Tijdens de redding van Dexia in 2008 bleek de voormalige premier Leterme niet concreet op de hoogte van de ‘Panama-route’ die Dexia via Luxemburg organiseerde, maar vermoedens had hij wel.
Het Luxemburgse advieskantoor Experta, dat van 2002 tot 2011 via Banque Internationale à Luxembourg (BIL) deel uitmaakte van de Dexia-groep, heeft meer dan 1.600 offshores helpen oprichten via Mossack Fonseca, blijkt uit de Panama Papers, waarover Knack bericht.
Het systeem begon al in de jaren 90 en ging door tot aan de ontmanteling van de groep eind 2011. Dat betekent dat Dexia zelfs nadat de groep in september 2008 gered moest worden met 3 miljard euro Belgisch belastinggeld nog jaren klanten hielp om via Panama belastingen te ontlopen.
‘Wel een vermoeden, niet verantwoordelijk’
“We hadden zeker niet specifiek weet van deze Panama Papers. Maar we konden destijds wel vermoeden dat een aantal Belgische systeembanken zulke transacties voor hun klanten organiseerden,” aldus Leterme dinsdag in De Morgen.
Volgens de voormalige premier van België heeft hij Jean-Luc Dehaene en Pierre Mariani, die destijds respectievelijk voorzitter en CEO van Dexia waren, ‘onmiddellijk’ gevraagd aandacht te hebben voor eventuele activiteiten via belastingparadijzen. Later heeft hij daar nog af en toe naar verwezen, zonder verder aan te dringen. “Je gaat er dan vanuit dat de bevoegde autoriteiten, zoals de belastinginspectie en de (toezichthouder) FSMA, hun werk zullen doen.” Of in het Dexia-dossier de FSMA en de Bijzondere Belastinginspectie hebben gefaald, kan Leterme niet zeggen. “Het is niet aan mij om dat te beoordelen.”
Op de vraag of hij zich verantwoordelijk voelt voor wat er nu via de Panama Papers boven water komt, antwoordt Leterme resoluut: “In het geheel niet. Persoonlijk wist ik er niets van. En wat mijn politieke verantwoordelijkheid betreft: wij hadden een bank te redden. U zult van mij moeten aannemen dat we op de paar uur die we daarvoor hadden, niet tot in de details konden nagaan wat er allemaal gebeurde bij Dexia. De eerste prioriteit was te kijken hoe diep de put was en hoe we die toxische producten konden opvangen.”
Bankencrisis
Dat zulke praktijken gebeurden bij internationale zakenbanken in een concurrentiële markt, verbaast Leterme naar eigen zeggen niet. “Maar dat het na de bankencrisis nog steeds op grote schaal werd georganiseerd, daar sta ik wel van te kijken. Dat is nog een stuk erger dan voor de staat eigenaar was. Het minste wat je kunt zeggen is dat het vragen doet rijzen”, aldus Leterme in De Morgen.
Hoewel Leterme zich in het geheel niet verantwoordelijk voelt voor de Dexia Papers die onlangs aan het licht kwamen, hoopt hij dat ‘we aan 2008 op zijn minst duidelijkheid op het vlak van regelgeving en de taak van toezichthouders hebben overgehouden’. Leterme verwijst in dat verband naar de stappen die sindsdien gezet zijn voor een transparante internationale fiscaliteit, zoals de OESO-teksten die Luxemburg en Zwitserland al hebben goedgekeurd. (DM/BO)
