Meer jobs ?
Trends en het magazine Zelfstandig Ondernemen peilden samen naar de wil tot jobcreatie door de Vlaamse ondernemers. Miet Smet, federaal minister voor Tewerkstelling en Kris Peeters, secretaris-generaal van het NCMV becommentariëren de resultaten.
MINISTER MIET SMET.
“Meer jobs kunnen alleen in ondernemingen die winst maken. Maar tegelijk is er bereidheid om, naast het opdrijven van de productiviteit en het efficiënt gebruiken van middelen, te investeren in arbeidsplaatsen. Dit is een basisfilosofie die we nodig hebben om economische groei arbeidsintensiever te maken. Blijkbaar verwachten bedrijfsleiders toch veel van de overheid.
Een algemene loonkostverlaging is gegeerd. Maar uit de evaluatie van vroegere maatregelen blijkt dat een selectieve loonverlaging driemaal meer effect heeft dan een algemene loonlastverlaging. In de enquête komt tot uiting dat de bedrijven van loonkostvermindering gebruik zullen maken. Daarbij krijgen jongeren de voorkeur op langdurig werklozen. Toch hebben wij met het Voordeelbanenplan op één jaar tijd meer dan 50.000 langdurig werklozen aan een job geholpen. Dit cijfer evenaart dat van het vroegere Jongerenbanenplan.
Ik constateer dat de meerderheid akkoord is met de loonpolitiek die zal gevolgd worden in uitvoering van het Toekomstcontract. Die loonnorm biedt mogelijkheden om een algemeen beleid te voeren en geeft ook de bedrijven een manoeuvreerruimte. Bovendien ontsnappen we aan het uitzichtloos opbod om met steeds lagere lonen te moeten concurreren met het buitenland.
Ik geloof niet in een lineaire arbeidsduurvermindering. De bedrijfsleiders zijn dezelfde mening toegedaan. We hebben vroeger ervaren dat arbeidsduurvermindering eerder leidt naar een verhoging van de arbeidsproductiviteit. Ik geloof wel in arbeidsherverdelende maatregelen : deeltijdse arbeid, loopbaanonderbreking, halftijds brugpensioen. Zo slaat men bijvoorbeeld met de loopbaanonderbreking drie vliegen in één klap : de werknemers zijn ervoor te vinden, werklozen komen in de plaats van de loopbaanonderbrekers en de werkgever krijgt een loonkostenvermindering.”
KRIS PEETERS (NCMV).
“Anders dan men het wel eens voorstelt, zijn ondernemers begaan met tewerkstelling. Een meerderheid beschouwt jobcreatie als een maatschappelijke opdracht en vindt inspanningen van het bedrijfsleven gerechtvaardigd. 32 % is zelfs bereid tot een loonsverhoging. Het alpha en het omega rond het vraagstuk van de werkgelegenheid blijft echter dat jobcreatie enkel kan steunen op een gezond economisch draagvlak voor de bedrijven (zegt ruim 89,5 %). De loonkost is een cruciale factor : 76,2 % vindt loonkostverlaging realistisch. Het belang van de loonkost blijkt ook in vraag 10 in verband met de concurrentiepositie en wordt bevestigd in vraag 15. Vraag 4 toont aan dat 80,6 % niet gelooft in arbeidsduurvermindering, waarover in Hertoginnedal (in het sociaal overleg over een Toekomstcontract) een hele boom werd opgezet. Integendeel, men zal dat debat moeten opentrekken naar… arbeidsduur vermeerdering. Men zal althans moeten uitkijken naar zeer flexibele systemen. Trouwens ook voor de werknemers is werktijdvermindering niet houdbaar, want oorzaak van meer stress. Versoepeling van de administratieve rompslomp zou deeltijds werk een push geven. Nogmaals wordt hier het signaal gegeven dat langdurig werklozen een ernstig probleem vormen. Voor de jongeren is er hoop. Er is duidelijk een taak weggelegd voor de overheid zie vraag 12 en 13. De werkloosheid zal zich niet vanzelf oplossen, ook gezonde bedrijven volstaan niet. Ten slotte, we hebben het Vlaams banenplan gehad, maar is het een kwestie van communicatie of van ondoorzichtige bevoegdheden ? kennelijk zijn onze ondernemers niet overtuigd dat we het op Vlaams vlak beter doen (vraag 8) : 23,3 % heeft geen mening en 30 % gaat niet akkoord.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier