Karel Van Eetvelt: ‘De meerwaardebelasting is een jaloeziebelasting’

© belga
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De loonkostenverlagingen hebben geholpen om het ondernemersvertrouwen te herstellen, zegt Unizo-topman Karel Van Eetvelt. Maar hij waarschuwt ook: “Met een meerwaardebelasting op aandelen is het vertrouwen direct weg.”

De Groep van Tien is er na acht jaar nog eens in geslaagd een interprofessioneel akkoord (IPA) af te sluiten. Unizo-topman Karel Van Eetvelt zat mee aan tafel en ziet het IPA als een symbool van een voorzichtig herwonnen economisch optimisme in België, zowel bij de werkgevers als bij de vakbonden. “De sfeer was een stuk beter dan twee of vier jaar geleden. Toen de gesprekken vorderden, had ik het gevoel dat iedereen dacht: ‘Dit akkoord is verdedigbaar’. Voor het eerst sinds lang is er sprake van een substantiële loonsverhoging. Ik wind daar geen doekjes om: zoiets maakt het afsluiten van een akkoord gemakkelijker. Tegelijk creëert de nieuwe wet op het concurrentievermogen een veel strikter kader, dat loonkostenontsporingen binnen de perken moet houden. Dat zet de sociale partners aan tot bescheidenheid.”

Iedereen heeft het over een loonstijging van 1,1 procent, maar dat is enkel de reële marge. Als je de loonindexering meerekent, is de echte loongroei ruim 4 procent. Kunnen bedrijven dat betalen?

Van Eetvelt: “Het blijft inderdaad vreemd dat je overal leest dat de loonsverhoging 1,1 procent bedraagt. Enkel spreken over die 1,1 procent is de mensen voorliegen. Vaak wordt vergeten dat bedrijven voldoende omzetgroei of een rendabiliteitsstijging moeten realiseren om die 4 procent te betalen. Je kunt het effect van de hoge inflatie op de loonsverhogingen moeilijk negeren. De loonindexering wordt voor 2017-2018 op 3,1 procent geschat. De reële loonstijging van 1,1 procent is wel een maximum.”

Denkt u dat bepaalde sectoren minder royale loonsverhogingen zullen toekennen?

Van Eetvelt:“Ik ben er bijna zeker van. In het akkoord staat expliciet dat rekening moet worden gehouden met de specifieke situatie van de sector of het bedrijf. Ik heb vroeger nog onderhandeld in de houtsector. Ik kan mij geen cao herinneren die de totale loonsverhoging toekende.

“Voor Unizo was het ook belangrijk dat dit IPA het debat heropent over de opzeg- en de proefperiodes. Er is geen akkoord om die opnieuw in te voeren, maar in bepaalde sectoren – zoals de bouw – kan daarover worden gediscussieerd. Ook de problematiek van de burn-out is naar het overleg tussen de vakbonden en de werkgevers geduwd.

Is het de bedoeling dat dit IPA twee jaar sociale vrede garandeert?

Van Eetvelt:“We zullen zien. De relatie tussen de werkgevers en de werknemers is niet slecht. De sociale onrust is een gevolg van de ontevredenheid van de vakbonden over bepaalde regeringsbeslissingen. Ik verwacht wel meer stabiliteit. Maar als de Europese Commissie België budgettair nog eens de wacht aanzegt en een nieuwe besparingsronde volgt, dan kan de sociale onvrede opflakkeren.”

Blijven de Belgische loonkosten met dit akkoord echt onder controle? Vormen de hogere inflatie door belastingverhogingen en de indexe-ring geen probleem?

Van Eetvelt:“De helft van de indexsprong van twee jaar geleden is opgesoupeerd door nieuwe of hogere belastingen. In het verleden werden loonakkoorden gesmeerd door lastenverlagingen voor de bedrijven. Nu werd een indexsprong gesmeerd door belastingverhogingen die bedrijven betalen via de inflatie en de index. Het is wat het is. Er is één constante in de coalities van de voorbije 25 jaar: er is geen bereidheid om de automatische loonindexe-ring af te schaffen of ter discussie te stellen.”

Wanneer zal de historische loonkostenhandicap van voor 1996, zo’n 10 procent, zijn afgebouwd?

Van Eetvelt:“Als ik de nieuwe wet op de loonnorm lees en interpreteer, dan is het de bedoeling de loonstijging in periodes van groei binnen de perken te houden en de handicap langzaam af te bouwen. Met de huidige afspraken en de nieuwe loonnormwet verwacht ik dat de lonen in de buurlanden sneller stijgen dan in België. En er zijn elementen van de taxshift die nu moeten worden uitgerold.”

Komt de loonstijging de Unizo-leden die in pakweg de kleinhandel actief zijn, goed uit?

Van Eetvelt: “Een koopkrachtstijging van 4 procent zal vertrouwen creëren en hopelijk de binnenlandse consumptie stimuleren. Maar de sterkte van de binnenlandse consumptie wordt bepaald door de macro-koopkracht. Bedrijven die exporteren, creëren ook koopkracht door banencreatie. Bij Unizo zeggen we altijd: Liever meer banen dan meer opslag.”

Over meer banen gesproken: de Nationale Bank voorspelt de komende drie jaar 120.000 extra banen. Komen die er ook bij de Unizo-leden?

Van Eetvelt: “Bij de nieuwjaarsrecepties is me opgevallen dat de sfeer beter is dan twee jaar geleden. De zuurtegraad bij ondernemers is gezakt.”

Merkt u een stijging van het aantal banen sinds de werkgeversbijdragen voor de aanwerving van de eerste werknemer verdwenen zijn?

Van Eetvelt:“Daar is de banencreatie met 25 procent toegenomen. Die forse stijging is niet enkel te verklaren door de economische groei, ze is ook het resultaat van de loonlastenverlagingen. Het aantal kmo’s dat zegt te willen investeren is in korte tijd gestegen van 25 naar 46 procent. Er wordt dus aangeworven, al zijn er nog een paar hinderpalen, onder andere in het arbeidsrecht. De afgeschafte proefperiode is echt een rem voor kleine bedrijven. Als ze toch mensen aanwerven, doen ze het via uitzendarbeid. Maar de arbeidsmarkt blijft te rigide.”

Rigide? Het akkoord over werkbaar werk maakt de 38-urige werkweek flexibeler. En in de e-commerce wordt nachtwerk mogelijk.

Van Eetvelt:“Over de 38-urige werkweek is veel gecommuniceerd, maar in de arbeidsduurreglementering zijn slechts punten en komma’s verplaatst. Dat zal geen impact hebben in de bedrijven. Nachtarbeid voor e-commerce wordt inderdaad mogelijk, maar alles wordt geregeld via het sociaal overleg. Daar raakt zo’n dossier geblokkeerd en zo wordt die hervorming een lege doos. De vakbonden moeten goed beseffen dat wij dit soort van overleg ter discussie zullen stellen, als ze de via overleg gevraagde flexibiliteit halsstarrig weigeren of er een te hoge prijs voor vragen.”

In het IPA staat ook dat het brugpensioen of SWT bij bedrijven in moeilijkheden mogelijk blijft vanaf 56 jaar. Zullen de mensen daarmee langer werken?

Van Eetvelt:“Het zou mij verbaasd hebben als niemand kritiek had op het IPA. Critici hebben niets meer gevonden dan dat. Voor alle duidelijkheid: het koninklijk besluit legt de leeftijdsvoorwaarde voor het brugpensioen voor zware beroepen op 58 jaar. De sociale partners trekken dat nu in akkoord op naar 59 jaar. Het klopt dat het aanvankelijk de bedoeling was het brugpen-sioen bij herstructureringen op te trekken naar 57 jaar, maar volgens het KB kunnen de sociale partners dat nog verlagen. We doen bovendien wel een stap vooruit door de leeftijdsvoorwaarde op te trekken van 55 naar 56. Het akkoord bepaalt ook uitdrukkelijk dat in 2020 de SWT-leeftijd 60 jaar zal bedragen. Ik aanvaard kritiek en het zou beter geweest zijn de SWT-leeftijd bij herstructurering nog op te trekken. Een IPA is een compromis. Dus het zou vreemd zijn dat er niets in zit dat voor ons werkgevers vervelend is. Budgettair is dit niet het einde van de wereld.”

Het sociaal akkoord is de eerste sociaaleconomische horde die in 2017 is genomen. Hoopt u dat de regering nog een akkoord kan bereiken over de hervorming van de vennootschapsbelasting?

Van Eetvelt:“Die hervorming is nodig. Ten eerste omdat er in de Europese Unie een race to the bottom bezig is in de vennootschapsbelasting. Het tweede argument is er één pro domo: de belastingdruk moet gelijk zijn voor kmo’s en andere bedrijven. Ik ben de eerste om te zeggen dat je iets moet doen voor ons netwerk van grote bedrijven. Maar het is niet langer aanvaardbaar dat sommigen amper vennootschapsbelasting afdragen, terwijl de kmo’s de volle pot betalen.”

De nominale belastingvoet in de vennootschapsbelasting bedraagt 34 procent, het reële tarief voor kmo’s is 27-28 procent. Op welk tarief moet de regering volgens u uitkomen?

Van Eetvelt:“Unizo heeft gepleit voor een stapsgewijze aanpak. Eerst zouden kmo’s met minder dan vijftig werknemers kunnen kiezen tussen een verlaagd tarief van 20 procent zonder aftrekposten of het bestaande tarief van bijna 34 procent met behoud van aftrekposten.”

Is dat budgettair neutraal?

Van Eetvelt:“Een vennootschapsbelasting van 20 procent voor kmo’s met minder dan vijftig werknemers kost maximaal 380 miljoen euro. Als je het tarief optrekt naar 22-23 procent is het zeker budgetneutraal. Ik vind dat ons voorstel het beste blijft. Evalueer die eerste stap en bekijk daarna wat mogelijk is voor grotere bedrijven. We hebben er ook begrip voor dat de notionele-intrestaftrek voor grote bedrijven behouden blijft. Ze moeten hier blijven, veel kmo’s hangen ervan af.

“Nu zijn drie dossiers aan elkaar gekoppeld: een lagere vennootschapsbelasting, een meerwaardebelasting en een nieuwe aandelenwet type Cooreman-De Clercq om investeringen in Belgische bedrijven aantrekkelijker te maken. Je helpt de ondernemingen niet vooruit door die drie maatregelen samen door te voeren. Het zal het ondernemersvertrouwen niet versterken. Ik vrees zelfs voor economische achteruitgang. Het resultaat van een lagere vennootschapsbelasting en een meerwaardetaks zal geen budgetneutrale operatie zijn. De fiscale druk zal stijgen. Dat is no pasarán voor ons.”

Hoe groot is de bezorgdheid van de kmo’s over een meerwaardebelasting?

Van Eetvelt: “Ik krijg daar veel vragen over. Ik zou er liever niet over moeten praten. Eind vorig jaar hebben we naar de leden een enquête uitgestuurd over de vennootschapsbelasting. We hebben bewust geen vragen gesteld over de meerwaardebelasting. De helft van de respondenten – en ik spreek hier over duizenden – heeft spontaan reacties doorgestuurd over de plannen voor een meerwaardetaks. Ze zien dat echt niet zitten. De fiscale druk is al te hoog. Bedrijven betalen alle sociale bijdragen. De belastingdruk op vermogen is hier niet laag. Ik vind een meerwaardebelasting trouwens niet de slimste belasting. De inkomsten die eruit komen zijn zeer volatiel. Men zo’n belasting rekening houden in de begrotingsopmaak is crazy.”

Sommigen vinden het oneerlijk dat niet alles belast wordt. Waarom dan ook niet de winst uit aandelen?

Van Eetvelt:“Mensen worden niet belast wanneer ze hun aandelen verkopen, maar blijkbaar wordt vergeten dat ze daarvoor al allerlei soorten belastingen hebben betaald. Wat gebeurt met het geld dat ondernemers halen uit een verkoop van aandelen met een meerwaarde? Is dat om een jacht of een villa te kopen? Neen. Een deel gebruikt dat voor pensioenopbouw. Een deel investeert het opnieuw in de economie. Nu, die discussie is gestart naar aanleiding van een paar voorbeelden van succesvolle ondernemers die een grote meerwaarde geboekt hebben. Die meerwaarde-belasting is een jaloeziebelasting. Dat de roerende voorheffing in een paar jaar verdubbeld is naar 30 procent, daar hoor ik niemand meer over.”

Zijn uw leden daar ook ontevreden over?

Van Eetvelt:“Mag ik wijzen op de negatieve effecten van de combinatie hoge roerende voorheffing-meerwaardebelasting? Alles wat je afroomt, wordt niet in de economie geïnvesteerd. Ik ken jonge mensen die sparen als werknemer, dan zelfstandige worden en van hun spaargeld leven in de eerste moeilijke periode als ondernemer. Ze betalen zichzelf geen loon. Maar als ze later zichzelf dividenden uitkeren, worden ze zwaarder dan ooit belast. En cashen bij een doorverkoop wordt ook al aangepakt met een meerwaardebelasting. Dat is minstens even erg als de liquidatiebonus. Het vertrouwen dat de regering had opgebouwd, is met een meerwaardebelasting direct weg.”

De kmo’s worden gespaard, zegt CD&V.

Van Eetvelt:“En wat met de kmo’s die zestig of zeventig medewerkers hebben? Een aannemer met zestig mensen sprak mij daarover aan. Die heeft het vlaggen. De Raad van State is trouwens overduidelijk: het voorstel om een deel van de kmo’s uit te sluiten is discriminerend.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content