Hans Bourlon (CEO Studio 100) blikt vooruit: een formidabele oude dag – het jaar 2040
In De Tijdreiziger blikt Hans Bourlon, CEO van Studio 100, met veel fantasie enkele decennia vooruit. Deze week: De virtualrealitybril creëert samen met het gevoel van aanraking een volledige schijnwereld.
“De babyboomers zijn nu stokoud”, zegt Benji.
Hij opent een deur.
“25 jaar geleden heb ik deze ruimte ingericht als autobus. De oudjes zaten op banken en we gingen op citytrip naar Barcelona of Praag. Er was projectie op een scherm en ik gaf vooraan uitleg. Maar toen brak virtual reality door. Die technologie maakte zoveel meer mogelijk. Onze oudjes nu hebben een fantastische tijd… Volg mij.”
We gaan een tweede ruimte binnen. Er zitten oude mensen in fauteuils. Ze dragen een VR-bril met koptelefoon.
“De meeste oudjes zijn nostalgisch. We interviewen ze en weten zo wat belangrijk voor hen is. Dan maken we aangepaste VR-filmpjes.”
Ik zie een dame die duidelijk geniet. “Dit is Anna. Zij is nu in de Schotse Highlands. Daar heeft ze haar jeugd doorgebracht. Anna…” Benji neemt de VR-bril van haar hoofd. Ze is boos. “Geef terug!” krijst ze. Ze grijpt de bril en zet hem weer op.
“De volgende ruimte is voor meer ondernemende bejaarden”, legt Benji uit. Binnen zie ik een waar spektakel. Oudjes liggen in hangmatten of zweven rond, opgehangen aan riemen. Allemaal dragen ze een zwart pak dat tot over hun oren gesloten is en een VR-bril. Nu en dan schaterlachen ze of stoten ze mompelende geluiden uit.
Benji toont mij Zoë. Ze hangt op met het gezicht naar beneden.
“Zoë vliegt graag samen met zwanen.” Benji knipoogt. “We noemen haar Zoë Zwaan. Kijk, ze stijgt net op.” Zoë tovert een glimlach op haar gezicht. “Die riemen bewegen synchroon met het VR-beeld naar omhoog en omlaag,” legt Benji uit. We volgen op een schermpje hoe ze over een besneeuwde bergtop vliegt. Naast haar zien we de andere zwanen uit de formatie.
“Haar pak bestaat uit duizenden microscopische staafjes. Die simuleren aanraking, warmte… Zoë voelt nu de wind langs zich heen stromen. Geloof me. Dat is een sensatie.”
“En dit is Michel. Vroeger was hij beroepsmilitair. Bij de afdeling logistiek, nogal saai. Hij is nu 86 en in de fleur van zijn leven.” Michel hangt op en staat met zijn benen in een tredmolen. Plots begint hij te huppelen. We zien op het schermpje hoe hij het slagveld op stormt. Hij brult luid naar zijn makkers, terwijl de tredmolen draait…
Wat verder zie ik dames naast elkaar. “Dit is onze topper”, zegt Benji fier, “zwemmen tussen dolfijnen. Onze pakken bootsen het warme gevoel van het water na. Een geweldige ervaring. Je kan ook aan hoge snelheid mee zwemmen op de rug van een dolfijn.”
Dan toont Benji mij Marie. “Zij is speciaal. Psychiaters begeleiden haar. Marie maakt geen onderscheid meer tussen wat echt en virtueel is. Ze leeft al drie maanden onafgebroken op de maan. Volgens mij een VR-wereldrecord.”
“Geweldig wat je realiseert, Benji”, zeg ik. “Maar krijg je geen kritiek?”
“Bakken kritiek. Wat we doen, wordt met harddrugs vergeleken. Met alcoholisme en escapisme. Maar niemand kan ontkennen dat wij die mensen een formidabele oude dag bezorgen. En we denken aan de ecologische voetafdruk. Onze oudjes gaan niet op cruise of vliegen niet naar warme landen.”
“Probeer jij het nu eens”, zegt Benji.
“Bij mij werkt zoiets niet”, lach ik. “Ik hou altijd zelfcontrole. Ik laat nooit los.”
Als we de ruimte van de levensbeëindiging binnenstappen, laat ik me overtuigen.
“Hier begeleiden we natuurlijke dood, sedatie en euthanasie”, zegt Benji, terwijl ik het zwarte pak aantrek en de VR-bril opzet.
Eerst zijn er natuurbeelden. Lang en traag, roesverwekkend. Dan walvissen, herten, maar ook eenhoorns, dwergen en bizarre, mythische figuren die opzwepend om mij heen dansen. Het lijkt of ik in de Tuin der Lusten van Jeroen Bosch ronddool. Maar dan stijg ik op, de ruimte in, naar de sterren. De aarde, een kleurrijke, blauwe bol, verdwijnt onder mij heen en ik suis razendsnel voorbij planeten en sterrennevels. Dan is er een trillend wit stipje in de verte, dat almaar dichter komt en uitdijt tot een groot, wit, glinsterend licht dat mij aanzuigt en opslorpt tot… “Hans”, hoor ik. Plots zie ik voor mij de ogen van Benji die mijn VR-bril wegneemt. “Neee!” roep ik. Want ik wil intens graag blijven waar zovelen mij ooit zijn voorgegaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier