Vrije Tribune

‘Hebben de Centrale Banken de controle nog wel in handen?’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Brute monetaire kracht is niet hetzelfde als beleid voeren’, schrijft Luc Nijs. Hij staat stil bij de verschillende monetaire keuzes om de economische gevolgen van de coronacrisis te bezweren.

Sinds de financiële crisis, en eigenlijk sinds de technologie crisis van begin deze eeuw hebben Centrale Banken (CB’s) niet alleen hun mandaat artificieel uitgebreid, ze hebben zich ook ingelaten met allerlei liquiditeits- en opkoopprogramma’s. Niet dat iemand twijfelt aan het feit dat in een crisis het verschaffen van liquiditeit een goede zaak is, maar zulke ingrepen moeten beperkt zijn in tijd en duidelijke doelen dienen.

Geen bewijs voor beleid

Net daar knelt het schoentje. Geen enkele centrale bank heeft een palmares dat laat zien dat al die programma’s ook datgene opgeleverd hebben waarvoor ze in het leven geroepen werden. Noch qua inflatiedoelstellingen, noch qua leningscapaciteit richting de economie, het aanzwengelen van consumptie of investeringen. Ze voelen ook geen behoefte om dat te bewijzen, en als men in het nauw wordt gedreven dan halen ze een gekochte studie boven die cijfers bevat die op vele manieren te interpreteren vallen en die feitelijk niets echt bewijzen. De kracht van statistiek, laten we maar zeggen.

Hebben de Centrale Banken de controle nog wel in handen?

Maar nu de meeste centrale banken tot wel 60% van de BBP van hun economie aan schuldfinanciering op de balans hebben staan, is de vraag of er nog wat te bewijzen valt en of er nog wel echt sprake is van beleid. Waar de CB’s na de crisis van 2008 gezien werden als ‘the lender of last resort‘ lijken ze nu hun mandaat eigenhandig geherformuleerd te hebben tot ‘the lender of the entire resort‘. De conclusie dringt zich op dat er eigenlijk geen sprake meer is van ‘beleid’ maar dat de CB’s disproportionele monetaire kracht gebruiken om een systeem te stutten waarover ze ‘de facto’ de controle reeds kwijt zijn.

Brute monetaire kracht is niet hetzelfde als beleid

Na de Franse Revolutie werd God vervangen door de staat, en van die staat verwachten we dat ze controle heeft, zodat ze belangen kan behartigen en haar grondgebied kan beschermen. Het is dus een natuurlijke reflex om te denken dat er iemand altijd controle heeft. Er is evenwel een hele lijst te maken van situaties waar de overheid of CB’s geen macht bleken te hebben om dingen tot een goed einde te brengen.

De covid-19-pandemie en het bijhorende beleid is allicht het meest recente in dat lijstje. Overheden en centrale banken bedienen zich van de illusie der ‘functionele redzaamheid’. Daarvoor gebruiken ze gemankeerde maatregelen (excessieve liquiditeit, zinloze herstelmaatregelen, megalomane herstelplannen, excessief rentebeleid,…) om een probleem af te dekken dat niet opgelost geraakt. We zijn evenwel op het punt aangekomen dat voor centrale bankiers (maar ook overheden) het behang van de muren komt en de illusie van functionele redzaamheid voor onze ogen verdampt en we dienen te constateren dat er sprake is van ‘a runaway system‘. Dat kan je afleiden uit het chronisch falen van het overheidsoptreden in alle grote dossiers maar ook in het monetaire beleid van de CB’s. Het werd de laatste jaren uitgebreid gedocumenteerd dat al die liquiditeits-, rente-, en monetaire ingrepen niet of nauwelijks impact hebben gehad op inflatiedoelstellingen of dat het een groter leenvermogen heeft opgeleverd van banken richting de reële economie, maar wel de vermogensongelijkheid aanzienlijk heeft uitvergroot, de spaarder in de kou gezet, nauwelijks heeft geleid tot extra consumptie en investeringen, en eigenlijk iedere poging tot prijsvorming in de markt stilletjesaan onmogelijk maakt.

Negatieve bijeffecten worden genegeerd of niet als hun verantwoordelijkheid gezien en verder is iedereen zelf verantwoordelijk voor wat er met hun vermogen gebeurt.

Maar door het opkopen van massa’s overheidspapier wakkeren CB’s de vraag naar risicovollere activa aan, ook in dat deel van de maatschappij en maatschappelijke systemen (zoals pensioen- en verzekeringsmaatschappijen) die dat risico feitelijk niet (in die mate) kunnen dragen. Maar zoals gezegd, dat is volgens de CB’s hun eigen probleem.

Illusie in stand

Wat we nu zien, is hoe iedere monetaire- en liquiditeitsinterventie steeds exponentieel groter wordt, maar met steeds kleinere positieve effecten. Hier is waar gelegitimeerde macht omslaat in niet gelegitimeerd en aan gedachteloosheid grenzend monetair spierballengerol. We zijn op het punt aangekomen dat centrale banken (maar ook overheden) als laatste wapen hebben dat ze de illusie in stand houden dat men controle heeft, zelfs als dat betekent dat men zich toont aan de wereld als onbekwaam, arrogant en bereid tot het constant draaien van allerlei semi-erudiete pirouettes om die illusie zo lang als mogelijk in stand te houden. De financiële pers houdt het vaak bij wat keuvelen, en mijdt de echte pijnlijke vragen.

In een recente column in De Tijd maakt Geert Noels wat het beleid van de Centrale Banken betreft de vergelijking met de Latijnse monetaire unie. Dat herinnerde me aan het feit dat vermogen en rijkdom, alsook een elite, niet noodzakelijk naadloos overgaan in een volgend systeem. Want dat er vroeg of laat een (al dan niet gecontroleerde) ‘re-set’ nodig, daar ziet het wel naar uit. Dat dat tot gevolg zal hebben dat fantoom-vermogen en fantoom-macht waar men zich in deze fase van bedient, zal verdwijnen, dat leert ons de geschiedenis. Men zal zich niet meer kunnen verbergen in gekunstelde structuren en zich verschuilen voor de echte legitimiteitsvraag van al dat handelen.

Optie voor een betere toekomst

De monetaire slijtageslag zal leiden tot een kost die vroeg of laat hoger zal zijn dan de kost van het gedwee volgen in het huidige systeem. De elite zal dan beseffen dat ze de controle verloren heeft over al datgene dat hun tot elite maakte zoals controle over kapitaalstromen, een toekomst met groei en welzijn, en meest belangrijk de controle over het ‘grote verhaal’ waar dit allemaal moet toe leiden en een maatschappij die functioneert als gemeenschappelijke resonantieruimte.

Men zal (als maatschappij) terug verlangen naar een vorm van stabiliteit zoals ze die kenden voor het afschaffen van het systeem van Bretton Woods, waar werken en sparen loonde, waar jonge mensen een huis konden kopen zonder allerlei hulp, waar zorg beschikbaar was zonder wurgende financiering, waar bijdrage aan sociale voorzieningen zichtbaarheid opleverde inzake wat mocht verwacht worden, en waar een meritocratie beschikbaar was voor iedereen. En ook waar de overheid zelf een ideeën-meritocratie was, en geen particratische augiasstal zonder echt palmares.

Luc Nijs is ceo en bestuursvoorzitter van de investeringsgroep The Talitha Group. Recent verscheen van hem The Handbook of Global Shadow Banking (Palgrave).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content