Als Vlaanderen een regio wordt met de hoofdkantoren in het buitenland en met grote bedrijven die in handen zijn van buitenlandse bedrijven, welke garanties biedt dat dan voor onze toekomst? Ik hoop dat we met de captains of society een dynamiek kunnen losweken om de eigendom van onze bedrijven aan te pakken.”
Te verankeren dus.
PEETERS. “De verankeringsgedachte kan op een eigentijdse manier terug boven water komen. Ik heb dat gerealiseerd in het afvalverwerkingsbedrijf Indaver. Het Nederlandse Delta heeft een serieus bedrag neergelegd voor 60,1 % van de aandelen. De Vlaamse milieuholding behield samen met een aantal partners een minderheidsparticipatie van 25 %. We gaan dit ook in andere dossiers realiseren. Er is geld in Vlaanderen om te investeren, maar we moeten ook de trots durven hebben om te investeren in onze eigen bedrijven. Als Van Hool mogelijk te koop staat, dan zit er in ViA een appel naar de captains of money dat zij hun inbreng doen, letterlijk en figuurlijk. In andere landen wordt er gevochten voor verankering. Het saldo moet positief zijn: we moeten meer overnemen dan we overgenomen worden. We moeten niet naïef zijn. De Fransen fuseren GDF en Suez om te vermijden dat het Italiaanse Enel Suez in handen zou krijgen. Er moet een mentaliteit komen om eigenaars en hoofdkwartieren binnen de grenzen te houden, omdat het hemd altijd nader dan de rok is als er gesloten of gedelokaliseerd moet worden. Er is ruimte voor verankerende financiële instrumenten. Maar als iedereen denkt ‘laat maar waaien’ in de globale kapitaalmarkten, komen we ook nergens. Verankering ‘revisited’ is een ankerpunt van ViA.”
Daan Killemaes – Guido Muelenaer – guido.muelenaer@trends.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier