Alain Mouton
‘De federale regering heeft geen andere keuze dan nog verder te besparen op de uitkeringen’
Vicepremier en minister van Werk Kris Peeters (CD&V) wil niet dat er nog verder wordt bespaard op de uitkeringen. Nochtans heeft de federale regering geen andere keuze, oordeelt Trends-redacteur Alain Mouton.
Tussen 2008 en 2013 zijn de sociale uitgaven sterker gestegen dan het bruto binnenlands product (bbp). De regering-Michel plant heel wat besparingen, maar die zijn onvoldoende.
Op basis van een aantal cijfers van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zou je kunnen denken dat Kris Peeters gelijk heeft. Het gros van de besparingen die de federale regering voor de periode 2015-2018 heeft gepland, gebeuren in de sociale zekerheid en in de gezondheidszorg. Op een totale uitgavenbesparing van 8 miljard euro haalt de regering-Michel volgens het IMF 5,2 miljard in de sociale uitgaven. De grootste bijdrage komt van de dalende uitgaven voor de gezondheidszorg: die groeien in reële termen niet meer met 3 procent, maar met 1,5 procent van het bbp.
‘De federale regering heeft geen andere keuze dan nog verder te besparen op de uitkeringen’
Ook wordt verder bespaard in de uitkeringen die gelinkt zijn aan werkloosheid of inactiviteit. Naast de klassieke werkloosheidsuitkeringen zijn dat besparingen door de beperking van de inschakelingsuitkering in de tijd (het vroegere wachtgeld voor schoolverlaters), de strengere regels voor het tijdskrediet en het strengere stelsel van de werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT, het vroegere brugpensioen). Besparingen in het brugpensioen zijn goed voor 600 miljoen euro minder uitgaven. In de werkloosheidsuitkeringen zorgen die voor een besparing van 384 miljoen euro.
Maar het vat is zeker niet af, zoals Kris Peeters beweert. België was de voorbije jaren in Europa een buitenbeentje. Overal stegen de sociale uitgaven zeer sterk, om de negatieve impact van de financiële en economische crisis van 2008-2009 op te vangen. Maar terwijl de sociale uitgaven in andere Europese landen vanaf 2010 begonnen te stabiliseren, bleven ze in België stijgen.
Die trend is nu gekeerd, maar er is nog veel werk voor de boeg. Vooral in de ambtenarenpensioenen kan nog verder worden gesnoeid. Ook moet werk worden gemaakt van de vluchtroutes voor wie geen gebruik meer kan maken van het brugpensioen of het tijdskrediet. Veel van die werknemers komen bijvoorbeeld in de arbeidsongeschiktheid en de invaliditeit terecht. Die sociale uitgaven zijn tussen 2011 en 2013 met 5 procent gestegen – een record. Door de komende jaren de juiste prioriteiten te stellen, kunnen de sociale uitgaven wel degelijk nog verder worden afgebouwd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier