Meneer Beknibbelaar
De kostprijs per wagen wordt het doorslaggevende argument om Volvo Gent een toekomst te bieden. En Luc Van fraeyenhoven moet die kosten binnen de perken houden.
Ik ben een beetje de belichaming van het kostenelement in de organisatie,” beseft Luc Van fraeyenhoven. De 39-jarige Bornemnaar kwam terecht bij Volvo Cars Gent op een uniek moment in de geschiedenis van de autofabriek: de productie werd opgetrokken van 155.000 naar 246.000 wagens, er werden 1400 nieuwe medewerkers ingepast en er kwam een derde ploeg bij.
In die woelige periode kwam Van fraeyenhoven als buitenstaander bij het directiecomité. Nochtans was de nieuwe directeur financiën en informatietechnologie al sinds 1998 aan de slag bij Volvo, waar hij wereldwijd de verkoop- en marketingfilialen controleerde. Maar als enige van het zevenkoppige directiecomité is hij niet gepokt en gemazeld in de fabrieksomgeving. “Ik ben ook perfect opgevangen door de collega’s en topman Peter Leyman. Al ben ik sowieso iemand die niet begint met hoog van de toren te blazen. Ik hou meer van facts & figures, en een consequente houding.”
Bovenop het kostenbewustzijn moest Van fraeyenhoven er ook voor zorgen dat Volvo Cars Gent voldeed aan de bepalingen van de Sarbanes-Oxley-wet. Dat vergde aanzienlijke aanpassingen in financiën, personeelsbeleid, informatica en logistiek. “We doen bepaalde zaken niet 100 % volgens het Ford-boekje, maar hanteren dan oplossingen die beter aansluiten bij de dagelijkse praktijk.”
Het verschil tussen zijn twee jobs? “Gent blinkt uit in zijn procesgerichte aanpak, terwijl het bij marketingdiensten allemaal iets meer ad hoc gebeurt. De twee zijn ook moeilijk te vergelijken. Zestig of zeventig neuzen in dezelfde richting krijgen, is iets heel anders dan 5000 medewerkers overtuigen dat we nóg meer kostenbewust moeten werken.”
Dat zal nochtans nodig zijn, want nu het productieapparaat de kinderziektes van de uitbreiding heeft verteerd, wordt de kostprijs per wagen het doorslaggevende argument om Volvo Gent, en bij uitbreiding de hele Vlaamse auto-industrie, een toekomst te bieden. “In theorie kan Ford Genk of een Jaguar-fabriek in het Verenigd Koninkrijk ook Volvo’s maken, zoals wij ook Fords of Jaguars kunnen bouwen. Dus wordt het kostencriterium alleen belangrijker.”
Toch vertaalt die druk zich niet in strenge oekazes. “Financiën is een controlerende taak, maar het zal de business niet veranderen. Wij moeten doelstellingen bepalen. Die zijn strenger dan vroeger, waardoor je sommige zaken kordater moet aanpakken. Maar ik vind dat een budget moet worden gerealiseerd door de budgethouder en dat je oplossingen eerder bottom-up moet laten groeien dan ze top-down op te leggen.”
Hoewel het aantal werkuren en avondlijke verplichtingen alleen maar is gestegen, heeft Van fraeyenhoven, tot een aantal jaren geleden een fervent tennisspeler, geen spijt van zijn overstap. “Het gevoel deel te zijn van een levende, dynamische organisatie geeft je adrenaline. Je wordt dagelijks geconfronteerd met problemen, maar er is geen vluchtweg: jij moet beslissen en de organisatie verwacht dat ook.” L.H.
L.H.
“We doen bepaalde zaken niet 100 % volgens het Ford-boekje.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier