Ivan Van De Cloot: ‘Pensioenhervorming Di Rupo was nuloperatie’

© belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

In een nieuw boek over de vergrijzing stelt Itinera-hoofdeconoom Ivan Van De Cloot dat de pensioenhervorming van de regering-Di Rupo netto gezien een nuloperatie is die de vergrijzingskosten niet doen dalen.

In ‘De rekening moet kloppen. Welke toekomst voor ons pensioen?’ dat vandaag verschijnt schetst Ivan Van De Cloot, hoofdeconoom van denktank Itinera, een somber beeld van de vergrijzingsgolf die op ons afkomt. De Studiecommissie voor de Vergrijzing hebben de meerkosten steevast onderschat. Zo heeft Van de Cloot grote twijfels bij de 5,4 procent van het bbp meerkosten die de Studiecommissie tegen 2060 voorspelt. Hij zet de cijfers af tegen de meer realistische analyse van de Europese Commissie die tegen 2060 rekent op meerkosten van 8,5 procent in een basisscenario en 9,7 procent in een risicoscenario. Van de EU-landen doen enkel Luxemburg en Slovenië slechter.

Van de Cloot geeft in het boek toe dat de politieke wereld wel degelijk beseft dat er iets gedaan moet worden, maar de maatregelen die recentelijk genomen zijn, zijn ruim onvoldoende. De regering-Di Rupo heeft de minimumleeftijd voor vervroegd pensioen ondertussen opgetrokken van 60 naar 61 jaar, net als het aantal dienstjaren die daarvoor nodig zijn (van 35 naar 39 jaar). In 2016 zal de minimumleeftijd 62 jaar bedragen voor een loopbaan van 40 jaar. Voor Van de Cloot is de pensioenhervorming “een stap in de goede richting, want ze volstaat niet.”

Dat de pensioenhervorming van de regering-Di Rupo moeilijk kan beschouwd worden als het alfa en omega blijkt bijvoorbeeld uit de veranderingen voor het ambtenarenpensioen. Hun pensioen wordt nu berekend op de laatste 10 in plaats van de laatste 5 jaar, terwijl de referentie in de privésector nog altijd 45 jaar is. Bovendien geldt de herberekening niet voor de ambtenaren die nu al ouder zijn dan 50 jaar en zijn er tal van uitzonderingen (rijdend personeel NMBS, leger, politie,…).

Concreet verlaagt de pensioenhervorming van de regering-Di Rupo de totale vergrijzingskosten met 0,3 procent van het bbp. Maar bij dat cijfer zijn wel grote bedenkingen te plaatsen. Om een gezond en evenwichtig pensioenstelsel te creëren moeten we 20 keer beter doen. En vooral: de pensioenhervorming voorziet in een pak pensioenbonussen om mensen te stimuleren later uit de arbeidsmarkt te stappen. Die kosten ons 0,3 procent van het bbp, zo stelt Van de Cloot: “De meerkosten van de pensioenhervorming zijn dus even groot als wat ze ons opleveren. Netto bekeken gaat het dus om een nuloperatie. Het is een hervorming, dat is juist, maar ze is minimaal en ze komt bijzonder laat. Daarvoor zijn er in de geschiedenis van de Belgische politiek net iets te veel ministers geweest die gewacht hebben op voorstellen van de vakbond en een nulbeleid hebben gevoerd.”

Ivan Van de Cloot, De rekening moet kloppen. Welke toekomst voor ons pensioen?, Borgerhoff en Lamberigts, 2014, 320 blz., 22,50 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content