Met voetbal kom je overal
Vandaag, donderdag 20 februari, opent Vlaams minister-president Patrick Dewael ( VLD) officieel de vernieuwde portaalsite Vlaanderen.be. Meteen worden de eerste toepassingen van het “geïntegreerde overheidsloket” geïntroduceerd, het begin van een revolutie in de dienstverlening van de overheid. Via één site moeten burgers en bedrijven de nodige informatie kunnen vinden én de nodige transacties kunnen verrichten, ongeacht of hun probleem lokaal, provinciaal, regionaal of federaal is. De diensten worden ontwikkeld rond zogenaamde clusters – thema’s als bedrijven, milieu, mobiliteit – waarvoor de respectieve ministers projectorganisaties moeten opzetten. De rechterhand van Patrick Dewael hierbij is Filip De Graeve, amper 29, die in juli 2001 na een selectie uit 137 kandidaten is aangesteld tot manager van het e-governmentprogramma. Hij leidt het “Centrale E-Government Team” dat het schier onoverzienbare actieprogramma moet coördineren, ondersteunen en opvolgen.
Niet te verwonderen dat we in het kantoor aan de Albert II-laan, dat uitkijkt op de desolate hectaren Brussel waarop Tour & Taxis oprijst als een kathedraal, een sporter van het bedrijfsleven aantreffen. Filip De Graeve heeft voelbaar aan zichzelf gewerkt. Zijn spreken verraadt training, in zijn curriculum valt elke drie zinnen het woord uitdaging. “Ik heb structuur in mijn verhaal, ik weet exact waar ik naartoe wil,” zegt hij over zijn aanpak als Vlaams e-governmentmanager. Maar het is zeker ook van toepassing op hemzelf.
Zijn vader, die het tot een topfunctie bij de griffie van de correctionele rechtbank in Antwerpen bracht, moet nochtans wel eens aan de ambities van zijn zoon hebben getwijfeld. Filip De Graeve, opgegroeid in Deurne en nu wonend in een betere wijk in Aartselaar, had meer oog voor voetbal en zwemmen in de provinciale competitie dan voor studeren. Maar als zijn carrière iets bewijst, dan is het dat voetbal belangrijker is. Op het Antwerpse Sint-Lievenscollege ging het van Latijn-Wiskunde naar Economische. Om dan naar regentaat Frans-geschiedenis-Duits in het Pulhof in Berchem te evolueren. Daar werd De Graeve praeses van feesten, sport en cultuur. “Met als resultaat dat wat van mij aan het einde van het jaar werd verwacht, er niet lag,” grijnst hij. Zoonlief kreeg een laatste kans en begon met toegepaste communicatie aan de Provinciale Hogeschool Antwerpen. Weer het praesidium in, twee jaar voorzitter van de studentenraad, maar deze keer toch afgezwaaid met een diploma. Sommige vakken waren hem op het lijf geschreven. “Onze prof bedrijfscommunicatie had maar één examenvraag, dat zei ze op voorhand: hoe heb je je netwerking uitgebouwd en wie zit er in die contacten?”
Het was een opdracht die Filip De Graeve ter harte nam. Hij was als jobstudent bij FC Antwerp gaan werken, verantwoordelijk voor de parkeerdienst van de business seats. Hij was 21. Antwerp draaide goed, gewezen Kredietbank-voorzitter Eddy Wauters was toen de baas van FC Antwerp, ene Maurits De Prins van Superclub sponsorde.
“De top van het Antwerpse bedrijfsleven was daar te vinden en ik sprak iedereen aan,” zegt De Graeve. Hij kwam er in contact met Hugo Simons, die zijn stagemeester werd op de sportredactie van VTM. Daarop volgde een voorstel van contract van zes maanden bij VTM. Bij Antwerp maakte hij trouwens kennis met André Maes, in wiens villa de overeenkomst voor de oprichting van VTM is getekend. Maar het was Arthur Philips, de directeur-generaal van de informatica-intercommunale Cipal, die hem uitnodigde om te komen solliciteren. De Graeve, toen pas getrouwd: “Mijn vrouw vond dat ik wat standvastigheid in mijn leven moest inbouwen, een vast contract zoeken.”
Arthur Philips gaf hem drie maanden om voor Cipal een internet- en multimediastrategie te ontwikkelen. “Ik was een jongen van 23 en ik wist niets van informatica, mijn vrouw had mijn eindverhandeling getypt,” lacht De Graeve. Maar het ging dan ook eerder om een commerciële job, de ontwikkeling van een visie en strategie, een kader waarop de gemeenten konden intekenen. “Ik moest – nieuw voor mij – in kostuum naar de burgemeesters en de gemeentesecretarissen om uit te leggen dat dit voor hen misschien interessant zou kunnen zijn.”
De Graeve klom op in de organisatie, werd verantwoordelijk voor Europese en federale projecten, zat tegenover de Vlaamse overheid om over uitbestedingsprojecten te onderhandelen. Het was de periode waarin Cipal de dienst kijk- en luistergeld overnam. In 1997 werd hij door de Kempense Kamer van Koophandel gevraagd om het Digitaal Netwerk Kempen op te zetten. De bedoeling was alle Kempense bedrijven op één netwerk te brengen en – dit was nog de tijd van freeinternet – gratis een internetaansluiting en een website te bezorgen. “Dat netwerk hebben we inderdaad opgebouwd,” zegt hij. “Toen die infrastructuur er was, had ik zoiets van: nu wil ik een nieuwe uitdaging.”
Zich bewust van de beperkingen van zijn opleiding was hij intussen gaan bijstuderen: een Master in multimedia en netwerken op de Hogeschool van de Kempen, een Master in toegepaste informatica en nog een in communicatie en marketing op Vlekho. Hij keerde terug naar Cipal, maar Siemens haalde hem daar weg om manager communicatie en data warehouse te worden. Hij haalde nog een licentiaatsdiploma in communicatiewetenschappen aan de Sorbonne in Parijs.
Op dat moment had de Vlaamse administratie haar informatica net aan Siemens toevertrouwd. Na een jaar keerde hij terug naar Cipal, dit keer in de directie. Het was van daaruit dat hij solliciteerde om manager van het e-governmentprogramma in de Vlaamse overheid te worden. Financieel was het een forse degradatie – “mijn vrouw vroeg waar ik mee bezig was” – maar wat een uitdaging!
Filip De Graeve, die vorige zomer nog een MBA haalde aan de London Business School, dankt veel aan de sterke steun van Patrick Dewael, die als scheidsrechter optreedt als zich een probleem voordoet. “Hij is mijn patron, ik overleg wekelijks met hem. Dit project kan je alleen rondkrijgen als je politieke en ambtelijke steun hebt.”
De opening van Vlaanderen.be, hoe belangrijk ook, is nog maar het aperitief. De lakmoesproef komt in de zomer van 2004, wanneer de projecten worden overgedragen aan de administratie. De horizon van het e-governmentprogramma loopt tot 2007. Filip De Graeve is dan nog maar 34.
Bruno Leijnse [{ssquf}]
“Dit project kan je alleen rondkrijgen als je politieke en ambtelijke steun hebt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier