Marc Van den Bosch (52): ‘Iedereen moet zich bij ons thuis voelen’

Vroeger lazen we nota’s van Voka, nu ook van Febeg”, zei iemand me onlangs. Dat vond ik een mooi compliment. Het toont ook dat we actiever de beleidsmakers proberen te benaderen.” Marc Van den Bosch kreeg een goed jaar geleden de teugels in handen van Febeg, de Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven.

De link met Voka is evenmin verwonderlijk: op het cv van de geboren en getogen Gentenaar prijken veertien jaar ervaring bij Centexbel, het wetenschappelijk en technisch centrum van de Belgische textielindustrie, en veertien jaar bij Voka, waar hij als senior advisor vooral milieu- en energiethema’s volgde.

“Dat is toch wel een groot verschil. In een grote organisatie wordt er veel voor jou gedaan. Bij Febeg zijn we met negen. Inhoudelijk kunnen we een beroep doen op specialisten van de leden, maar dan nog moeten de medewerkers flexibel zijn. En als algemeen directeur moet je toch wel tijd steken in het interne beheer, bijvoorbeeld als er problemen zijn met de telefooncentrale of de informatica.”

Wat is u het voorbije jaar het meest opgevallen?

MARC VAN DEN BOSCH. “Ik was toch wel wat verrast door de complexiteit van de dossiers waarmee onze leden worden geconfronteerd. De buitenwereld kent wel vanop afstand het verhaal van hernieuwbare energie of de leveranciersmarkt, maar een aantal zaken dringt nooit door tot bij het grote publiek. De manier waarop de groothandelsmarkt is georganiseerd, bijvoorbeeld.

“Daarnaast leeft nog het beeld dat de sector zeer winstgevend is, maar de situatie waarin de gascentrales nu verkeren, toont ook aan dat het gewoon veel moeilijker is geworden voor de sector. Er wordt ook snel gesproken over de monsterwinsten en oversubsidiëring in groene energie, maar als je de situatie van sommige producenten bekijkt, moet dat idee toch minstens worden genuanceerd.”

Een van uw doelstellingen was Febeg nog representatiever maken. Is dat gelukt?

VAN DEN BOSCH. “Dat denk ik wel. Lampiris had, nog voor ik begon, zijn lidmaatschap opgezegd, en is nog altijd geen lid. Maar we hebben intussen twee nieuwe volwaardige leden, waaronder WE-Power van Colruyt, en twee bijkomende toe-tredende leden. Dat brengt het totaal op 26, waarmee we bijna 90 procent van de markt vertegenwoordigen.

“De bedoeling moet zijn dat iedereen zich thuis voelt, en ik merk toch dat ook ‘kleinere’ spelers belangrijke bijdrages leveren. De beslissingen worden in consensus genomen, en bedrijven als Eneco, Essent, Colruyt en andere hebben dikwijls heel goede argumenten.”

Intussen heeft de sector het moeilijk. De prijsbevriezing is opgeheven, maar de marktprijs voor elektriciteit blijft laag.

VAN DEN BOSCH. “We zullen de markt moeten bijsturen, en van een prijs per kilowattuur gaan naar een prijs waar ook de kilowatt deel van uitmaakt. Dat wil zeggen: energieproducenten niet alleen vergoeden voor de elektronen die ze produceren, maar ook voor de capaciteit die ze op de markt brengen. Want anders dreigt er geen back-up meer over te blijven als zon en wind het laten afweten.

“Een ander item zijn de diensten die de energiebedrijven leveren aan de netbeheerders. We maken de facturen op, prefinancieren en innen ze, lopen de risico’s op wan-betaling, rekenen nieuwe wetgevingen door, moeten daarvoor IT-kosten maken… Die lasten en kosten zijn disproportioneel hoog in vergelijking met de marges die onder druk staan.”

L.H.

“We moeten van een prijs per kilowattuur gaan naar een prijs die ook de kilowatt vergoedt”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content