MET DE MUZIEK MEE
“Ooit eens een jaar notenleer. Verder is mijn muzikale opleiding niet geraakt. Maar dat was ook geen vereiste voor deze job,” lacht Jean Joris (47 j.), de nieuwe financieel-administratieve directeur van de Vlaamse Opera.
Joris is er aan de slag sinds 15 november 1998, zodat hij nog een goede maand kon inlopen onder begeleiding van zijn voorganger Ray De Bouvere, die per 1 januari met pensioen is gegaan. Rapporterend aan intendant Marc Clémeur en aan de raad van bestuur, voorgezeten door VEV-topvrouw Mieke Offeciers, heeft Joris behalve financiën en administratie ook het personeelsbeleid onder zijn bevoegdheid. Het budget waarover hij te waken heeft, beloopt zo’n 800 miljoen frank. “Een tikje jammer is wel dat de Vlaamse overheid ons de vruchten van een goed beheer daarvan niet zelf laat plukken. Maar dat is nu eenmaal zo voor elke Vlaamse Overheidsinstelling met Rechtspersoonlijkheid,” weet Joris, die ook Idac-accountant is. Eén ding wil hij zeker realiseren: het investeringsbudget – momenteel amper 3 miljoen frank – opkrikken.
Met een TEW-diploma van de Antwerpse Ufsia op zak trok Joris na zijn legerdienst voor een half jaar stage in dienst van de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel (BDBH) naar Zuid-Afrika. Toen hij in 1975 – volle crisisperiode – opnieuw in België landde, wist hij een job als kredietanalist weg te kapen bij de Banque Nationale de Paris. Een jaar later stapte hij over naar het familiebedrijf Cerclindus, actief in de verpakkings- en hechtingssector. “Een eerder klein bedrijf, met toen een vijftigtal werknemers, wat het voordeel had dat ik er in zeven jaar tijd heel diverse aspecten van de business heb leren kennen, om uiteindelijk in de zetel van financieel-administratief en personeelsdirecteur te landen.” De combinatie van die laatste twee bevoegdheden is sindsdien zo’n beetje een constante in het werk van Jean Joris, zowel bij drukkerij Astra Printing van de uitgeversfamilie Van Thillo (van 1984 tot 1988) als bij een klein researchfiliaal van tabaksgigant Philip Morris in Zaventem – “waar ik de charme heb ontdekt van een goed geleide en gestructureerde organisatie, van het werken in een internationale omgeving” – en verderop in z’n carrière. In 1990 stapt hij over naar Henschel Engineering, actief in de automotive sector, en in 1994 werd de Belgische ketel- en boilerproducent ACV International zijn volgende halte, tot hij er in 1998, door een herschikking in de familiale leiding van het bedrijf, in outplacement werd geplaatst.
“Zo ben ik ertoe gekomen mijn steven te wenden van profit naar social profit sector. De spelregels zijn dezelfde, maar in het ene geval werk je vooral aan shareholder value, in het andere ben je begaan met de stakeholders, in casu, voor de Vlaamse Opera: het personeel, de ingehuurde musici, de leveranciers maar ook de Vlaamse regering, en, niet te vergeten, de toehoorders. Ander verschil: in het traditionele bedrijfsleven moet alles zeer rationeel, cijfermatig en wordt emotionaliteit gebannen, terwijl we hier nu net aan een zeer emotioneel eindproduct werken.” Een aangename verplichting die zijn job meebrengt, is dat hij op elke première uitgenodigd is. “De recepties nadien zijn trouwens altijd een hotspot van netwerking onder zakenlui.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier