“MARGINALEN, MIJN NICHE”
“Omdat ik de marginale niche van de vastgoedmarkt opzoek, beschouwen sommige stadsdiensten mij als een huisjesmelker. Dat neem ik niet. Op geen enkel moment ga ik over de schreef. Ik verhuur meer dan honderd studio’s die ik permanent controleer op mankementen. Ik ben een ondernemer, geen halve gangster.”
Aan het woord is Erik Vermeiren, die samen met zijn partner Eduard Goossens een van de topfiguren is op de Antwerpse vastgoedmarkt in de achtergebleven buurten. Hij vraagt zo’n 230 euro tot 325 euro per gemeubelde studio, inclusief zo’n 80 euro kosten voor kosten zoals kabeldistributie, elektriciteit, water, gas en verzekering.
We kozen zelf woningen uit om te bekijken of Vermeiren terecht beweert dat hij geen krotten verhuurt. De gecontroleerde studio’s aan het beruchte De Coninckplein en de Dambruggestraat zijn eenvoudig, maar zeker niet vervallen. De goedkope meubeltjes doorstaan de vergelijking met een studentenkot. Op heel wat kamers is televisie aanwezig. Nergens vinden we ‘matrassen’, typisch voor huisjesmelkers.
Volgens Vermeiren zijn de panden sterk onderhevig aan schade. “Heel wat huurders houden zich niet aan de elementaire gebruiken inzake onderhoud en hygiëne. Zo hebben we vaak last van ongedierte. Maandelijks geven we minstens 5000 euro uit aan herstelkosten. Renovatie wordt gefinancierd door de banken, die een hypotheek hebben op al mijn panden.”
Het valt op dat Vermeiren zijn huurders met de voornaam aanspreekt. Hij is ook perfect op de hoogte van de toestand van hun asieldossiers (de helft van zijn klanten heeft een procedure lopen). Vermeiren: “Een derde van mijn tijd gaat naar sociaal hulpbetoon. De mensen krijgen documenten die ze niet kunnen lezen, omdat ze geen Nederlands spreken of het gewoonweg niet begrijpen. Ik ben hun eerste aanspreekpunt.”
Bijna driekwart van zijn huurders zijn OCMW-steuntrekkers, die hier en daar in het zwart bijschnabbelen. “Ik heb nogal wat zwarte huursters uit het prostitutiemilieu,” aldus Vermeiren, die stelt dat die activiteit niet in zijn woningen plaatsvindt. “Soms verdwijnen ze voor een week om ergens buiten Antwerpen voor een organisatie te werken. Ik weet dat heel wat zwarte meisjes het slachtoffer zijn van mensenhandelaars, maar ik val hen er niet mee lastig. Het is hun privé-leven.”
Vermeiren beseft dat een deel van zijn omzet het gevolg is van de mensenhandel, maar hij houdt de criminele groepen die erin actief zijn op een afstand. “Er waren pogingen om mij af te persen,” vertelt hij. “Maar na een kordate weigering drongen ze niet verder aan.”
Omdat hij voelhorens heeft in de rand van de samenleving, krijgt Vermeiren af en toe de gerechtelijke diensten over de vloer. “Zij weten de informatie die ik over huurders heb naar waarde te schatten,” bevestigt hij. “De relatie met de wijkagenten is uitstekend. Op geen enkel moment heb ik last gehad met de politie.”
Vermeiren steunt het antiverkrottingsbeleid van de stad. “Ik heb er als reguliere vastgoedbeheerder alle belang bij dat minder correcte concurrenten van de markt verdwijnen. Wel vrees ik al te drastische maatregelen. Geef de verhuurders tenminste een overgangsregeling om zich in orde te stellen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier