Koen Geens: ‘We mogen de economie niet versmachten’
Minister van Financiën Koen Geens pleit ervoor de zwaarste besparingen uit te stellen tot na de verkiezingen van 2014. Nu zouden ze de economie versmachten, meent hij.
Minister van Financiën Koen Geens pleit ervoor de zwaarste besparingen uit te stellen tot na de verkiezingen van 2014. Nu zouden ze de economie versmachten, meent hij.
De minister van Financiën denkt dat het beter is te wachten met de zware besparingen tot in 2015, onder meer om de economie de kans te geven te herademen na de crisis van de afgelopen jaren.
“We moeten tegen 2015 nog een structureel begrotingstekort van 2,8 procent van het bbp wegwerken”, legt Geens uit. “1 procent doen we dit jaar. Blijft over: 1,8 procent. We kunnen die spreiden door in 2014 en 2015 telkens 0,9 procent te besparen. Maar we moeten realistisch zijn. De regering bestaat uit zes partijen en in 2014 krijgen we de moeder van alle verkiezingen. Er is dus zenuwachtigheid. Positief is dat de volgende regeringsonderhandelingen niet over een staatshervorming zullen gaan – die voeren we uit. Het kan dus snel gaan. Ons voorstel aan de Commissie is dat we in 2014 minstens 0,6 procent besparen en 1,2 procent in 2015. Na een verkiezing zal de nieuwe regering de moed en het perspectief van vijf jaar hebben om die besparingen te realiseren.”
“We moeten ambitieus zijn, maar ook rekening houden met de omvang van de operatie. 0,1 procent van het bbp, dat is 385 miljoen euro. Volgend jaar zullen we dus, in volle crisis, 0,6 of 2,3 miljard euro besparen. Dat is veel geld.”
“Ik zag onlangs Peter Praet van de Europese Centrale Bank. Hij zei dat we dit jaar misschien nog een recessie krijgen. Op zo’n moment moet je de economie niet nog verder versmachten met zware besparingen. Volgend jaar is er wel zicht op beterschap.”
In de luwte van de politiek werkt de minister aan een grondige hervorming van het Belgische belastingstelsel.
Hoe zal die grote belastinghervorming eruitzien?
Geens: “De belastingen bestaan voor ruim 40 procent uit heffingen op arbeid. Dan volgen die op vermogen, zoals voor vennootschappen, de zelfstandigen en de vermogens. Die zijn samen goed voor 30 procent. De btw, of de belasting op consumptie, is goed voor een kwart van de inkomsten. De rest zijn milieubelastingen”.
“De verhouding is wat scheefgetrokken. Het aandeel op arbeid is te hoog, daar zijn alle partijen het over eens. Waar is er nog marge voor een verhoging? Op milieu en consumptie. En er is nog een beetje marge op vermogen.”
Pleit u voor een vermogensbelasting?
Geens: “Neen. Zelfstandigen en vennootschappen vormen de motor van de economie. Daar moet de druk dus omlaag. In mijn jonge jaren heb ik de vermogensbelasting grondig bestudeerd. Die was toen al ingevoerd in Frankrijk, Duitsland en Nederland. Een vermogenstaks geeft ook de perceptie van een dubbele belasting, want dat geld is al ooit belast. Ik geloof er niet in. Een financiële vermogensbelasting treft vooral mensen die spaarzaam zijn en geld opzijleggen voor later. Een belasting op winst of inkomsten uit vermogens is wel bespreekbaar.”
Het volledige interview leest u in Trends van deze week.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier