‘De meeste grote Catalaanse bedrijven zitten niet te wachten op onafhankelijkheid van Spanje’
Hoewel de Catalaanse minister-president Puigdemont de onafhankelijkheid van de regio heeft uitgeroepen, zitten de meeste grote Catalaanse bedrijven niet te wachten op onafhankelijkheid van Spanje. Tegelijk zijn ze het Spaanse immobilisme meer dan zat.
“Es un desastre.” Een ramp. Pedro Mardomingo, countrymanager van de Spaanse vestiging in Madrid van de Gentse start-up Teamleader, kan niet duidelijker zijn over de impact van de oplopende spanningen tussen Madrid en Barcelona en het optreden van de Spaanse politie tijdens het referendum.
“Gisteren alleen al kreeg ik zes berichtjes van kennissen die Catalaanse merken opsomden die we niet langer zouden moeten kopen. Dat is waar de politieke profilering van de voorbije weken ons heeft gebracht. Catalonië heeft zich buiten het wettelijke en maatschappelijke kader begeven, maar economisch laat dat voorlopig weinig of geen sporen na. Gelukkig. Mocht het toch op onafhankelijkheid uitdraaien – waardoor wij al onze crm-programma’s in het Catalaans zouden moeten aanbieden voor een markt van hooguit 5 miljoen mensen – dan wordt het natuurlijk een ander verhaal. Die investering zouden we nooit doen.”
Laat ons dit thema uit de handen van de politici halen, voor het volledig ontspoort” (Pedro Mardomingo, Spaanse vestiging van Teamleader)
Bedrijfsleiders en zakenlui zijn in Spanje, net zoals overal ter wereld, behoorlijk pragmatisch. Daarom denkt Mardomingo dat de soep wellicht niet zo heet gegeten zal worden als hij wordt opgediend. Hij gaat ervan uit dat de economische belangen beide partijen op termijn opnieuw naar de onderhandelingstafel zullen drijven. Maar er moet wel een en ander veranderen, zegt hij.
“Ik denk dat het tijd is om een aantal afspraken opnieuw te bekijken, en werk te maken van een nieuw statuut voor Catalonië. Geef de Catalanen meer autonomie, maar zorg er wel voor dat ze de economische voortrekker van dit land kunnen blijven. Laat ons dit thema vooral uit de handen van de politici halen, voor het volledig ontspoort.”
Madrileens immobilisme
Een van die politici is Ferran Mascarell. Hij is de hoogste Catalaanse vertegenwoordiger in Madrid. Hoewel hij zich geen onvoorwaardelijke voorstander van onafhankelijkheid noemt, is hij de voorbije maanden verder in die richting opgeschoven. Het valt op hoe hij de deur openlaat voor onderhandelingen.
“We moeten blijven praten, tot op het allerlaatste moment. Maar Madrid moet ook bereid zijn de starre en autoritaire aanpak te laten vallen en veranderingen toe te laten. De belangrijke beslissingen worden daar al decennialang genomen door een heel select kringetje, en wij, Catalanen, worden buitengesloten. De bedrijfswereld stelt zich traditioneel voorzichtig op, maar tijdens de grote betogingen en de staking vorige week kwam voor het eerst steun van de Catalaanse kmo’s. Veel bedrijfsleiders zijn de toestand stilaan zat. Ook Catalonië ging de voorbije jaren door een zware economische crisis, maar de economische groei ligt bij ons nu een stuk hoger dan in de rest van Spanje. De Catalaanse economie is almaar internationaler gericht. Dat vraagt gerichte investeringen, bijvoorbeeld in de logistiek. Spanje kan die eis niet blijven negeren.”
“Ik denk dat de meeste bedrijfsleiders geen vragende partij zijn voor totale onafhankelijkheid, maar ze hebben het wel gehad met het Madrileense immobilisme. Een topman van een van onze grote havens vertrouwde me onlangs toe dat hij een belangrijk contract kon tekenen met een zeer grote Aziatische klant. De finale handtekening komt er evenwel niet zolang er geen duidelijkheid is over de betere goederenspoorverbinding met Frankrijk en met de rest van Europa, die al lang wordt gevraagd. Hetzelfde geldt voor een nieuw fiscaal akkoord met de Spaanse regering en voor de heronderhandeling van de financiering van onze regio. Het antwoord was nee en blijft nee. Ik denk dat daar dus wel nog mogelijkheden liggen om de crisis te ontmijnen. En laat ons eerlijk zijn: het nieuwe statuut dat in 2006 door de Spaanse regering werd goedgekeurd, maar vervolgens eenzijdig door de Partido Popular (de conservatieve partij FMI, nvdr) werd afgeschoten, regelde heel wat van die twistpunten. We zijn elf jaar verder, maar geen stap opgeschoten.”
De Catalaanse economie is almaar internationaler gericht. Dat vraagt gerichte investeringen. Spanje kan die eis niet blijven negeren” (Ferran Mascarell, Catalaanse politicus)
Een aantal grote Catalaanse bedrijven, onder meer het biotechbedrijf Oryzon Genomics en Banco Sabadell, kondigde vorige week aan dat ze hun maatschappelijke zetel naar Madrid of elders in Spanje verhuizen. Andere grote spelers, zoals de autoproducent Seat, wachten de gebeurtenissen af.
Een aantal bedrijven neemt dus het zekere voor het onzekere, en verkiezen de Spaanse of Europese markt boven de eigen Catalaanse. “Dat valt niet uit te sluiten, maar het tegenovergestelde is net zo goed mogelijk”, klinkt het. “Bedrijfsleiders zien ook wel dat een onafhankelijk Catalonië hen wellicht veel meer vrijheid en groeigerichte omkadering te beiden heeft dan de Spaanse overheid. De markt speelt een rol, maar het economische beleid minstens evenzeer.”
Onderfinanciering
Van Madrileense restaurants die geen Catalaanse wijnen meer serveren tot een massa Spaanse vlaggen in de straten van Madrid: de spanning tussen Catalonië en Madrid is de voorbije weken fors opgelopen.
“Vroeger hadden we al de cava-boycot en de occasionele pesterijen, maar de jongste dagen is de sfeer een heel stuk grimmiger geworden”, getuigt André Hebbelinck. Hij is in hartje Madrid al drie jaar aan de slag als afgevaardigde van de Vlaamse regering. “Ik zie soms een heel extreem nationalisme bovendrijven in Madrid. De wrevel van de voorbije jaren lijkt soms te zijn omgeslagen in haat.”
Maar het zou volgens Hebbelinck verkeerd zijn die lijn door te trekken naar het economische klimaat in het land. “De grote bedrijven en kapitaalgroepen, zowel in Catalonië als in de rest van Spanje, hebben zich al lang georganiseerd op een niveau dat boven de politieke strubbelingen staat. Maar tegelijk heeft het Catalaanse bedrijfsleven de voorbije maanden duidelijk gemaakt dat het huidige status quo niet langer houdbaar is.
De Catalaanse werkgeversorganisatie Foment del Treball pleitte enkele maanden geleden voor een nieuw statuut voor de regio. “Madrid belooft al vele jaren werk te maken van nieuwe wegen, maar daar komt voorlopig niets van in huis. Ook een hervorming van de financieringswet, die een einde maakt aan de chronische onderfinanciering van Catalonië vanuit Madrid, is voor zowat alle Catalaanse ondernemers een noodzakelijke voorwaarde om de nationalistische geest opnieuw in de fles te krijgen. De bedrijfswereld stelt zich doorgaans vrij pragmatisch op, maar ik heb het gevoel dat de maat voor nogal wat Catalaanse ondernemers vol is. Ze willen een einde maken aan de jarenlange onzekerheid. Voor zichzelf, maar ook voor hun werknemers.”
Stok achter de deur
Catalonië is al jarenlang een van de best presterende leerlingen in de Spaanse klas. Dit jaar wordt de economische groei in Spanje op 1,3 procent geschat. In Catalonië gaat men uit van een groei van minstens 3 procent. Behalve enkele banken die tot de grootste van Spanje behoren, onder meer Banco Sabadell en La Caixa, telt de regio ook flink wat andere iconische bedrijven. Van Abertis – de wereldwijde marktleider in tolinfrastructuur voor wegen – over de farmareus Grifols tot de telecomgigant Cellnex.
Het zijn Catalaanse bedrijven die nog geen 10 procent van hun omzet in Spanje halen. Die bedrijven hoeven zich volgens Hebbelinck niet al te veel zorgen te maken over de binnenlandse impact van een oplopend conflict.
“De grote bedrijven hebben zich al lang georganiseerd op een niveau dat boven de politieke strubbelingen staat” (André Hebbelinck)
“Hun aandeelhouders- en klantenstructuur staat in grote mate los van de politieke situatie in Spanje. De meeste CEO’s van die grote bedrijven zijn ook niet gewonnen voor een afscheuring van Spanje, maar haast allemaal pleiten ze voor meer autonomie. Ze hebben de voorbije jaren ingezien dat het gebrek aan investeringen vanuit Madrid in hun regio en de ondermaatse financiering een rem zetten op hun groeiambities. Barcelona is een reusachtig belangrijke logistiek knooppunt, maar de Spaanse regering blijft al decennialang doof voor de vraag van zowat alle bedrijven om eindelijk werk te maken van de Corredor Mediterráneo, een spoorlijn die Marseille via Barcelona en Tarragona met de mediterraanse oostkust zou verbinden. Terwijl er wel miljarden werden gepompt in de hogesnelheidsverbinding voor personenvervoer in andere delen van Spanje.”
Dat Catalonië economisch veel te verliezen heeft bij een totale afscheiding van Spanje, snijdt volgens Hebbelinck weinig hout. “Neem Biocat, een gigantische cluster in biotechnologie en lifesciences die zich heel sterk heeft ontwikkeld in de omgeving van Barcelona en is uitgegroeid tot een van de belangrijkste Europese clusters. Dat kun je niet zomaar snel even verhuizen naar Madrid of Malaga. Dat geldt ook voor de Seat-fabriek, die zit daar en blijft daar. We moeten de zaak ook eens durven om te draaien: Barcelona haalt 60 procent van het Europese onderzoeksbudget voor heel Spanje binnen. Waarom investeren bedrijven als Tesla of Merck zo zwaar in die regio? Waarom doet die regio het economisch zo goed, en blijft de rest van Spanje achter? Catalonië voert al jarenlang een veel beter onderbouwd economisch beleid en zet zwaar in op onderzoeksintensieve industrieën, waar de hele regio economische de vruchten van plukt. Daar komen heel veel buitenlandse spelers op af.”
“Daar staat tegenover dat Catalonië een hoge staatsschuld heeft en amper geld kan lenen op de internationale financiële markten. Net als de andere Spaanse regio’s zit Barcelona vast aan een zeer stugge regionale financieringsstructuur die de regio weinig ademruimte biedt. Het is dus niet denkbeeldig dat Madrid dat financieringsmechanisme nog meer als een stok achter de deur zal gebruiken.”
Bondgenoten van Madrid
De moraal van dit verhaal: willen Madrid en Barcelona eruit raken, dan zijn er wellicht meer economische dan politieke mogelijkheden. Catalaanse bedrijfsleiders zijn minder nationalistisch ingesteld dan de politici en kunnen zich tot bondgenoten van Madrid ontpoppen. Tegelijk zou een herziening van het stugge financieringsmechanisme vanuit Madrid, gekoppeld aan de realisatie van een aantal oude eisen van het Catalaanse bedrijfsleven, de Catalaanse economie meer zuurstof en groeikansen bieden. “
Daar zit inderdaad de sleutel. Als Madrid bereid is de schuldenstructuur van Catalonië te bekijken en de regio meer fiscale autonomie te geven, haalt het heel wat grond weg onder de voeten van de harde nationalisten. Nu lijkt dat onbespreekbaar, maar sommige mensen in Madrid beseffen dat het zo niet verder kan. Madrid kan niet blijven verwachten dat Catalonië de hele Spaanse economie trekt, en tegelijk de regio strak aan de financiële leiband houden en de boot voor noodzakelijke investeringen afhouden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier