‘Geef de Franstaligen grondwettelijke solidariteitsgaranties’
Experimenten met hoger onderwijs van twee jaar die vraag en aanbod op elkaar moeten afstemmen. De ex-topman van het onderwijs, Georges Monard, volgt het nog op de voet. Net als de communautaire onderhandelingen.
Georges Monard ging 2,5 jaar geleden, op zijn 65ste, met pensioen, maar hij zit allerminst om werk verlegen. “Ik werk nog voor de helft, maar veel thuis.” Om de haverklap haalt hij tijdens het interview een rapport boven dat in uitvoering is en waaraan hij meewerkt.
De man, die met Jean-Luc Dehaene en Wilfried Martens decennia geleden deel uitmaakte van het wonderbureau van de CVP-jongeren, volgde als jong gepensioneerde een kookcursus. Hij leerde er niet alleen koken, maar ervoer dat de overheid absoluut gelijk heeft om er geen opleidingscheques meer voor te geven. Sommige ‘koks’ in zijn groep volgden al meer dan tien jaar de opleiding en bleven subsidies krijgen.
Reizen, dat zit er bij Monard ook in. Hij heeft de behoefte om andere landen en culturen te leren kennen. Mexico, Thailand en Noorwegen zijn achter de rug, en in februari staat er een veertiendaagse cultuurreis door India op de agenda. Dat alles neemt niet weg dat onderwijs een belangrijk deel van Monards tijd in beslag blijft nemen. “Ik doe het gewoon graag.”
TRENDS. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt overeenstemmen, blijft een zorgenkind. Zelfs 14.000 vacatures die geen diploma noch ervaring vereisen, raken niet ingevuld.
GEORGES MONARD. “Elk land worstelt met niet-ingevulde vacatures. Dit is voor een deel de verantwoordelijkheid van het onderwijs. Zowat 15 procent van de jongeren komt zonder diploma op de arbeidsmarkt, maar geen werk vinden heeft niet alleen met kennis te maken. Erger is het missen van basiscompetenties om een job te krijgen en te houden: de wil om te werken, stiptheid, in groep kunnen werken, werk zien, enzovoort.
“De onderwijswereld maakt daar volop werk van, want het blijft haar opgave om jongeren onderaan de maatschappelijke ladder in de samenleving te integreren. Dat betekent vooral ze geschikt maken om te werken. We moeten jongeren van veertien, die schoolmoe zijn, een aangepaste opleiding kunnen geven.”
U stond mee aan de basis van de leerplichtverlenging tot achttien jaar. Doen we er toch niet beter aan sommige jongeren vroeger de arbeidsmarkt te laten betreden?
MONARD. “Zes op de tien jongeren die deeltijds leren en werken, slagen. Daarvoor moeten ze naast hun opleiding werk hebben dat erop aansluit. Deeltijds leren en deeltijds straatjongere zijn, brengt geen zoden aan de dijk. Die jongeren haken helemaal af. Overigens heb ik het ook over voltijds onderwijs dat veel praktischer gericht is en stages inhoudt die arbeidsattitudes aanleren. Je mag van die jonge mensen niet verwachten dat ze van bij het begin heel productief zijn.
“Werkgevers nemen terecht geen jongeren onder de achttien in dienst omdat ze daar geen voordeel bij hebben. Sommige van die jongeren worden straatkinderen, zeker in grote steden. Bij allochtone jongeren komt daar de taalhandicap bovenop, wat de oplossing nog bemoeilijkt. Let wel, jonge allochtonen van wie de ouders geslaagd zijn in het leven, doen het ook goed.
” (Monard haalt een lijvig rapport boven) In onderwijskringen kennen ze allemaal het rapport-Monard over de hervorming van het secundair onderwijs. Moeilijke jongeren meer kansen geven, zit erin vervat. Dat gebeurt door de beroepsopleidingen breder te maken. De gespecialiseerde kennis in die vele opleidingen is vlug achterhaald en daarom mikken we op de competenties waarover ik het daarnet had. We moeten eisen blijven stellen aan die jongeren, ook al krijgen ze van thuis weinig mee en hebben ze het moeilijk in de samenleving.”
Het zoveelste rapport over de hervorming van het onderwijs.
MONARD. “Opgepast, het secundair onderwijs kende enkele deelhervormingen. Een globale aanpak is tot nu toe niet gelukt. De vorige minister van Onderwijs, Frank Vandenbroucke, zette er als zoveelste zijn schouders onder, maar verloor na de jongste Vlaamse verkiezingen zijn ministerportefeuille. Hoe dan ook, in het Vlaams regeerakkoord staat dat het rapport-Monard als basis dient voor de komende hervorming. Scholen moeten autonomie krijgen. Daar ijver ik al heel mijn professionele leven voor. Vertrouwen geven aan mensen. Scholen moeten elkaars kloon niet zijn, ook niet binnen hetzelfde onderwijsnet.”
Gaat de hervorming van het hoger onderwijs niet in de tegengestelde richting?
MONARD. ” (denkt na) Dat weet ik niet. Het zou spijtig zijn, mocht een nieuw centralisme ontstaan. Weet u, ik doe veel aan kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs. (haalt een nieuw lijvig rapport boven) Dit rapport is de zelfevaluatie van een masteropleiding aan de Hogeschool Gent. Ik ben die aan het lezen en zal met enkele andere deskundigen een van de komende weken vier dagen naar Gent trekken, er met alle betrokkenen praten en zien of de opleiding voldoet aan de vereiste eindtermen.
“Ik ben ook bezig, in Vlaanderen en Nederland, met experimenten voor een tweejarige, zeer praktijkgerichte opleiding in het hoger onderwijs. Voor verpleegkundigen bestaat die al en ze zou nuttig zijn in bijvoorbeeld de informatica, de automechanica, ouderenzorg, enzovoort. (haalt de tekst van een decreet boven) Sommige jongeren hebben dat nodig om hun plaats in te nemen op de arbeidsmarkt. Anderen krijgen de smaak te pakken en gaan dan toch voor een professionele bachelor.
“Masteropleidingen aan de hogescholen onderbrengen bij de universiteiten, wat onlangs is beslist, ligt in het verlengde van de hervorming die masters en bachelors deed ontstaan. Het is een logische evolutie, maar het gevaar bestaat dat er twee gescheiden werelden ontstaan: de masters aan de universiteiten en de professionele bachelors aan de hogescholen. Indien de universiteiten dan zouden neerkijken op de hogescholen, zijn we ver van huis. Hogescholen en universiteiten moeten heel dicht bij elkaar blijven en er zal een nieuwe rationaliseringsoperatie van de opleidingen moeten komen. (haalt een nieuw rapport boven) Alle masters bij de universiteiten onderbrengen, kost bovendien geld. En er moet meer geld gaan naar de professionele bachelors, die heel succesvol zijn op de arbeidsmarkt.”
Geld dat ontbreekt. De universiteitsrectoren hekelden onlangs dat de overheid bespaart op onderzoek.
MONARD. “Ik begrijp hen. Ze losten een schot voor de boeg omdat iedereen aanvoelt dat er besparingsrondes op komst zijn. Die zullen de hervormingen vertragen en bovendien zal de onderwijssector de vraag krijgen om in eigen boezem te kijken en na te gaan waar het met minder geld kan. Het onderwijs kwam er trouwens goed uit bij de jongste besparingen van de Vlaamse regering.”
Wat beschouwt u als uw belangrijkste verwezenlijkingen in het onderwijs?
MONARD.”De verlenging van de leerplicht tot achttien jaar en de bijhorende uitbouw van het beroepsonderwijs, de betere personeelsomkadering van kleuter- en lager onderwijs, en een eigentijdse kwaliteitsbewaking. Dat werd allemaal gerealiseerd met Daniël Coens (CVP) en Luc Vandenbossche (sp.a), twee sterke ministers.
“Met Jean-Luc Dehaene werkte ik al goed samen in het wonderbureau van de CVP-jongeren, waar dezer dagen weer veel over te doen is. Maar mijn vruchtbaarste samenwerking met hem gebeurde bij de grondwetsherziening van 1988.”
U maakte deel uit van dat wonderbureau van de CVP-jongeren, maar koos nadien voor het werk achter de schermen. Waarom?
MONARD.”Ik was een politieke prematuur en werd als 28-jarige lid van de voorloper van het Vlaams Parlement. Dat is te jong. Het is beter eerst ervaring op te doen en het maatschappelijke leven te hebben meegemaakt, en pas dan in het parlement plaats te nemen. Pas op, ik zat er graag, maar ik zag me dat niet heel mijn leven doen en heb mijn keuze om achter de schermen te gaan werken nooit betreurd. Ik was van bij het begin sterk geïnteresseerd in onderwijs, waarbij de autonomie van de scholen altijd een van mijn stokpaardjes is geweest.”
Waarover ging die vruchtbaarste samenwerking met Jean-Luc Dehaene?
MONARD.”De grondwetswijziging van 1988 waarbij het onderwijs naar de gemeenschappen werd overgeheveld. Ik was voorzitter van de werkgroep die de grondwetsartikelen moest herschrijven. De Franstalige christendemocraten (PSC) hielden de defederalisering al sinds 1971 tegen uit vrees dat de socialisten en liberalen voor eens en voor altijd de heerschappij zouden krijgen over het Franstalig onderwijs, en het katholiek onderwijs er zou worden weggeveegd. Achteraf is gebleken dat het katholiek onderwijs het heel goed stelt in de totaal ontkerstende regio.
“We hebben het veto van de PSC toen weggewerkt door de garanties uit het schoolpact
– vrijheid, gelijkheid – over te nemen in de grondwet als een afdwingbaar artikel voor het Grondwettelijk Hof. Het nam de weerstand van de PSC weg en de bevoegdheid over het onderwijs kwam eindelijk bij de deelstaten te liggen. Heel het onderwijs, op enkele details na. Coherente bevoegdheden zijn de enige manier om de staat goed te hervormen. Wanneer een deel van de bevoegdheid, zoals in de gezondheidszorg, federaal blijft, krijg je bevoegdheidsconflicten en dubbel werk.
“Na die grondwetsherziening hebben we in Vlaanderen een resem onderwijsmoeilijkheden kunnen oplossen die federaal niet meer te klaren waren. Dat ging bijvoorbeeld over meer autonomie voor scholen en over het bewaken van de kwaliteit door de overheid.
“De Franstaligen houden er een andere mening op na en bij hen beslist de minister nog altijd over allerlei kwesties waarvoor in Vlaanderen de scholen al lang bevoegd zijn.
“De grondwettelijke garanties maakten het mogelijk dat de deelstaten bevoegd werden voor het onderwijs. We moeten de Franstaligen in de op stapel staande staatshervorming weer geruststellen en hun grondwettelijke waarborgen bieden voor het blijven bestaan van de solidariteit tussen personen – rijk en arm, jong en oud – over de grenzen heen.”
Aan het einde van uw professionele loopbaan ruilde u het Vlaamse onderwijs voor de federale ambtenarenzaken.
MONARD.”Ik liet me overtuigen door Luc Vandenbossche. De nieuwe paarse federale regering van premier Guy Verhofstadt wou een grote operatie doorvoeren om de overheidsdiensten beter te doen werken en van België een modelstaat te maken. We kwamen uit een periode met de Dutroux-affaire en de dioxinecrisis.
“Om de kansen op slagen te vergroten, werd stormram Vandenbossche verantwoordelijk voor de hervorming. Zelfs hij heeft zijn sterk concept niet tot een goed einde kunnen brengen. De Franstaligen, in het bijzonder de PS, zagen de modernisering niet zitten en holden ze nadien systematisch en vakkundig uit. De PS beschouwt de ambtenarij nog altijd als een machtsfactor, een apparaat waar ze haar mensen kan plaatsen. De modernisering van de overheidsdiensten werd een ontgoocheling en daarbovenop kwam de vernietiging door de Raad van State van mijn benoeming, naast verscheidene andere topbenoemingen, louter en alleen omdat de procedure niet correct zou zijn gevolgd.
“Ik was vijf jaar federaal actief en stond op de drempel van mijn pensioen. In de korte periode daartussen ben ik in opdracht van de Europese Unie internationaal aan de slag geweest voor ambtenarenzaken, onder meer in Kosovo, en ben ik mij geleidelijk weer over onderwijskwesties gaan buigen. Net na mijn pensionering ben ik voor de OESO onder meer het onderwijs gaan doorlichten in Zuid-Afrika, vijftien jaar na de apartheid. Ik was lid van een internationaal team dat er twee weken verbleef.”
Er komen nieuwe besparingstreinen aan. De vele ambtenaren die met pensioen gaan, worden niet allemaal vervangen, dat kan geld in de lade brengen.
MONARD.”Dat klopt. Het is perfect mogelijk veel minder uit te geven. Stel dat je 100 miljoen kan uitsparen omdat veel ambtenaren met pensioen gaan. Daarvan geef je de helft terug aan de overheidsmanagers, die allemaal hogeropgeleiden aanwerven. Het zal resulteren in een derde nieuwe aanwervingen. Het is steeds weer hetzelfde: geef de mensen verantwoordelijkheid en bewaak als overheid dat ze de afgesproken resultaten halen.”
Door boudewijn vanpeteghem, fotografie pat verbruggen
“Scholen moeten elkaars kloon niet zijn, ook niet binnen hetzelfde onderwijsnet” Georges Monard
“Het is de taak van het onderwijs om jongeren onderaan de maatschappelijke ladder in de samenleving te integreren” Georges Monard
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier