Meldpunt voor misbruiken gerechtsdeurwaarders
De Vlaamse Conferentie van Gerechtsdeurwaarders richt binnenkort een meldpunt op voor misbruiken door collega’s. Ze erkent dat er misbruiken zijn.
De overheid intimideert wanbetalers met gerechtsdeurwaarders, zeggen de incassokantoren. Hun actiemiddelen werden vijf jaar geleden beperkt, net omdat ze te bedreigend waren.
De gerechtsdeurwaarders erkennen deels schuld. Zij bezetten het terrein als bemiddelaar bij de invordering van facturen. In 77 % van de gevallen doen bedrijven een beroep op hen als ze met wanbetalers een afspraak willen maken over de afbetaling van de schulden. De met de overheid gelinkte schuldeisers – zoals OCMW-ziekenhuizen en nutsbedrijven – doen dat in liefst 85 % van de facturen.
De cijfers zijn gebaseerd op een marktonderzoek van Intrum Justitia. Guy Colpaert, manager van de Belgische tak van de in Zweden genoteerde incassogroep, noemt dit een “zeer inconsequente houding, die de schuldenaars met veel extra kosten opzadelt”.
Tot in 2002, toen de “incassowet” van kracht werd, gebeurde de minnelijke invordering – de procedure waarbij het gerecht niet tussenbeide komt – bijna enkel door Intrum Justitia en andere incassobureaus. De wet was een antwoord op wanpraktijken in de sector. Vandaag is het verboden dat een incassokantoor invorderingskosten aanrekent aan de wanbetaler. Daarom betaalt de schuldeiser aan het kantoor een percentage bij een succesvol gerecupereerde schuldvordering.
Deurwaarders rekenen wel inningsrechten aan. “De deurwaarders zijn goedkoper voor de schuldeisers en hebben bovendien een schijn van autoriteit, terwijl ze voor de minnelijke vordering niet als ambtenaar mogen optreden,” aldus Colpaert. “Ze hebben deze markt overgenomen. Hun goed recht, maar we zien dat de wanpraktijken die onze beroepsgroep ontsierden, nu voorkomen bij de gerechtsdeurwaarders. Ze bedreigen met gerechtelijke procedures – bijvoorbeeld door brieven met pro justitia rond te sturen – en doen de facturen oplopen.”
“Klopt, er zijn misbruiken,” erkent Guido Discart van de Vlaamse Conferentie van Gerechtsdeurwaarders. “Een klein percentage gerechtsdeurwaarders mengt zijn ambtelijke functie met zuiver commerciële activiteiten. Bij een poging tot minnelijke invordering via de gerechtsdeurwaarder moet de schuldenaar weten dat de volgende stap de gerechtelijke invordering en mogelijk een beslag is. Zomaar brieven sturen en nutteloos dreigen mag niet, omdat zo de gerechtelijke functie wordt aangetast.”
De Beroepsvereniging van Incassobureaus vraagt een wetswijziging waardoor gerechtsdeurwaarders geen extra kosten mogen aanrekenen. SP.A-kamerlid Magda De Meyer, die opkomt voor de rechten van onvermogende consumenten, steunt die vraag.
De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders van België meent dat die wetswijziging de schuldenaars zal benadelen. Patrick Van Buggenhout: “Nu krijgen schuldenaars nog een laatste kans. Die ultieme poging verdwijnt als de schuldeiser daarvoor kosten moet dragen. Hij kiest dan voor de onmiddellijke uitvoering. Dat jaagt mensen zeker op kosten. De incassobureaus gebruiken een vals argument. Ze hebben geen enkel juridisch drukkingsmiddel. Bij wanbetaling zou de schuldeiser terug een gerechtsdeurwaarder moeten inschakelen om de schuldvordering te innen.”
Francis Snoeck van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders pleit voor een andere wetswijziging: “Om problemen te vermijden moeten er strengere tuchtstraffen komen en moeten gerechtsdeurwaarders zwaar beboet en desnoods geschorst kunnen worden, best door een extern college.”
Hans Brockmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier