Miranda Ulens (algemeen secretaris ABVV): ‘Nergens zie ik het sociale gelaat van deze regering’

MIRANDA ULENS "De krapte op de arbeidsmarkt los je niet op door werklozen te bestraffen." © Franky Verdickt
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Er mogen deze legislatuur dan wel ruim 200.000 banen bij komen, Miranda Ulens is niet onder de indruk. De nieuwe algemeen secretaris van het ABVV heeft geen goed woord over voor het beleid van de regering-Michel. “Met een deel van het geld van de lastenverlagingen had ze veel beter de pensioenen verhoogd.”

De regering-Michel raakt meer en meer in verkiezingsmodus. Veel diepgaande beleidsingrepen zullen er de komende maanden dus niet meer gebeuren. Toch houdt de socialistische vakbond ABVV de druk op de centrumrechtse ketel. ABVV-voorzitter Robert Vertenueil dacht aanvankelijk aan een nationale stakingsdag op 2 oktober, maar uiteindelijk wordt het een actie- en sensibiliseringsdag. “Wij verzetten ons tegen het jongste zomerakkoord. Dat bevat maatregelen die voor ons zeer moeilijk liggen, zoals de versnelde daling van de werkloosheidsuitkeringen”, zegt algemeen secretaris Miranda Ulens. Zij is de nieuwe nummer twee en hoogste Vlaming in rang bij het ABVV.

U bent zeer kritisch voor het beleid. Maar wat moeten we dan denken van de 219.000 banen die er deze legislatuur al bij zijn gekomen? Volgens het VBO zijn het zelfs in meerderheid voltijdse banen.

MIRANDA ULENS. “Ik zie dat vier op de tien banen tijdelijk zijn. Dat zijn geen duurzame banen en dus hebben mensen niet de mogelijkheid plannen te maken op lange termijn. Dit is ons grootste verwijt: deze regering geeft jongeren onvoldoende kansen om voor zichzelf en hun gezin een toekomst uit te bouwen. Ik zie veel nieuwe deeltijdse banen, laagbetaalde banen, die vooral door vrouwen worden ingevuld. Dat leidt tot minder sociale bescherming. Het ABVV gaat voor vaste, voltijdse banen van onbepaalde duur. Als de regering-Michel zegt dat ze veel banen creëert, dan is de kwaliteit ervan niet haar bezorgdheid. Als het al haar verdienste is, want de banengroei is vooral het gevolg van de gunstige conjunctuur.”

Miranda Ulens (algemeen secretaris ABVV): 'Nergens zie ik het sociale gelaat van deze regering'
© Franky Verdickt

Een recente studie van Leuvense economen voorspelt toch dat de taxshift tot 92.000 banen extra kan opleveren. Dat is niet weinig.

ULENS. “Het probleem van de taxshift is dat hij via de lagere sociale bijdragen middelen weghaalt uit de sociale zekerheid, zonder dat de werkgevers de garantie moeten geven dat ze mensen aanwerven. De werknemers en de werkzoekenden hebben verplichtingen, de werkgevers hebben er geen. Ze krijgen miljarden euro’s cadeau. Het blijft een vraagteken waarin die geïnvesteerd worden. Van 7 procentpunt sociale bijdragen die met de taxshift zijn betaald, zou 1 procentpunt kunnen worden gebruikt om de pensioenen op te trekken naar 1500 euro bruto.”

Intussen wordt ook de personenbelasting verlaagd via het optrekken van het belastingvrije minimum en de afschaffing van het belastingtarief van 30 procent. Wie kan daar tegen zijn?

ULENS. “Tegelijk wordt het dagelijks leven duurder. De prijzen zijn gestegen en de btw op elektriciteit is opgetrokken. Aan het einde van de maand hebben veel Belgen het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Dan zit er iets fout. Als welvaart wordt gecreëerd, dan moet die op een rechtvaardige manier worden herverdeeld.”

De regering zegt wel dat ze een sociaal gezicht heeft omdat ze het budget voor welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen elke keer voor 100 procent heeft vrijgemaakt.

ULENS. “Dat is geen 100 procent.”

Neen? Onder de regering-Di Rupo werd slechts 60 procent van het budget gebruikt.

ULENS. “Het is nu ook 60 procent. De sociale partners hebben de middelen die wel ter beschikking stonden, gebruikt voor het optrekken van de laagste uitkeringen. Maar met het zomerakkoord houdt de regering-Michel nu al een deel van het budget – 80 miljoen – in voor de komende twee jaar. Geld uit de welvaartsenveloppe wordt gebruikt om de kosten van de OCMW’s te dekken. Daar dient dat niet voor.”

De Nationale Bank zegt wel dat de koopkracht is toegenomen.

ULENS. “15 procent van de Belgen dreigt in de armoede terecht te komen. Vergeet niet dat we door de indexsprong van 2014 een koopkrachtachterstand hebben opgelopen, die we nooit meer inhalen.”

Wat vindt u van de plannen van de regering om het systeem van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen te versterken? De uitkeringen aan het begin van de periode van werkloosheid zouden wel stijgen.

ULENS. “We hebben uiteraard niets tegen het optrekken van de uitkeringen aan het begin van de werkloosheid, maar dat mag niet ten koste gaan van wie het moeilijk heeft. De focus moet liggen op het invullen van de knelpuntberoepen. Dat kan door levenslang leren te stimuleren en ervoor te zorgen dat iedereen deftig wordt betaald, zodat werk aantrekkelijk is. Die krapte op de arbeidsmarkt los je niet op door werklozen te bestraffen, en zeker niet zij die al lange tijd geen baan hebben.

“Dat sociale gelaat van deze regering zie ik nergens. De sociale zekerheid wordt blijvend onder druk gezet. Men is blijkbaar vergeten dat België door zijn sterke sociale zekerheid in 2008-2009 minder gehavend uit de crisis is gekomen. Via sociaal overleg zijn akkoorden gesloten om bijvoorbeeld de tijdelijke werkloosheid uit te breiden en ontslagen te vermijden.”

Wat verwacht u van het interprofessioneel overleg van dit najaar?

ULENS. “Eenvoudig zal het niet zijn, want de regering legt het sociaal overleg aan banden. Als je economische groei ziet en er minder mensen in de werkloosheid zitten, maar je krijgt tegelijk vacatures niet ingevuld, dan scheelt er iets met de verloning van de werknemers. Maar de regering heeft de wet op het concurrentievermogen uit 1996 strenger gemaakt, waardoor de marge voor reële loonsverhogingen beperkt is.”

De nieuwe wet op het concurrentievermogen zorgt ervoor dat onze loonkostenhandicap ten opzichte van de buurlanden niet opnieuw oploopt. Is dat geen goede zaak?

ULENS. “Mensen hebben aan het einde van de maand recht op een deftig loon. Ik vind dat er ruimte moet zijn voor vrije loononderhandelingen. Het is de vorige keer gelukt een akkoord voor 2017-2018 af te sluiten met 1,1 procent loonsverhoging boven op de indexering.”

De Belgische economische groei kan beter in vergelijking met andere landen. Hoe verklaart u dat verschil?

ULENS. “De regering zou beter een stimulerend beleid voeren via investeringen in publieke diensten. Ook dat ondersteunt de welvaart. Er is behoefte aan investeringen in infrastructuur. Ik denk aan subsidies aan bedrijven om tewerkstelling te stimuleren. Je kan de uitkeringen optrekken tot boven de armoedegrens.”

Is een budgettaire stimulus wel een oplossing? Met een begrotingstekort dat richting 8 miljard euro gaat en overheidsuitgaven die rond 50 procent uitkomen?

ULENS. “Dat begrotingstekort is geen toeval. Ik heb de indruk dat daar een bewuste strategie achter zit. De regering heeft er geen probleem mee dat het land in moeilijke economische papieren wordt gebracht om daarna nog meer te besparen. Men is de sociale zekerheid aan het leeghalen. De focus ligt enkel op de uitgavenkant. Maar wat met de inkomsten? De sociale bijdragen zijn verlaagd en er is een wet op de andere financiering van de sociale zekerheid, zodat het evenwicht niet langer gegarandeerd is. Ik zie steeds meer nieuwe vormen van verloning, zoals flexi-jobs en onbelast bijverdienen, die maken dat de financiering van de sociale zekerheid wordt uitgehold. De slachtoffers zijn de werklozen, de zieken en de openbare diensten, die ondergefinancierd zijn.”

MIRANDA ULENS
MIRANDA ULENS “Men is de sociale zekerheid aan het leeghalen.”© Franky Verdickt

Over de openbare sector gesproken. Hoe zit het met het dossier van de zware beroepen?

ULENS. “Er is overleg gepland in de Nationale Arbeidsraad. We werken aan de criteria en de vakbonden hebben wetenschappelijk onderbouwde voorwaarden vastgelegd. Dit dossier is er gekomen toen de regering in 2014 besliste de wettelijke pensioenleeftijd tegen 2030 op te trekken naar 67 jaar, zonder dat daarover iets in het verkiezingsprogramma stond. Sommige mensen zien het zitten zolang te werken, maar niet de werknemers die sinds hun 15-16 jaar aan de slag zijn. Veel mensen rekenen erop dat wie een zwaar beroep heeft, vroeger kan stoppen. Het probleem is dat discussie moeilijk verloopt omdat de werkgevers beweren dat de vakbonden van elke baan een zwaar beroep willen maken. Dat is niet zo. We kijken naar de concrete situaties. Wie zijn leven lang bagage afhandelt, krijgt bijvoorbeeld snel rugproblemen.”

Miranda Ulens (algemeen secretaris ABVV): 'Nergens zie ik het sociale gelaat van deze regering'
© Franky Verdickt

Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine heeft altijd gezegd dat wie een volledige loopbaan heeft, wel degelijk mag stoppen.

ULENS. “( zucht) Hij zegt zoveel. Bacquelaine komt altijd met mooie verhalen, zoals onlangs nog met het deeltijds pensioen. Zonder overleg. Zonder onderbouwde cijfers. Die man heeft 0,0 visie in het pensioendossier. Het enige wat voor hem telt, is dat mensen langer werken voor minder pensioen. En de pensioenen zijn al zo laag. Dan heb ik het nog niet over de nadelen die de vrouwen ondervinden. De loonkloof met de mannen is 10 procent, maar de pensioenkloof is 25 procent.”

Omdat veel vrouwen deeltijds werken.

ULENS. “Onze oplossing voor deeltijds werk is arbeidsduurvermindering.”

Onderzoeken tonen toch aan dat dat niet meer van deze tijd is en dat het de concurrentiekracht van de ondernemingen bedreigt met loonbehoud.

ULENS. “Vroeger werkte men veertig uur, die arbeidstijd is verder gedaald. Zeker nu de economie aantrekt en er veel banen zijn. Veel jongeren zien dat trouwens zitten, omdat ze gesteld zijn op een evenwicht tussen werk en privé. Ik zie bepaalde bedrijven in de chemiesector of bij de VRT waar na sociale onderhandelingen de arbeid herverdeeld is. Het kan dus.”

Bio

· Graduaat financiën (PHHI Hasselt), bachelor sociologie en master bestuurswetenschappen (VUB)

· 1992-1997: bediende Gemeentekrediet

· 1997-2003: medewerkster op de vormingsdienst Gemeentekrediet en nadien in kaderstage bij Dexia

· 2003-2012: eerst adjunct-vakbondssecretaris, later secretaris ABVV voor sector financiën in Brussel

· 2012-2013: actief in de bediendebond ABVV

· 2013-2018: federaal secretaris ABVV

· Sinds 30 mei 2018: algemeen secretaris ABVV en voorzitter Vlaams ABVV

· Vrije tijd: concerten bijwonen, muziek, wandelen

‘Belfius blijft beter een staatsbank’

Miranda Ulens begon haar loopbaan als stagiair bij de RVA en kon aan de slag in een administratieve functie bij het Gemeentekrediet. Ze hield zich bezig met de internationale betalingen. Daarna ging ze aan de slag als loketbediende bij een zelfstandige kantoorhouder van het Gemeentekrediet. Ulens werd vakbondsafgevaardigde, in 2003 ging ze aan de slag bij bediendebond BBTK als adjunct-secretaris en secretaris voor de sector financiën. “Bij het Gemeentekrediet heb ik de fusie tot Dexia meegemaakt, net als de uitbouw van de bank.”

Hebt u nooit ingezien dat Dexia één groot hefboomfonds zou worden?

“Ik ben geen econoom, maar ik zag wel dat de beurs een heilige koe was. Aanvankelijk was de bank een goed werkend bedrijf. Aan de ene kant had ze de overheden als klant en aan de andere kant was ze via Bacob de dienstverlener van de social profit. Als je dat naar de beurs brengt, dan houdt dat een risico in. Daarom denk ik dat Belfius beter een staatsbank blijft. Er is zo veel belastinggeld in geïnvesteerd. Maak daar een bank van ten dienste van de Belgische maatschappij. Liever dat, dan een beursgang om met de opbrengst eenmalig de staatsschuld te verlagen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content