Een op de honderd meerderjarige Belgen in procedure van collectieve schuldenregeling
Het aantal Belgen met een lopende collectieve schuldenregeling is dit jaar afgenomen tot 90.947, van 93.565 in 2017.
Dat meldt het Observatorium voor Krediet en Schuldenlast op basis van voorlopige cijfers van de Centrale voor kredieten aan particulieren (CKP) van de Nationale Bank. Het gaat om 1 procent van de meerderjarige bevolking in België.
Sinds 2015 worden er meer dossiers afgesloten dan dat er nieuwe bijkomen. Het Observatorium voor Krediet en Schuldenlast verklaart dit onder meer door een geringer aantal ingediende verzoekschriften en een stabilisering of daling van het aantal gezinnen met financiële problemen.
Daarnaast wordt er echter ook gewezen op een ‘geringere aantrekkelijkheid’ van de collectieve schuldenregeling voor particulieren. Sommige schuldbemiddelaars zouden zelfs gewag maken van mond-tot-mondinformatie die in het nadeel zou spelen van de procedure. ‘Volgens hen zijn er gezinnen die ontgoocheld zijn door de collectieve schuldenregeling en andere gezinnen ontmoedigen om een verzoekschrift in te dienen’, klinkt het.
De procedure zou voorts ook een overgangspunt bereikt hebben. Omdat het aantal geregistreerde procedures de jongste jaren continu blijven stijgen is en gezinnen gemiddeld voor zeven jaar in collectieve schuldenregeling zitten, wordt verwacht dat het aantal nieuwe dossiers op een moment zal afnemen.
De collectieve schuldenregeling werd in 1999 in het leven geroepen. De procedure werd in de jaren 2000 gezien als een ‘mirakeloplossing’, maar sommige bemiddelaars zouden volgens het Observatorium voor Krediet en Schuldenlast ondertussen minder systematisch terugvallen op de procedure.