Mexican wave
Het Brusselse bedrijf de pinxi is één van de wereldleiders op het vlak van interactieve computergraphics. Ons land hinkt echter aardig achterop wat betreft gebruik.
Al begint België stilaan interesse te tonen, toch wordt meer dan tachtig percent van de pinxi‘s cliënteel internationaal gerecruteerd. Die positie verwierven ze door te participeren in gespecialiseerde internationale beurzen gericht op edutainment, leisure en onderwijs. Onder de pinxi’s klanten behoren onder meer het attractiepark Reino Aventura te Mexico City, het Duitse Siemens, het Egyptische wetenschapsmuseum en het Koreaanse Lucky Goldstar.
Dit jaar bouwde de pinxi voor het Mexicaans paviljoen op de Expo 2000 te Hannover twee gigantische attracties. De eerste is een interactieve zaal waar je een deel van Mexico City ten tijde van de Azteken kan bezoeken; de tweede een tunnel – waar de grote schermen het publiek helemaal omringen – die je onderdompelt in de jaarlijkse viering van de Nacht van de Doden (het plaatselijke Allerheiligen).
Helemaal niet slecht voor een bedrijf dat in 1992 werd opgericht met een luttele 20.000 frank. “Ons oorspronkelijke doel was het creëren van een programma waarmee de Nationale Bank zijn bankbiljetten kon aanmaken,” zeggen de enthousiaste oprichters Philippe Chiwy en Salmon Aude. “Parallel daarmee ontwikkelden we onze interactieve computergraphics: virtuele simulatie, virtuele realiteit, virtuele sets en games voor televisieproducties, hoogtechnologische communicatie-events en ‘edutainment’.” Daarvoor wendt de pinxi dezelfde technieken aan als die bij militaire en civiele simulaties gebruikt worden. Maar het bedrijf richt zich op alles wat te maken heeft met onderwijs en vrijetijdsbesteding zoals interactieve ervaringen voor groepen in attractieparken, musea en bedrijven.
“De start was traag omdat de banken ons eerst niet het geld wilden lenen dat we nodig hadden om te investeren in die grote systemen.” Intussen behoort de pinxi tot de wereldleiders in zijn domein. “Er zijn nog een aantal andere bedrijven die zich met virtuele realiteit bezighouden, maar zij baseren zich op andere technieken en zijn dan ook niet tot dezelfde dingen in staat. Wij zijn vooral goed in interactieve groepsactiviteiten én het werken in grote ruimtes zoals een planetarium,” verklaart Salmon Aude. “Momenteel moeten we dan ook amper rekening houden met concurrentie, maar ik veronderstel dat die er wel snel zal komen. De vraag stijgt immers enorm, wat onder meer te danken is aan het verdwijnen van het ‘nieuwe’ van deze technologie. We zullen dus stevig moeten investeren om ervoor te zorgen dat we altijd de besten zullen blijven.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier