Inspectiediensten halen 342 miljoen euro op uit strijd tegen sociale fraude
De strijd tegen sociale fraude heeft vorig jaar 342 miljoen euro opgeleverd, een pak meer dan oorspronkelijk vooropgesteld. Dat meldt minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS), op basis van cijfers van de Sociale Inspectie- en Opsporingsdienst (SIOD).
Tijdens het begrotingsconclaaf in oktober 2021 stelde de federale regering haar ambitie op het vlak van fiscale en sociale fraudebestrijding scherper. Als doelstelling werd 1 miljard euro voor de periode 2021-2024 vooropgesteld. Voor 2021 en 2022 werd 200 miljoen euro begroot, voor 2023 en 2024 telkens 300 miljoen euro.
De doelstelling wordt voor 2021 duidelijk overtroffen, aldus minister Dermagne. Uit het jaarverslag van de SIOD blijkt immers dat de strijd tegen sociale fraude in 2021 342,3 miljoen euro opleverde. Fraude met sociale zekerheidsbijdragen vertegenwoordigt met 110.633.808 euro het grootste bedrag, gevolgd door domiciliefraude (39.769.481 euro), inhoudingsplicht bij sociale schulden (33.280.000 euro) en zwartwerk (31.697.915 euro).
De inspectiediensten realiseerden dit resultaat met 15.714 SIOD-controles, waarbij in 14.987 situaties ook de COVID-preventiemaatregelen werden gecontroleerd. Bovenop hun reguliere taken werden alle inspectiediensten immers ingeschakeld om de gezondheid en veiligheid op de werkplekken te garanderen tijdens de pandemie.
In een beweging werd tijdens het begrotingsconclaaf beslist 45 mensen aan te werven om de inspectiediensten te versterken. De eerste inspecteurs zijn intussen aangeworven en gestart met hun opleiding. Minister Dermagne wil ook de ECOSOC-teams die sociale en economische fraude bestrijden, nog verder versterken. De instroom van oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne, van wie sommigen een kwetsbaar profiel hebben, kan het risico op economische en sociale uitbuiting doen toenemen op de Belgische arbeidsmarkt, luidt het.