Managementboeken in fabeltjesland
U heeft er weinig over gelezen in de krant, maar enkele weken geleden, in het grootste geheim, zijn de dieren nog eens bijeengekomen. Uiteraard onder leiding van koning Leeuw.
Er was maar één agendapunt: auteursrechten. De Muis bracht naar voor dat de duur van de auteursrechten op Mickey Mouse was opgetrokken tot 75 jaar, maar dat ze zelf nog geen dollar, euro of yen had gezien, ook niet voor de managementbestseller: Wie heeft mijn Kaas Gepikt? “Minstens vijf miljoen exemplaren”, riep de Muis, die zich toch niet erg op haar gemak voelde in dezelfde conferentiezaal als de Kat. “Bovendien eisen wij schadevergoeding voor onze aangetaste eer. Dat boek veredelt de Mens en minacht de Muis. Stel je voor: elke ochtend ligt er op dezelfde plaats kaas. Op een goeie morgen ligt er niets. Wij muizen, wij zouden gewoonweg wild heen en weer beginnen te rennen, zonder nadenken. En de mens die zou zich vragen stellen: Waarom is er geen kaas meer? Wie heeft die gepikt? Zo dom zijn wij toch ook niet!”
Maar de Engelse Vos had het boek in originele versie gelezen. “In Who Moved my Cheese? komen de muizen er het beste uit”, sprak hij de Muis tegen. “Ze zijn ondernemend, zij blijven niet bij de pakken zitten.”
“Ja maar,” zei de Muis, “wil dat dan zeggen dat ondernemers niet nadenken?”
“Toch wel, maar niet te veel”, zei de Vos, “Want dat zou niet goed zijn, zo staat het toch in dat boek.”
“Maar veel meer dan denken kunnen mensen toch niet”, zo riep de Chinchilla, “En toch schrijven ze: niet te veel nadenken, doen! Vreemd volkje.”
Ook de Pinguïn was heel boos. “Help,” zo riep hij uit, “in Our Iceberg is Melting worden wij Pinguïns aangemoedigd om snel op zoek te gaan naar een andere ijsberg.” De Engelse Vos, mompelde: “Dat lijkt verdacht veel op dat boek over de kaaspikkers. Bewegen, doen, actie. Typisch Amerikaans. Maar alle ijsbergen zijn aan het smelten. Wat baat het van de ene ijsberg naar de andere te hoppen?”
Ook hij was heel boos. Ook hij eiste auteursrechten. Op From Good to Great van Jim Collins. Daar wordt de Vos als dom voorgesteld. De Egel en de Vos, zo heet het verhaaltje. De Vos kent nochtans vele wegen. “Maar is dat dan niet goed?”, vroeg de Beer. De Beer had immers vroeger nog geleerd dat een vos vossenstreken kan uithalen en dat je dan best oplet of je zit met je snuit vast in een gekloven boom. “Neen,” zei de Vos, “die Collins beweert dat je best maar één ding kent, maar dan wel goed, zoals de Egel, je op een bolletje rollen.” De Egel was toen ook al op zijn stekels getrapt. Hij maar één ding kennen? Hij vond al die mensengrapjes over vrijende egels al lang niets, en nu werd hij zelfs ten tonele gevoerd als een eendimensioneel schepsel in managementboeken.
De voorzitter van de vergadering herhaalde nog even dat hij nog steeds geen dollar had gezien voor de Lion King, en vroeg: “Is het echt waar dat volwassen managers dure boeken kopen om te lezen over muizen in doolhoven, pinguïns op smeltende ijsbergen, over egels en vossen?”
De discussie bleef lang vrij kalm tot de Kikker bijna letterlijk overkookte van woede. “Ik ben het beu”, zo riep de Kikker. “Nu word ik zelfs belachelijk gemaakt in de film van die Al Gore. Dat vind ik pas een ongemakkelijke waarheid. Wij kikkers zouden een verschil van één graad niet voelen, en zo kan men ons levend koken. Met de glimlach, gekookt in eigen nat.” De Reiger luisterde met gretige oren naar dit verhaal. Niet voor het verhaal zelf, maar voor de verteller. Voorzitter Leo deed nog even een ‘tour de table’. Zijn er nog dieren die misbruikt worden in managementboeken? De Zebra riep: “Wij krijgen wél maagzweren.” De Vis riep: ” Fish!, zo’n belachelijk boekje.” De apen schreeuwden echter om het hardst. Mensen hebben zelfs aapjesmanagement uitgevonden. Je mag de aap niet laten springen. Mensen zouden rondlopen met aapjes op hun schouder, en pas op als die springen! Ze worden tegenwoordig zelfs in attach via e-mail rondgestuurd, de apen. Mijn organisatie is een Jungle, dat is ook al geen compliment voor ons. De gorilla, die was pas echt boos. Hem werd meestal overgewicht toegedicht. “Men spreekt over mij enkel nog als de ‘800 pounds gorilla’. Als mensen ons gevangen houden, wegen we soms 600 pond, maar 800? Ik ben toch niet obees!” “En wat bedoelen ze daar dan mee?”, vroeg de Vlo. “Ach, iets waar je niet naast kunt kijken en het toch maar doet”, zei de Vos.
Toen werden de Olifant, de Wolf, de Eend, de eencelligen en de meercelligen boos. De Arend was ook erg boos, voor het gebrek aan royalty’s voor al die prachtige foto’s met als ondertitel: ‘vlieg met de Arend of scharrel met de kippen’. Dat vond de Kip dan weer beledigend. “Wij verkennen de waardeketen, wij scharrelen niet zo maar rond.” Allemaal hadden ze managementboeken meegebracht waarin ze werden opgevoerd. Zonder één penny vergoeding te krijgen. Toen keek Koning Leo naar de Mier. Die zei niets. Mier, waarom zeg je zo weinig? Aan jou zouden managers toch een mooi voorbeeld kunnen nemen? De Mier haalde even de schouders op. Niemand kreeg haar aan de praat. Toen sprak de Koning: “Niemand preekt beter dan de Mier en ze zegt niets.” De vergadering werd opgeheven. (T)
de auteur is hoofddocent aan de universiteit gent en partner van de vlerick leuven gent management school.
Marc Buelens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier