MARITIEM BEDRIJF ?
GROEISTRATEGIE.
Fernand Huts laat er geen twijfel over bestaan : ” Katoen Natie/Seaport Terminals is geen maritiem bedrijf meer. Hoe radicaler we onze typisch havengebonden activiteiten kunnen omvormen tot een semi-industriële dienstenonderneming, hoe sterker we gewapend zijn tegen internationale concurrenten.”
“Antwerpen, de tweede grootste petrochemische cluster in de wereld, leverde ons de knowhow als logistieke dienstverlener aan de industrie,” aldus Dirk Verwimp, hoofdverantwoordelijke voor de petrochemische nijverheid van KN/ST. “Ons bedrijf maakt integraal deel uit van het productieproces in de chemie. De klant beperkt zich, bijvoorbeeld, tot het produceren van plastic korrels. De behandeling, vermenging, verpakking, verzending en facturatie laat hij aan ons over.”
” Doel van de onderneming : meerwaarde creëren (al de rest is bullshit)“, staat te lezen in de mission statement die elke nieuwe werknemer van KN/ST krijgt. Het concern is marktleider als logistieke dienstverlener aan de petrochemische industrie. Verwimp : “We moeten onze klanten volgen om geen marktaandelen te verliezen. Onze internationale expansie gebeurt trouwens op uitdrukkelijke vraag van de grote chemieconcerns.”
Dit zijn geen loze woorden. Veertien jaar geleden was Katoen Natie een bescheiden natie met 300 miljoen frank omzet. Miljardeninvesteringen via overnames en interne groei (zie grafieken) maakten van de groep Katoen Natie/Seaport Terminals een concern met 10 miljard frank omzet.
“De aandeelhouders steunen de conservatieve politiek,” zegt Huts. “De winst wordt geïnvesteerd in een groeistrategie. Vandaar dat we vooral belang hechten aan onze cashflow.” En wie zijn die aandeelhouders ? Huts, discreet : “Het natiegeheim laat me niet toe hierop te antwoorden.” Insiders uit het havenmilieu noemen het “natiegeheim” een fictieve constructie, omdat de twee belangrijkste naties zich al lang van de coöperatieve gedachte hebben verwijderd. Hessenatie is in handen van het beursgenoteerde CMB en volgens speculaties heeft Katoen Natie/Seaport Terminals maar één aandeelhouder : de familie Huts.
In totaal telt KN/ST (geconsolideerde omzet : 10,1 miljard frank) zo’n zestig nv’s rond Katoen Natie (1,9 miljard frank omzet) en Seaport Terminals (2,6 miljard frank omzet).
Algemeen wordt de groep onderverdeeld in een land- en watertak. De landactiviteiten (opslag, overslag) concentreren zich rond Katoen Natie, dat een aantal participaties heeft ( Ghent Packing and Transport, Katoen Natie Bulk Terminals, Simon Smits Natie Beheer). Het betreft vooral diensten rond petrochemie, autohandel, grondstoffen, machines en consumentengoederen, die een specifieke behandeling nodig hebben in logistieke platformen, distributiezones of magazijnen. Ze situeren zich in Antwerpen (rond Solvay, Petrofina en General Motors, bijvoorbeeld), maar ook in Genk ( Ford), Geel ( Amoco) en Gent ( Volvo, Honda).
De watertak wordt verzorgd door Seaport Terminals. De voornaamste activiteiten : het lossen en laden van containers en stukgoed, zoals woudproducten en auto’s. Het onderhoud en herstel van containers valt er ook onder.
Huts nam Seaport Terminals in 1986 over van de Rotterdamse scheepvaartgroep Furness. Later volgden onder meer Rapid Tank Services, Rapid Container Services (1989), Allied Stevedores (1993), Teveco (1995). Seaport levert ook het management van de Flanders Container Terminal in Zeebrugge. Voorts participeert ST nog in Automotive Contractors, Delta Container Services, Scaldis Stevedoring en Polymer Contractors. “Door de onderlinge verstrengeling van de overgenomen bedrijven lopen de water- en landactiviteiten door elkaar,” zegt Huts. “Om te vermijden dat niemand er nog aan uit geraakt, houden we de vennootschapsrechtelijke structuren op de achtergrond. Voor onze klanten geldt alleen het onderscheid tussen Katoen Natie en Seaport Terminals. Ik heb geen zin om een dure en tijdrovende herstructureringsoperatie van de nv’s op te zetten om juristen en accountants te plezieren. Voor mij telt de operationele logica, niet de juridische.”
In het buitenland vloeien de activiteiten van Katoen Natie en Seaport Terminals helemaal door elkaar. Zo evolueerde een typische Seaport Terminals-opdracht, de operatie van een containerterminal, over in een Katoen Natie-activiteit, het beheer van een logistiek park. “We dachten even aan een naamsverandering voor onze internationale operaties, maar raakten er niet uit,” zegt Huts. Het voorstel van de jonge kaderleden om Katoen Natie/Seaport Terminals in het buitenland voor te stellen als Cotton Club, raakte alvast niet verder dan Huts’ prullenmand.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier