Denkspoor van legalisering illegale cannabis wint terrein
Van 19 tot 21 april 2016 debatteert de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over de internationale drugsverdragen. Wereldwijd rijpen de geesten om wiet gecontroleerd te legaliseren. “Enkel zo kun je de markt structureel ontwrichten”, oordeelt professor Tom Decorte. Anders blijven de economische belangen te groot.
In een loods ergens in Vlaanderen groeien 230 cannabisplanten met een THC-waarde die vele malen hoger ligt dan die van de legale hennepvariëteiten. De eigenaar van de illegale cannabiskwekerij – we zullen hem Jean noemen – is bereid zijn verhaal te doen. “Ik kies bewust voor hydrocultuur”, zegt hij. Daarbij groeien de planten zonder aarde in een inert milieu, in dit geval in kleikorrels. Jean vertelt met kennis van zaken over het productieproces: over de speciale bemesting, het ventilatiesysteem, de substraatkeuze en de lichtcyclus, de techniek van het overschakelen van 18 uur naar hooguit 11 uur licht per dag om de plant tot bloei te dwingen (forceren of trekken in het vakjargon). Hij gebruikt stekken omdat het uitvalspercentage een stuk kleiner is dan bij zaadjes. Zijn kweekmateriaal koopt hij rechtstreeks in bij legale tuinbouwbedrijven, heel af en toe bestelt hij ook zaden online, al probeert hij dat zo veel mogelijk te vermijden.
Ik zie mezelf ook niet als een criminele ondernemer. Ik pers niemand af. Ik koop in, kweek, verkoop en incasseer de winst
Jean werkt samen met enkele partners. “Het knippen en drogen van de toppen doe ik samen met twee vrienden. Voor de stekken heb ik een vaste leverancier. Ik heb niets te maken met maffiose grootproducenten die wurgcontracten afsluiten met marginale figuren om hun ruimte voor huisteelt ter beschikking te stellen. Ik zie mezelf ook niet als een criminele ondernemer. Ik pers niemand af. Ik koop in, kweek, verkoop en incasseer de winst. En de kwaliteit is goed, dat is het allerbelangrijkste.”
Over de opbrengst in aantal grammen is hij minder gedetailleerd, maar “voor minder dan 4200 euro per kilogram (groothandelsprijs, nvdr) verkoop ik niet”. Jean noemt zich een semiprofessionele kweker – hij heeft naar eigen zeggen nog een andere ‘onderneming’ – maar ontkent niet dat er grof geld te verdienen valt in deze business. “Ik wil dit maximaal twee jaar doen, dan is mijn huis afbetaald (lacht). Hoe langer je actief bent, hoe groter de kans op betrapping. De politiediensten worden bovendien almaar inventiever.”
Internationaal wordt lokaal
Volgens de Belgische drugswetten is roesverwekkende cannabis (mét hoge THC-waarde) – ook wel wiet of marihuana genoemd – illegaal. Maar sinds de federale beleidsnota Drugs van 2001 wordt een onderscheid gemaakt tussen cannabis en andere illegale drugs. Sindsdien krijgt cannabis voor persoonlijk gebruik de laagste opsporingsprioriteit. Dat betekent dat een volwassene met drie gram cannabis voor persoonlijk gebruik en/of één vrouwelijke plant in zijn bezit enkel een vereenvoudigd proces-verbaal krijgt en doorgaans niet vervolgd wordt. Er is evenwel niet altijd sprake van rechtsgelijkheid en -zekerheid. Dat leidt tot situaties dat iemand die gepakt wordt met drie gram of minder op zak, in het ene arrondissement wel en in het andere arrondissement niet vervolgd wordt.
In België en Nederland wordt pas sinds de jaren zeventig en tachtig cannabis geteeld. Tot dan werd het ingevoerd uit landen als Libanon, Afghanistan en Marokko. De grootscheepse handel werd gecontroleerd door beruchte Hollandse hasjbaronnen. Onder meer nieuwe land- en tuinbouwkundige ontwikkelingen stimuleerden de kweek in de Lage Landen. Alle expertise die in legale sectoren werd ontwikkeld om pakweg tomaten te kweken in serres, kon ook worden ingezet in de illegale cannabiseconomie. De Nederlandse growshops en grote beurzen waar de technologie voor cannabisproducenten te koop was, stimuleerden jarenlang die lokale productie. Intussen is alle informatie, inclusief die over kweekcursussen, maar enkele muisklikken weg.
Strikt gereguleerde legalisatie
Tom Decorte, hoogleraar criminologie aan de UGent en coördinator van het Instituut voor Sociaal Drugsonderzoek, doet al jaren onderzoek naar de cannabisplant. Zijn database omvat meer dan 9000 cannabiskwekers uit tien landen. De geschiedenis van de roesverwekkende cannabis hangt volgens hem samen met ‘onze’ keuze om het spul te criminaliseren. “Als je cannabis en de productie ervan in de illegaliteit duwt, ontstaat een economische wetmatigheid die stelt dat hoe harder je ertegen optreedt en hoe groter het risico wordt om betrapt te worden, hoe winstgevender de productie en de distributie ervan zijn. Daardoor krijg je nog meer malafide ondernemers en wordt het aanbod nog groter. De theorie die stelt dat je die markt ontwricht als je maar hard genoeg straft en afschrikt, werkt niet. Dat zien we nu wereldwijd en het blijkt ook uit vele wetenschappelijke onderzoeken. Elke poging om een markt schoon te vegen, leidt enkel tot geografische verschuivingen. Er is trouwens een economische incentive voor illegale producenten om net die varianten te kweken met de hoogste THC, omdat die tot 500 à 600 euro meer per kilo opleveren op de illegale markt.”
Professor Decorte is al langer voorstander om cannabis voor recreatief gebruik uit het strafrecht te halen. “Maar je moet die markt strikt reguleren door een beperkt aantal, zorgvuldig geselecteerde producenten en verkoopkanalen te vergunnen. Dat zal tevens extra banen opleveren. Bovendien zal de cannabis uit een staatswinkel of door de overheid vergunde instantie goed van kwaliteit zijn, dus zonder schimmels, zware metalen of andere rotzooi. Medicinale cannabis voor MS- of kankerpatiënten zou ik enkel op voorschrift van een arts en onder medisch toezicht laten toedienen. Laat ons niet dezelfde fout maken als bij andere roesmiddelen zoals alcohol of tabak, die wel gecommercialiseerd zijn in een vrijemarktsysteem.”
Schizofrene Nederlanders
Wij runnen een legale winkel, betalen belastingen en mogen beperkt wiet verkopen aan de voordeur, maar kunnen niet legaal inkopen aan de achterdeur
Hoe zit het intussen bij onze liberale noorderburen? De coffeeshops doen er nog goede zaken, maar Belgen worden er wandelen gestuurd. Sinds 1 januari 2013 mogen de coffeeshops enkel nog aan Nederlanders verkopen. Volgens een coffeeshopmanager heerst in Nederland een op zijn zachtst gezegd schizofreen systeem. Terwijl medicinale cannabis er zorgvuldig wordt geproduceerd, gescreend en getransporteerd onder het toeziende oog van de overheid, wordt de cannabis van de coffeeshops aan de achterdeur geleverd door illegale en criminele ondernemers. De manager: “Wij runnen een legale winkel, betalen belastingen en mogen beperkt wiet verkopen aan de voordeur, maar kunnen niet legaal inkopen aan de achterdeur”, sneert de manager. “Tja, cannabis komt niet zomaar uit de lucht gevallen, hè.” Hij staat zeker open voor bevoorrading door legale producenten, onder supervisie van de overheid.
Volgens Tom Decorte toont het Nederlandse model aan dat de overheid bij de legalisering van een drug ook de productie en de levering aan het verkooppunt moet reguleren. Hij pleit voor een referendum om te zien hoe groot het draagvlak voor legalisering is. Hij gelooft rotsvast dat de meeste illegale plantages zullen verdwijnen bij strikte regulering. “Omdat de winstmarge dan te klein wordt en de inspanning te groot. Nu is het omgekeerd. Het overheidsaanbod moet wel voldoende groot zijn, enkel zo kun je de markt structureel ontwrichten.”
Het debat is geopend
Waar hij tien jaar geleden nog in de woestijn predikte, krijgt hij nu almaar meer gehoor voor zijn pleidooi voor een door de overheid gereguleerde wietmarkt. In de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is het debat over decriminalisering geopend. Wereldwijd experimenteren al enkele landen met hun cannabisbeleid. Uruguay heeft zo’n monopolistische regulering met vergunde bedrijven. Het land staat ook beperkte thuisteelt toe en er zijn zo’n twintig social clubs, vergunde coöperatieven van mensen die voor hun eigen leden produceren en distribueren. In de Verenigde Staten is in twintig staten het gebruik van cannabis voor medische doeleinden al toegelaten. In de staten Washington en Colorado is ook de verkoop van cannabis voor niet-medische doeleinden aan 21-plussers sinds 2014 toegestaan. Daar duiken wel al de eerste uitwassen van de verregaande commercialisering op. Producenten verkopen er bijvoorbeeld snoepjes, shampoo of chocolade met 40 procent THC.
In de hulpverleningssector is er scepsis. Dirk Vandevelde is directeur van de Kiem, een centrum dat hulp biedt aan personen die problemen hebben door het gebruik van drugs, alcohol of medicatie. Hij ziet het aantal personen dat wordt opgenomen ten gevolge van cannabisverslaving de jongste jaren stijgen. “We zijn ongerust. Komt het omdat het THC-gehalte zo toegenomen is of omdat meer mensen cannabis uitproberen? Met een strikte regulering kun je het THC-gehalte inderdaad beperken, maar creëer je dan geen zwarte markt voor de zwaardere wiet? We moeten het beleid hier in ieder geval in een Europees kader gieten, in nauwe samenwerking met de buurlanden. En laat ons alsjeblief de medicinale waarde van cannabis loskoppelen van het legaliseringsdebat, want als medicatie kun je ze perfect in pilvorm toedienen onder supervisie van de arts.”
Sam De Kegel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier