Alain Mouton
‘Het land zal Johan Vande Lanotte niet missen’
De sanering die de huidige regering moet doorvoeren, is voor een groot deel het gevolg van het lichtzinnige begrotingsbeleid onder Vande Lanotte. Dat schrijft Alain Mouton, redacteur bij Trends.
Na meer dan een kwarteeuw in de nationale politiek plooit Johan Vande Lanotte (sp.a) terug op zijn thuisstad Oostende. Budgettair laat de Oostendenaar, ex-minister van Begroting en Economische Zaken, een beladen erfenis na. De sanering die de huidige regering moet doorvoeren, is voor een groot deel het gevolg van het lichtzinnige begrotingsbeleid onder Vande Lanotte.
“De sanering die de huidige regering moet doorvoeren, is het gevolg van het lichtzinnige begrotingsbeleid onder Vande Lanotte”
Het begon in 1988, toen Johan Vande Lanotte kabinetschef werd van minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback (SP). De ‘rooms-rode-VU’-regering Martens VIII koos onder socialistische druk voor ‘le retour du coeur’. Het herstelbeleid dat sinds de devaluatie van 1982 door christendemocraten en liberalen was ingezet, werd ‘on hold’ geplaatst. De uitgaven in de sociale zekerheid namen plots weer sterk toe. De daling van het begrotingstekort (van -14% van het bbp in 1981 tot -7% in 1988) viel stil.
Maar pas onder de paars-groene (1999-2003) en paarse regeringen (2003-2007) Verhofstadt zou Johan Vande Lanotte blijvend zijn stempel drukken op het sociaaleconomische beleid. Het beheer van de overheidsfinanciën is altijd een gedeelde verantwoordelijkheid, maar als minister van Begroting tussen 1999 en 2005 zat Johan Vande Lanotte aan de stuurknuppel. In die periode smolten de budgettaire buffers die onder de regeringen-Dehaene waren opgebouwd, als sneeuw voor de zon. In 1999 telde België een primair saldo (ontvangsten min uitgaven zonder rentelasten) van 6 procent van het bbp. In 2004 bleef daar amper 1 procent van over. Paars koos voor een cadeaupolitiek, met de sociale uitgaven die door het dak gingen en een belastingverlaging die enkel een electoraal belang diende. Uiteindelijk verdween zo’n 25 miljard euro door de gootsteen. Een hallucinante evolutie, zeker als we weten dat de regering in die periode kon rekenen op dalende rentelasten. Er kwam dus geld vrij om overschotten te boeken. Maar ook die rentebonus werd uitgegeven.
Paars koos voor een cadeaupolitiek, met de sociale uitgaven die door het dak gingen
Johan Vande Lanotte, net als zijn partijvoorzitter Steve Stevaert een kampioen van de perceptie, raakte daar probleemloos mee weg. Hij legde, net als premier Verhofstadt, de nadruk op het nominale begrotingsevenwicht. Dat was er ook, maar niet door een structurele sanering van de overheidsfinanciën. Vooral eenmalige maatregelen vulden de putten.
Zo kwam een sale-and-lease-backoperatie van overheidsgebouwen uit de koker van Vande Lanotte. De regering verkocht haar gebouwen om ze daarna te huren. De verkoop van onder meer de Financietoren, het Rijksadministratief Centrum, een van de WTC-torens en de Koninklijke Munt leverde de schatkist 1,3 miljard euro op. Maar in 2010 bleek dat de federale overheid voor die gebouwen 1,8 miljard euro huur zou betalen. Of zo’n 500 miljoen euro meer dan de 1,3 miljard euro die ze kreeg van de privékopers van het gebouw.
Vande Lanotte wist ook de bevolking in slaap te wiegen met zijn Zilverfonds. Dat moest een spaarpotje zijn waarin overschotten werden gestort. Maar het Zilverfonds is een lege doos: er zit eigenlijk niets in, tenzij schuldbekentenissen van de overheid. De federale overheid stortte liquide middelen, zoals een hele reeks eenmalige opbrengsten, in het Zilverfonds. Dat belegt het geld in schuldpapier van de overheid. De reserves worden dus niet belegd in de gebruikelijke schuldinstrumenten van de staat gericht op de institutionele belegger, zoals lineaire obligaties, maar wel in een specifiek schuldinstrument op maat van het Zilverfonds: de Schatkistbons-Zilverfonds. Het geld dat de federale overheid doorstort naar het Zilverfonds wordt met andere woorden direct weer overgemaakt aan dezelfde overheid, broekzak-vestzak dus. Lange tijd gaf Vande Lanotte de indruk dat de vergrijzingskosten betaalbaar waren dankzij het Zilverfonds. Terwijl het pensioenprobleem dus niet werd opgelost.
De laatste Vande Lanotte-truc was de verlaging van de btw op elektriciteit naar 6 procent
De laatste Vande Lanotte-truc was de verlaging van de btw op elektriciteit naar 6 procent. Als minister van Economische Zaken in de regering-Di Rupo was Vande Lanotte de architect van de maatregel. De lagere btw zou leiden tot een minder hoge inflatie en dus een minder snelle indexering van de lonen. Een maatregel die de concurrentiekracht van de ondernemingen moest versterken. Maar de btw-verlaging kreeg veel kritiek: ze sloeg een gat van 500 miljoen euro in de staatskas. De regering-Michel draaide de verlaging dan ook terug. De zoveelste Vande Lanotte-maatregel die werd afgevoerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier