Tijdelijk werklozen niet zo duur als gedacht
De tijdelijke werkloosheid in maart en april heeft 1,3 miljard euro gekost, blijkt uit cijfers van de minister, terwijl er was gerekend met een kostprijs tot 3 miljard euro. Dat schrijft De Standaard maandag.
In de maand april kregen nochtans 1,2 miljoen werknemers een uitkering als tijdelijk werkloze, van wie 60 procent voor een bedrijf in Vlaanderen werkt. Dat is een stijging tegenover maart, toen 940.000 tijdelijk werklozen al een uitkering kregen.
De meeste van die werknemers bleven deeltijds aan de slag in hun bedrijf, zo blijkt. ‘Bedrijven hebben heel flexibel gebruikgemaakt van het systeem, wat ook de bedoeling was’, zegt minister van Werk Nathalie Muylle (CD&V). ‘Slechts een op de vijf tijdelijk werklozen heeft de hele maand april niet kunnen werken. De gemiddelde werkloosheid bedraagt veertien dagen, wat erop wijst dat de bedrijven hun personeel om de beurt hebben laten werken. Zeven procent van de werknemers was maar één of twee dagen werkloos.’
Uit de cijfers blijkt nog dat de gemiddelde uitkering voor tijdelijke werkloosheid omwille van corona in maart 440 euro bedroeg en in april 813 euro. ‘Bij dat hogere bedrag speelt mee dat veel bedrijven pas vanaf midden maart – na de invoering van de coronamaatregelen – een beroep hebben gedaan op tijdelijke werkloosheid’, verklaart Muylle.
Minister Muylle stelt voor de tijdelijke werkloosheid als gevolg van de coronacrisis te verlengen tot eind augustus.