Ilse De Witte
‘Zorg voor de zorg’
Waarom moedigen we jongens niet aan om voor de zorg te kiezen?
Bij de start van het academiejaar voor de hogescholen blijken de lerarenopleidingen erg populair. Het lerarentekort is veel in de media geweest, wat zou verklaren waarom jonge mensen, maar ook mensen die hun carrière een andere wending willen geven, kiezen voor een lerarenopleiding. Ze willen zich nuttig maken waar ze het meest nodig zijn. Bij de start van de coronapandemie was er een soortgelijk effect voor de opleiding verpleegkunde. Ook dat is een knelpuntberoep, en zelfs hét grootste knelpunt op de lijst van VDAB. Maar die interesse voor een opleiding verpleegkunde is alweer weggeëbd. Het beroep is het afgelopen jaar dan ook vaker negatief dan positief in het nieuws geweest met de hoge werkdruk, de vele zorgverleners die uitvallen en de onverwerkte trauma’s van de pandemie.
Zorg voor de zorg.
Om het lerarenberoep aantrekkelijker te maken, zijn de voorbije jaren inspanningen gedaan om de arbeids- en financiële voorwaarden te verbeteren. Zo kunnen zij-instromers uit de privésector tot tien jaar anciënniteit meenemen. Het onderwijs vormt de economie van de toekomst, en dat is enorm belangrijk. Maar ook zorg is belangrijk. Van de kinderopvang tot de ouderenverpleging is er te weinig personeel om nog kwalitatieve zorg te kunnen verlenen. Om nog niet over de lange wachtlijsten te spreken.
Er zijn allerlei campagnes zoals Da’s Geniaal die meisjes willen stimuleren om de wetenschapper in zichzelf te ontdekken en STEM te studeren. Maar waarom moedigen we jongens niet aan om voor de zorg te kiezen? Het antwoord is eenvoudig: omdat wetenschapper een beroep met status en een goed loon is, terwijl verpleegkundige – alle applaus en witte lakens tijdens de lockdowns ten spijt – nog altijd een ondergewaardeerd en onderbetaald beroep is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier