Het is zover: opkomende landen steken rijke landen voorbij
2012 is het jaar van de definitieve kanteling. De opkomende landen steken de rijke landen voorbij.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) publiceerde enkele dagen terug haar zesmaandelijkse World Economic Outlook. Dit lijvige document bevat telkens weer een schat aan waardevolle cijfers en opmerkelijke analyses.
Wat het cijfermateriaal betreft, valt dit jaar bijvoorbeeld op dat eind 2011 China en de groep van de eurozone economisch gezien exact even groot geworden zijn. Beide stonden in 2011 voor 14,3% van de ganse wereldproductie. Dat is nog altijd een heel eind achter de Verenigde Staten die afgelopen jaar 19,1% van de wereldeconomie vertegenwoordigden.
De globale omvang van die wereldeconomie bedroeg 70 000 miljard dollar wanneer de omrekeningen vanuit de diverse wisselkoersen gewoon aan marktwaardes gebeurt. Corrigeert men die wisselkoersen voor verschillen in koopkracht (de zogenaamde PPP = purchasing power parity) dan komt men uit op een waarde van 79 000 miljard dollar.
2011 was bijna zeker ook het laatste jaar waarin de groep van de rijke landen (“advanced economies”) binnen de wereldeconomie zwaarder woog dan het geheel van de opkomende landen (“emerging and developing countries”). Worden de prognoses van het IMF met betrekking tot de economische groei in 2012 en 2013 bewaarheid dan zal het aandeel van beide groepen in de wereldeconomie evolueren zoals aangegeven in de grafiek hierboven.
Er is op het vlak van de verhoudingen tussen rijk en opkomend trouwens nog een heel eind te gaan. Indicatief daarbij kan de bevolkingsverhouding zijn: 14,9% van de wereldbevolking woont in de rijke landen, 85,1% in de opkomende landen.
Johan Van Overtveldt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier