Geen medailles voor de politiek: positie van Brazilaanse presidente Rousseff wankelt
Schandalen en een recessie werpen een schaduw op Braziliës olympisch jaar.
2016 moest een gloriejaar worden voor Brazilië. De olie zou rijkelijk vloeien uit de uitgestrekte Pré-salvelden voor de kust van Rio de Janeiro en ze zou een gonzende economie smeren, de inkomens opdrijven en de ongelijkheid wegwerken. De voetbalgekke natie zou de glorie voelen van de zesde Wereldbekertitel die het op eigen terrein zou winnen in 2014. En naarmate de aandacht van de wereld zich zou richten op de Olympische Spelen in Rio in augustus, zou de linkse Arbeiderspartij PT van presidente Dilma Rousseff zich klaarhouden om in de schijnwerpers te treden als de partij die voor sociale en economische vooruitgang heeft gezorgd sinds ze in 2003 de macht overnam.
Omkoopschandaal
Brazilië haalt in 2016 nog altijd de krantenkoppen, maar dan voor minder flatterende redenen. De Pré-salrijkdom bleek al even ongrijpbaar als de Wereldbekerglorie. Petrobras, de door de staat gecontroleerde petroleumreus, is wel een melkkoe gebleken, maar enkel voor een selecte groep van Brazilianen. In 2014 kwam een omkoopschandaal van meerdere miljarden dollars aan het licht. Een aantal bazen van bouwbedrijven komt in 2016 voor de rechter en dat is ook het geval voor verschillende politici uit Rousseffs coalitie.
De presidente werd niet in verband gebracht met het imbroglio, al beweren haar tegenstanders dat haar herverkiezingscampagne in 2014 genoot van duistere giften. Meer moeite had ze om de uitspraak van het nationale auditbureau af te schudden, namelijk dat haar regering in 2014 illegaal handelde toen ze tijdens een verkiezingsjaar dubieuze boekhoudtechnieken gebruikte om een gat in de begroting te verdoezelen.
Voor een grotere ontwrichting zorgden de optochten van de vakbonden en andere sociale bewegingen die banden hebben met de PT. Die zullen intenser worden als Rousseffs pogingen om de openbare bestedingen in toom te houden pijn beginnen te doen en de economie verder afglijdt.
Recessie
In 2016 gaat Brazilië zijn tweede recessiejaar in, de langste economische neergang sinds de jaren dertig. De werkloosheid loopt op tot 10 procent, dubbel zoveel als in 2014. De ongelijkheid kruipt voor het vierde opeenvolgende jaar omhoog. De teruglopende output en de hoogste intrestvoeten ter wereld duwen de inflatie naar beneden van 9,5 procent in 2015, maar nog niet tot de 2,5 tot 6,5 procent dat de centrale bank voor ogen heeft.
De munt keldert. De Braziliaanse real staat zwakker ten opzichte van de dollar dan op om het even welk moment sinds zijn introductie in 1994. De real is samen met de prijs van sojabonen, ijzererts en olie ingezakt. Maar hij werd ook naar beneden gedrukt door de verwachting dat in 2016 opnieuw een grote kredietbeoordelaar Brazilië zijn investeringsgraad zou ontnemen, net zoals Standard & Poor’s in september 2015 deed. Een tweede degradatie tot de junkstatus zou de pensioenfondsen en gemeenschappelijke beleggingsfondsen ertoe dwingen Braziliaanse overheidsobligaties af te stoten. Om zeker te zijn dumpen vele onder hen hun Braziliaanse effecten voor het zover is.
Lichtpunt
In 2016 kan Rousseff zich nog vastklampen aan haar job, maar het vooruitzicht voor de rest van haar ambtstermijn is minder zeker. De denktank Eurasia Group schat haar kans om tot 2018 te overleven op drie op vijf.
Te midden al die somberheid vormt Rio een lichtpunt. De zowat 90.000 tijdelijke olympische banen voorkomen sociale onrust in de gaststad. Het succes van de Spelen straalt echter niet af op Rousseff. Het is integendeel Eduardo Paes, de ambitieuze PDMB-burgemeester van Rio, die de vruchten zal plukken. In de jaren na 2016 groeit hij uit tot een politieke kracht om rekening mee te houden.
Jan Piotrowski, bureauchef van The Economist in São Paulo
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier