MAG HET WAT SOEPELER ?

Vorige week tekenden 331 economisten uit de Europese Unie een open brief aan de 15 staats- en regeringshoofden. De economisten vinden het voorstel tot economische en monetaire integratie onvoldoende steekhoudend op sociaal, ecologisch, democratisch én op economisch vlak. Bij de ondertekenaars geen enkele Vlaming, wel enkele Franstalige Belgen. Paul Löwenthal, professor aan de UCL, is één van hen. Hij verklaart zich nader.

TRENDS. In essentie luidt de kritiek van de 331 economisten dat de regeringen niet bij machte zijn een goed budgettair en economisch beleid te voeren ?

PAUL LÖWENTHAL. Inderdaad. Het probleem stelt zich op twee niveaus. In de eerste plaats moet het politieke opnieuw aan kracht winnen. Vandaag werkt men te veel op het technische vlak, laat men het monetaire beleid over aan de ambtenaren van de Europese centrale bank. Op de tweede plaats moet men de condities van de economische beleidscoördinatie herzien, om manoeuvreerruimte te herstellen waar die nodig is.

Gebeurt dat niet, zo schrijft u, dan zal de Economische Unie zeer veel kosten en zal haar invoering ten koste van de arbeid gaan.

Wanneer men zichzelf een zekere vorm van ondoeltreffendheid oplegt, heeft dat uiteraard een gevolg op de prestaties ! Indien er zich een keuzeprobleem voordoet tussen de soberheid/strengheid en het sociaal toelaatbare, zal men kiezen voor de strengheid. Zogauw er een inflatierisico bestaat, gaat men op de rem staan. Maar in een periode van depressie is er niks dat een zweepslag ter versnelling kan geven.

De tekst stelt duidelijk dat, wanneer men niet met wisselkoersen kan spelen, de lidstaten na elke economische schok een verhoging van de werkloosheid zullen zien ; de lonen zullen dalen en de flexibilisering zal moeten verhogen…

De redenering op zich klopt wel, maar in landen als België gaat het er anders toe : wij gebruikten dit instrument van de wisselkoersen niet, dus voor ons is er geen verlies. Maar voor andere landen, zoals die rond de Middellandse Zee, betekent het verlies van deze manoeuvreerruimte dat ze volledig blootgesteld staan aan de gevolgen van elke economische verslechtering. Zonder aangepaste instrumenten loopt men het risico geconfronteerd te worden met allerlei soorten concurrentie. Allereerst op fiscaal vlak, dat kennen we al met de belastingvrije zones of de coördinatiecentra. Dan op sociaal vlak : buiten de syndicale druk is er niets dat een land tegenhoudt om de lonen te verlagen of de sociale bescherming te verminderen. En tenslotte op ecologisch vlak : regeringen kunnen geneigd zijn een zeer laks milieubeleid te voeren om de bedrijven niet te veel op kosten te jagen.

De norm die het budgettair deficit tot 3 % van het BBP beperkt, vindt u een arbitraire norm.

Het is een puur financiële norm, en het getal op zich heeft bovendien geen enkele wetenschappelijke draagkracht. De enige verdienste ervan is dat het de mensen de indruk geeft dat ze begrijpen waarom er een soberheidsbeleid wordt gevoerd. Maar indien 3 % werkelijk 3,00 % betekent, is dat belachelijk. Het is slechts kleinzielige boekhouding, geen financieel beleid en a fortiori zeker geen economische politiek.

U wenst dus een Europese centrale bank met minder macht ?

Ik wil wel erkennen dat de monetaire stabiliteit in principe een gunstig iets is. Ik vind ook wel dat men het monetair beleid niet aan de regeringen moet overlaten, want anders riskeert men dat het af en toe uit de hand loopt. En dus moet ik wel toegeven dat men de centrale bank niet onder de zeggenschap van de regeringen moet plaatsen. Maar de grote strategische keuzen moeten toch door de politiek genomen worden. Indien de Europese centrale bank haar beleid niet op dat van de regeringen moet afstemmen, dan zal zij het zijn die in de praktijk de orders gaat stellen. Daartegen verzet ik mij, als burger en als economist. Ik zou willen dat de Europese centrale bank verplicht wordt haar beleid te coördineren met dat van de regeringen. En indien ze niet tot een akkoord komen, verwacht ik niet dat de centrale bank orders gaat geven aan de regeringen of parlementen !

Acht u een snelle fiscale en sociale harmonisering noodzakelijk ?

Ik zou willen dat men niet zo in detail harmoniseert. Nu wil men de BTW en de bedrijfswinsten harmoniseren, morgen de belastingen op de roerende goederen, maar zonder aan de belasting van de natuurlijke personen te raken. Nochtans heeft dat laatste óók te maken met de bedrijven, want in de praktijk wordt er toch onderhandeld over nettosalarissen ? Een harmonisering van de bedrijfsbelastingen zou volgens mij wel noodzakelijk zijn, waarbij de keuze aan de verschillende Staten moet gelaten worden om dit te moduleren in directe of indirecte belastingen. Ik ben ook voorstander van een minimale harmonisering op het vlak van sociale zekerheid. Vermits deze minimale sociale zekerheid dan in alle lidstaten zal bestaan, zullen er geen supplementaire uitgaven zijn. Maar ze moet gefinancierd worden door Europese middelen. De rijke landen zouden meer geld bijdragen dan de arme landen. In de eerste plaats heeft deze methode een herverdelende werking en is het een vorm van solidariteit tussen de lidstaten. Daarnaast is het ook een goede manier om de asymmetrische schokken op te vangen wat in de Verenigde Staten aangetoond werd. De staten die de grootste schokken moeten opvangen, zouden dan spontaan kunnen genieten van het stabiliserende effect, terwijl de andere maar weinig zouden verliezen. Globaal genomen zou het effect gunstig zijn. Mijn voorstel is in het begin kleinschalig te werken om nadien het systeem uit te breiden wanneer de mensen er niet meer bang voor zijn.

Samenvattend vraagt u in de eerste plaats meer soepelheid bij de bouw van de Monetaire Unie ?

Ik hoop dat de politieke beslissingen het halen op de stabiliteitsidee en dat men vooruit zal gaan, zelfs indien sommige landen niet volledig aan de convergentiecriteria voldoen. De introductie van de eenheidsmunt naar een later tijdstip verplaatsen zou geen goede zaak zijn, maar wat men wel kan doen, is bijvoorbeeld zonder aan de globale eisen van strengheid te raken een aantal bijkomende mechanismen in werking stellen die een vorm van coördinatie verzekeren.

Dit gezegd zijnde, kan ik mij ook indenken dat de regeringen misschien gewoon wachten tot de Monetaire Unie er is, om dan een grote zucht van opluchting te slaken en aan tafel te gaan zitten om te onderhandelen en hun beleid te wijzigen en te versoepelen. Dat scenario is niet onmogelijk.

Christine Scharff

PAUL LÖWENTHAL (UCL) Een heropleving van de politiek is noodzakelijk. Europa wordt nu te veel op een technische leest geschoeid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content