MASKERS VOOR KANKERPATIËNTEN
Het Wijnegemse Orfit Industries is een wereldspeler in de productie van kunststoffen maskers om kankerpatiënten bewegingloos te houden tijdens de bestralingstherapie.
Orfit vindt zijn oorsprong in het kunststofverwerkende bedrijf Luxilon. Luxilon-stichter Leon Van Malderen kon de hand leggen op een bijzonder polymeer dat soepel wordt wanneer het in warm water wordt gelegd. Dat materiaal wordt dan op de huid vervormd, waarna het opdroogt en op de juiste plaatst spalkt. Die soepele kunststof bleek ook geschikt als immobilisatiemateriaal voor kankerpatiënten die bestralingen ondergaan. Die kunststoffen maskers worden aan een behandelingstafel bevestigd, zodat het te bestralen lichaamsdeel niet kan bewegen. Aan het begin van de jaren negentig werd de afdeling producten voor immobilisatie en orthopedie van Luxilon verzelfstandigd in Orfit. De immobilisatieproducten voor radiotherapie zijn veruit het snelst groeiende segment, zegt Steven Cuypers, de schoonzoon van Van Malderen en CEO van Orfit.
Hoe komt dat?
STEVEN CUYPERS. “De overheid investeert meer in moderne radiotherapie, omdat dat een efficiënte en goedkope manier van kankerbehandeling is, vergeleken met chemotherapie. Bovendien stijgt het aantal kankerpatiënten door een betere screening via nationale programma’s. Wij groeien mee, omdat elke patiënt een immobilisatiemasker nodig heeft.
“Radiotherapie vertegenwoordigt intussen 60 procent van onze omzet, en dat aandeel blijft spectaculair stijgen, onder meer door sterke groei in België, Duitsland en Frankrijk. Ook in spalkmaterialen voor fysieke revalidatie gaan we nog wel wat vooruit, maar met maximaal 5 procent per jaar.”
Hoe groot is Orfit?
CUYPERS. “Wij zijn aanwezig in 104 landen. In België hebben we 85 procent van de markt voor radiotherapie in handen. Wereldwijd zijn wij in radiotherapie het nummer twee, na het Amerikaanse Civco. Wij hebben 25 procent, en Civco 50 procent. In orthopedie hebben wij een marktaandeel van ongeveer 30 procent.”
De omzet bedroeg vorig jaar 15,8 miljoen euro.
CUYPERS. “98 procent daarvan komt uit export. Over drie jaar stijgt de omzet boven 20 miljoen euro. We voelen dat de groei zal aanhouden. Dat betekent ook dat we moeten investeren in automatisering en in extra mensen. De productie gebeurt volledig in Wijnegem, maar we overwegen wel een deeltje daarvan uit te vlaggen. We denken aan Iran, Rusland en Brazilië. Door lokaal te werken, krijgen we gemakkelijker toegang tot overheidsopdrachten. In Brazilië heeft onze zoon al een joint venture voor distributie opgestart.”
U werkt ook aan een nieuw soort masker.
CUYPERS. “Zes jaar geleden hebben we een onderzoeksproject opgestart om nanopartikels toe te voegen aan onze kunststofmaterialen, om de mechanische eigenschappen ervan te verhogen. Vorig jaar hebben we daarvoor ook het groene licht gekregen van de Amerikaanse goedkeuringsautoriteiten FDA. Die technologie brengen we nu geleidelijk op de markt. Onmiddellijk overschakelen, doen we niet, omdat de markt te conservatief is om dat te aanvaarden. Zoiets vraagt tijd.
“We hadden eerder al onze zogenaamde open gezichtsmaskers geïntroduceerd. Daarmee liggen patiënten, zeker die met claustrofobie, veel comfortabeler op de behandelingstafel, waardoor je een beter effect krijgt.
“Al onze maskers hebben trouwens een antibacteriële laag die ook de ziekenhuisbacterie afremt. Indirecte besmetting via onze maskers is dus uitgesloten. Wij zijn de enigen die dat hebben.”
BE.L.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier