China koopt steeds meer Europese bedrijven op, maar sluit in eigen land vele sectoren af voor Westerse investeerders. Voor Karel De Gucht, Europees commissaris voor Handel, is dat geen probleem. Hij pleit voor nog meer Chinese investeringen in Europa.
Het Portugese hoogspanningsnetwerk REN, de Duitse zonnepanelenproducent Sunways, de Belgische handtassenmaker Delvaux: het zijn recente voorbeelden van bedrijven die geheel of gedeeltelijk in Chinese handen terecht gekomen zijn. Eigenlijk staan we nog maar aan het begin van de Chinese overnamegolf.
Volgens een rapport van het Amerikaanse studiebureau Rhodium heeft China in de voorbije tien jaar 21 miljard dollar geïnvesteerd in overnames en oprichtingen van nieuwe bedrijven in de EU. In het lopende decennium kan dat bedrag oplopen tot 500 miljard dollar, aldus nog Rhodium.
Dat een opkomende grootmacht en eenpartijstaat een almaar grotere invloed krijgt op onze economie, mag nu onze grootste zorg niet zijn, volgens Europees commissaris voor Handel Karel De Gucht. Buitenlandse investeringen zijn goed voor de productiviteit, groei en jobs. In deze crisistijden komt het Chinese geld goed van pas. Het mag zelfs nog meer zijn, aldus de Europees commissaris. Zelf schermen de Chinezen echter grote delen van hun markt af voor buitenlandse investeerders, terwijl ze eigen bedrijven doperen met goedkope kredieten.
Karel De Gucht: “Ik weet dat er wantrouwen is, en dat zal niet gemakkelijk weggaan. Een boer moet op zijn ganzen letten, en dat doe ik ook. Anderzijds, kijk naar de groei van de jaren 60. Die hebben we te danken aan Amerikaanse investeringen. In dit soort zaken kom je niet ver met wantrouwen. Neem Volvo. Als het Chinese Geely die autoproducent niet had gekocht, dan was de fabriek in Gent dichtgegaan. Nu heeft Volvo een nieuwe markt gekregen in China. Als je het macro-economisch bekijkt, komen de Chinese investeringen voordelig uit. Je kan veel bedenkingen hebben over China, de realiteit is dat de meeste Europese bedrijven in dat land mooie winsten maken. Dat heeft ook belang voor de positie van die bedrijven in Europa. De trekkracht van China heeft hen voor een stuk uit de crisis van 2008-2009 gehaald.”
De crisis is voor China het uitgelezen moment om de hand te leggen op het economisch verzwakte Europa, klinkt de kritiek. Zo hebben de Chinezen zich ingekocht in het Portugese elektriciteitsnetwerk en de Griekse haven Piraeus.
Karel De Gucht: “Ik moet dat toch relativeren. Een Chinese investering verandert niets aan de regulerende bevoegdheid van een lidstaat of van de EU. Portugal kan altijd zeggen aan de Chinezen: ‘Het is uw bedrijf geworden, maar dit of dat mag je niet doen.’ Wat Piraeus betreft: als de haven via de Chinese investering meer trafiek aantrekt, is dat mooi meegenomen voor de Griekse economie. Trouwens, de Chinezen zijn vooral geïnteresseerd in bedrijven met toptechnologie, en die stellen het meestal goed. Overigens verkopen we onze topbedrijven niet voor een zacht prijsje. De eerste bekommernis is niet waar het geld vandaan komt. Het belangrijkste is dat het juiste bedrag betaald wordt en dat de technologie van het bedrijf beschermd wordt, zodat het zijn kansen op andere markten gaaf houdt.”
Denkt u echt dat de Chinezen zich zullen schikken naar een Westers concept als de vrije markt?
Karel De Gucht: “Dat zal deels lukken en deels niet. Dat is de realiteit. Wat niet wil zeggen dat we geen problemen hebben met China. Ik wil een aantal Chinese praktijken niet verdedigen of vergoelijken. Maar we bewijzen onszelf geen dienst door de problemen uit te vergroten. Want dan gaan we beslissingen nemen op basis van angst. En dat zijn nooit de goede beslissingen in de economie. Samen kunnen de Europese lidstaten de economische confrontatie met China aan.” (JVG)
