Mario Draghi in overdrive
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft haar arsenaal aan tegemoetkomingen flink verruimd, met als doelstelling de economie aan te zwengelen en de inflatie op te voeren, terwijl ze haar prognoses voor beide factoren neerwaarts herzag. Zal dat helpen? Twijfelachtig. Meer van hetzelfde verbetert zelden de toestand. We overlopen de maatregelen.
Zoals verwacht verlaagde de ECB haar rentetarief voor deposito’s tot -0,4 %. Zal dat volstaan om de banken ertoe aan te zetten hun kastegoeden met elkaar te delen via de daggeldmarkt? Het is weinig waarschijnlijk. De banken vertrouwen elkaar niet en deponeren hun geld liever bij de ECB. Ze vermijden zo elk risico, met 0,4 % als een aanvaardbare verzekeringspremie. Die maatregel zal dus weinig effect hebben.
Van 60 naar 80 miljard EUR
Voortaan mogen de banken geld gratis opnemen bij de ECB, waarvoor ze vroeger 0,05 % moesten betalen. Wel moet het opgenomen geld in de reële economie belanden. Die voorwaarde bestond al sinds de invoering van deze faciliteit en werd nooit nageleefd. Misschien had de ECB een negatief tarief als basisrente moeten invoeren en dus de banken vergoeden telkens als ze geld opnamen? Zolang er geen daadwerkelijke verplichting gekoppeld is aan de faciliteit, zullen de banken het geld alleen voor eigen rekening ophalen. Op die manier kunnen ze hun verlieslatende posten gratis doorrollen.
De ECB verruimt haar maandelijkse aankopen met 20 miljard euro (EUR). Ze zal hoofdzakelijk bedrijfspapier aankopen. Tot op heden kocht ze staatspapier en gedekte obligaties. Iedereen weet echter dat de ECB nu al last ondervindt om haar maandelijkse quotum binnen te halen. Wat onduidelijk blijft, is welk soort bedrijfspapier in aanmerking komt. We weten alleen dat het kwalitatief hoogstaand moet zijn en niets te maken heeft met het bankwezen.
Marktontwrichting
Hier rijst een dubbele vraag. Waarom zouden bedrijven obligaties uitbrengen? Als de conjunctuur niet hervat, hoeven ze geen investeringen te bekostigen. Obligaties uitbrengen om vroegere leningen vroegtijdig af te lossen, helpt zeker hun financiële toestand te verbeteren, maar draagt bitter weinig bij tot het economische herstel. Stukken uitbrengen om de balans op te fleuren of om royaler om te gaan met hun dividenden bevoorrecht een bepaalde klasse en vergroot dus de kloof tussen de rijken en de armen in onze maatschappij.
Het tweede luik betreft de markt zelf. De aankopen door de centrale banken hebben de voorbije jaren de markt in staatspapier volledig ontwricht, met een forse daling van de renteschalen als gevolg. De aankopen door de ECB van gedekte obligaties hebben dat marktsegment eveneens afgeroomd, met heuse koersschommelingen als gevolg. Nu zal de ECB een ander segment verstoren door haar aankopen en dus voor meer onstabiliteit zorgen op de betrokken markten. Bovendien, net als met de particulieren, de ECB zal de bedrijven in twee categorieën verdelen: de beste, die bij haar in aanmerking komen in het kader van haar aankopen, en de rest. Ze zal dus hier ook de renteschalen scheeftrekken.
Opnieuw TLTRO
Een laatste maatregel betreft de TLTRO (targeted longer-term refinancing operations), een faciliteit die de banken goedkoop krediet verschaft buiten het kader van andere faciliteiten. Vanaf juni dit jaar tot maart volgend jaar zal de ECB om het kwartaal de banken uitnodigen vers geld op te nemen voor de duur van vier jaar. Banken die hierop een beroep doen, krijgen daarvoor zelfs geld, tot maximaal 0,4 %. De ECB betaalt dus even veel als ze aanrekent op haar deposito. Hiermee hoopt de ECB de banken ertoe aan te zetten om krediet te verstrekken, aangezien ze verzekerd zijn een compensatie hiervoor te ontvangen -banken zullen immers nooit kredieten toestaan tegen een nulrente of een negatieve rente. De ECB van haar kant hoopt daarmee de inflatie aan te zwengelen.
Wie dus de zaken nuchter bekijkt, beseft onmiddellijk dat het geld uitsluitend ter beschikking gesteld wordt aan de banken. Want zelfs als de ECB bedrijfspapier wil opnemen, zullen het nog steeds de banken zijn die hiervoor opdraaien. Zij zijn de instellingen bij uitstek die zulk papier voor rekening van bedrijven op de markt brengen. Zonder hun tussenkomst zullen de bedrijven nooit kunnen uitgeven.
Hogere spreads
Voor de obligatiehouders is de boodschap eenvoudig: de renteschalen zullen moeilijk opwaarts ontwikkelen, tenzij de economie instort. Wel zullen de renteverschillen in functie van de kwaliteit van de emittent toenemen. De koersontwikkelingen zullen labieler worden. De kans is groot dat de spread, het verschil tussen de aan- en verkoopkoers gebezigd door de markthouders, in de komende weken zal vergroten, precies om de labielere koerszettingen op te vangen.
De reactie van de markt sprak boekdelen. De beurzen reageerden aanvankelijk positief, verrast door de grotere omvang van de maatregelen dan ze verwacht hadden. Bij nader inzicht en als gevolg van de persconferentie van het hoofd van de ECB, Mario Draghi, herrees de aarzeling. Alles kelderde. De dag erop herstelden de beurzen fors, geruggensteund door de banken zelf die ten alle prijzen paniek willen voorkomen. Laat u echter niet beetnemen, het herstel is tijdelijk.
Euro stijgt
Het bewijs is nu al geleverd op de wisselmarkt. Daar schommelde de EUR zo hevig dat hij op een uur tijd meer dan 5 % in waarde veranderde. Na een forse maar kortstondige daling van meer dan 2 % tegenover de dollar (USD), moest hij de dag meer dan 1 % hoger eindigen. Tijdens de voorbije week verstevigde hij met 1,1 %. Het opzet van de ECB om hem in waarde te doen zakken, is dus mislukt. De overige munten werden van hun kant beïnvloed door het algemeen herstel van de grondstoffenprijzen. De roebel (RUB) legde de grootste vooruitgang voor, met een stijging van 3,5 %. De rand (ZAR) klom 1,3 % hoger, de real (BRL) 1,1 % en de aussie (AUD) 0,6 %.
Verschuivingen blijven de kapitaalmarkt beïnvloeden. Stukken afhankelijk van de grondstoffen presteerden voortreffelijk, net als het rommelpapier in EUR. Het langetermijnpapier moest wat terrein prijsgeven. Dat maakte dat de renteschalen overal opwaarts bewogen met een lichte verstrakking als gevolg. De beweging overschreed meestal 10 basispunten (0,1%). Er is echter geen sprake van trendommekeer.
Beroemde emittenten
Reuzenuitgiften beheersten de primaire markt. En naargelang de beroemdheid van de debiteur vond het papier heel gemakkelijk kopers. Zo wist Ferrari (zonder rating, maar in de buurt van BB) probleemloos 500 miljoen EUR op zeven jaar te plaatsen. De prestigeconstructeur ontving voor meer dan 2,5 miljard aankooporders. Bij de uitgiften van de week is er niet veel aantrekkelijks te vermelden. BNP Paribas (A1) in Noorse kroon (NOK) is technisch correct, maar kleinschalig (75 miljoen). Het Zwitserse voedingsbedrijf Bell (zonder rating) brengt een negenjarige lening uit in Zwitserse frank (CHF) die bijna 1 % meer biedt dan het marktgemiddelde. Swisscom (A) is de helft minder gul met zijn twaalfjarige lening. De Franse producent van auto-onderdelen Valeo (BBB) brengt een tienjarige lening in EUR uit die vrij krap geprijsd is. De lening wisselt niettemin al flink boven pari (100%) van eigenaar op de grijze markt, tegen 100,61 %.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier