EU: vrouwen worden 14,1 procent minder betaald, kan nog ‘eeuwen’ duren
Volgens de meest recente cijfers van Eurostat is de loonkloof tussen mannen en vrouwen in de 27 landen van de Europese Unie licht gedaald in de afgelopen jaren, tot 14,1 procent (voorlopig cijfer) in 2018.
Dat meldt de Europese Commissie vrijdag. ‘Aan het huidige tempo hebben we nog decennia nodig, of zelfs eeuwen’ om tot gelijke verdiensten te komen, benadrukken commissarissen Vera Jourová, Nicolas Schmit en Helena Dalli in een gezamenlijke mededeling. ‘Dat is onaanvaardbaar.’
Die 14,1 procent van Eurostat is het verschil tussen het gemiddelde bruto-uurloon van vrouwelijke en mannelijke werknemers (in bedrijven met minstens tien werknemers), als percentage van het gemiddelde bruto-uurloon van een man. Een jaar eerder (2017) bedroeg het verschil 14,5 procent. Dat gaat over alle betaalde jobs en dus niet over het verschil in salaris tussen mannen en vrouwen in dezelfde functie of met dezelfde werkdruk. De vergelijking op uurbasis houdt geen rekening met het feit dat meer vrouwen halftijds werken.
Voor de eurozone becijfert Eurostat het verschil op 15 procent (voorlopig cijfer, 15,5 procent in 2017), voor België op 5,8 procent (evenveel als in 2017). Daarmee heeft ons land een van de laagste percentages in de Europese Unie – Estland heeft de grootste loonkloof met 21,8 procent.
Onbetaald werk
Enkele dagen geleden schoven de vrouwen van de Partij van Europese Socialisten (PES) nog naar voren dat er volgens hen een loonkloof is in de EU van 28 (met het Verenigd Koninkrijk) van 16 procent. Een belangrijke reden voor dat hardnekkige verschil is de ongelijke verdeling van onbetaald werk, zoals het huishouden, kinder- en ouderenzorg, leggen de vrouwen van de partij uit. Dat laatste blijkt ook uit een studie van het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV), die uitwijst dat de loonkloof zo traag afneemt dat het nog tot 2104 zou duren om ze te dichten. ‘De kloof zal in de loop van dit decennium slechts in drie landen gedicht worden’, zegt het EVV, met flagrante verschillen tussen de verschillende landen. Volgens de voorspellingen zijn de drie landen in kwestie België (in 2028), Luxemburg (in 2027) en Roemenië (in 2022). Maar ‘in minstens één daarvan zijn de salarissen voor vrouwen én mannen onaanvaardbaar laag’, zegt het EVV over die laatste.
In haar bericht van vrijdag herinnert de Commissie er nog aan dat ze in de komende weken erop rekent bindende maatregelen in te voeren wat betreft de transparantie over lonen. Dat hulpmiddel, dat al werd aangekondigd door Ursula von der Leyen maar al vroeger verwacht werd, zal volgens het EVV specifiek ingezet kunnen worden in de strijd voor gelijke bezoldiging.