De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) is niet blij met de kritiek van CD&V-parlementslid Robrecht Bothuyne op het resultaat van de opleidingen tot knelpuntberoep.
Volgens CD&V-parlementslid Robrecht Bothuyne, die zich baseert op basis van cijfers van Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (N-VA), schreven er zich vorig jaar minder werklozen in voor een opleiding tot knelpuntberoep.
In 2014 schreven slechts 26.264 werkzoekenden zich daarvoor in, tegenover 26.636 in 2013 en 27.231 in 2012, meldt Het Laatste Nieuws.
Er zijn veel vacatures voor schoonmakers, verpleegkundigen of mecaniciens, maar die jobs lijken steeds minder populair. Vandaar de benaming ‘knelpuntberoep’.
Bothuyne omschreef de terugval van het aantal inschrijvingen voor een opleiding tot knelpuntberoep als ‘onbegrijpelijk’. “De VDAB zou nu net meer dan ooit knelpuntopleidingen moeten voorzien om te voldoen aan de vraag van werkzoekenden en bedrijven,” aldus Bothuyne in Het Laatste Nieuws.
De kritiek van het CD&V-parlementslid is volgens de VDAB niet terecht. Volgens de dienst voor Arbeidsbemiddeling geven de cijfers van het CD&V-parlementslid namelijk enkel een beeld van de opleidingen ‘binnen de schoolmuren’.
“Tussen 2012 en 2014 is het aantal werklozen dat zich voorbereidt op een knelpuntberoep via het zogenaamde werkplekleren gestegen van 15.000 tot 17.500“, meldt de VDAB.
“Dat compenseert dus ruimschoots de lichte daling bij de klassieke opleidingen. De cursussen op de werkvloer vertonen bovendien zeer goede uitstroomresultaten, precies omdat ze zo sterk gericht zijn op wat je in de job moet kunnen.”
Daardoor worden niet minder, maar méér werklozen begeleid naar een knelpuntberoep, luidt de conclusie.
(Belga/BO)
