Herman Van Rompuy: ‘Ik heb twee keer voor toekomst van euro gevreesd’
Herman Van Rompuy heeft als voorzitter van de Europese Raad twee maal voor de toekomst van de euro gevreesd. Dat heeft hij toegegeven in een interview dat in de Nederlandse krant Het Financieele Dagblad staat.
De eerste keer dat de afscheidnemende Europees Raadsvoorzitter voor de toekomst van de euro vreesde, was in november 2011, bij de G20 in Cannes. “Dat was voor mij het absolute dieptepunt. De Grieken wilden een referendum, niet over de euro, maar over het bezuinigingspakket dat ze zouden krijgen. Met die vraagstelling waren we ervan overtuigd dat het in een catastrofe zou eindigen. We hebben het ze gelukkig uit het hoofd kunnen praten”, zegt Van Rompuy in het interview.
Daarna gebeurde dat nog eens in augustus 2012, toen het vertrouwensherstel uitbleef na het aankondigen van de bankenunie. “Die augustus was een afschuwelijke maand. Ik was in Spanje op vakantie en heb me toen echt afgevraagd in welk euroland ik zou terugkeren”, klinkt het. De belofte van ECB-president Mario Draghi om ongelimiteerd staatsleningen te kopen, bracht uiteindelijk verlossing.
Van Rompuy, die op 1 december wordt opgevolgd door de Poolse oud-premier Donald Tusk, denkt dat een sterkere Frans-Duitse samenwerking nodig is voor het slagen van de verdere economische eenwording van Europa. “Als mijn opvolger de Economische en Monetaire Unie wil uitbouwen, moet aan minstens twee voorwaarden voldaan zijn: de Europese Commissie moet een actieve rol spelen en er moet een sterkere Frans-Duitse samenwerking zijn. (Belga/TE)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier