Hoge Raad Voor Financiën: ‘Begroting jaar later in evenwicht is een optie’
De Hoge Raad voor Financiën stelt in het nieuwste advies voor de begroting naast de piste met een begroting in evenwicht in 2018 nu ook een tweede piste voor waarin dit evenwicht pas een jaar later bereikt wordt. Het rapport werd zaterdag gepubliceerd.
Het regeerakkoord bepaalt dat de federale regering in 2018 een structureel begrotingsevenwicht bereikt. Voor aanvang van de begrotingscontrole in maart zei premier Charles Michel nog dat dit het doel blijft. Na de controle klonk het dat een evenwicht dat jaar in principe mogelijk blijft, maar een ambitieuze en dus ingewikkelde doelstelling is.
Voor de Hoge Raad voor Financiën blijft het structureel evenwicht in 2018 dus het aanbevolen traject. Daarbij is een structurele verbetering van de begroting van telkens 1 procent van het bruto binnenlands product nodig in 2017 en 2018.
Maar de begrotingswaakhond stelt nu ook een ‘minimaal vereist traject’ voor met een structureel evenwicht in 2019. Daarbij is er sprake van een structurele verbetering van 1 procent bbp in 2017, 0,8 procent in 2018 en 0,2 procent in 2019. De regering zou dus kunnen kiezen voor een begroting in evenwicht in 2019, waardoor de begrotingsinspanning voor 2018 dus minder zwaar zou zijn.
Van Overtveldt: ‘Er is vooruitgang’
In een reactie wijst minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) erop dat de Hoge Raad in het voorkeurkeursscenario blijft streven naar een begroting in evenwicht in 2018 en dat er nog werk voor de boeg is. Daarvoor zal volgens de minister een inspanning van ongeveer 5 miljard euro nodig zijn. ‘De cijfers bevestigen dat er vooruitgang is in het saneren van de publieke financiën. Er rest echter nog een belangrijke uitdaging om te evolueren richting een structureel evenwicht. De regering zal met deze cijfers aan de slag gaan om de begrotingsopmaak voor 2018 voor te bereiden’, aldus Van Overtveldt. Na overleg met de regionale overheden zal de regering een stabiliteitsprogramma opmaken en indienen bij de Europese instanties.
Minister van Begroting Sophie Wilmès (MR) meldt dan weer dat het rapport twee pistes open laat. Ook wijst ze erop dat voor begrotingsjaar 2017 de Hoge Raad de begrotingsinspanning hoger inschat dan de FOD Beleid en Ondersteuning. Ze verwijst daarbij onder meer naar de gebruikte vooruitzichten van het Planbureau, die geen rekening houden met de opbrengst van maatregelen genomen in 2017. ‘Buiten dit verschil in aanpak, bevestigt dit advies dat de ambitie voor een evenwicht ambitieus blijft en dat, zoals we reeds aangekondigd hebben, bijkomende maatregelen nog moeten genomen worden in de komende jaren’, aldus Wilmès. Technische werkgroepen komen vanaf volgende week samen. In de loop van april moet er een Overlegcomité volgen waarij de federale regering en de deelstaten de verdeling van de lasten moeten bekijken.
Het rapport van de Hoge Raad moet de basis vormen voor het stabiliteitsprogramma dat de regering tegen 30 april bij de Europese Commissie moet indienen met de begrotingsdoelstellingen voor de periode 2017-2020.