De balans: Het Belgische status quo zou al een onverhoopt succes zijn

De informateurs Bouchez en Coens © Belga
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De voorstellen van de informateurs Joachim Coens (CD&V) en Georges-Louis Bouchez (MR) zorgen niet voor een sociaaleconomische revolutie. In het beste geval worden de schuchtere hervormingen van de regering-Michel niet teruggedraaid. In de huidige complexe situatie, met de aanhoudende druk van socialisten en groenen op de regeringsvorming, zou dat een onverhoopt succes zijn.

Uit gelekte elementen uit de informatienota van Georges-Louis Bouchez en Joachim Coens blijkt dat het gezond verstand terug is van weggeweest in de Wetstraat. Al hebben blijkbaar maar flarden de pers gehaald, het verschil met de bijna radicaal-linkse nota van Paul Magnette (PS) valt op. Geen uitgaventsunami, geen minimumpensioen van 1500 euro voor iedereen, geen versoepeling van de loonnorm. Wel zou werk worden gemaakt van een verdere degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen. En de kerncentrales zouden langer openblijven.

Lange tijd zag het ernaar uit dat de nota-Magnette als de vertrekbasis voor de formatiegesprekken zou dienen. Dan zouden de Vlaamse partijen, net zoals tijdens de regeerperiode onder leiding van Elio Di Rupo (PS, 2011-2014), vooral moeten proberen nieuwe of hogere belastingen tegen te houden en de rem te zetten op een sterke ontsporing van de overheidsuitgaven. In een regenboogcoalitie zouden Open Vld en CD&V zich van die weinig aantrekkelijke taak moeten kwijten.

Vroeger beleid wordt niet teruggedraaid

Die aanpak lijkt terzijde geschoven. Het informateursduo Bouchez-Coens neemt de verworvenheden van de regering-Michel als vertrekpunt. Die staan niet ter discussie. Dat is maar goed ook. Er is veel terechte kritiek geuit op het beleid van de regering-Michel, maar ook fake news verspreid over haar palmares. Zo wordt om de haverklap beweerd dat de koopkracht onder druk staat, terwijl die is toegenomen door de banencreatie en de verlaging van de personenbelasting. Het reële beschikbaar inkomen is sinds 2016 elk jaar met minstens 1 procent gestegen. In 2019 was dat – door het uitrollen van de laatste fase van de taxshift – zelfs 2,5 procent. Vijf jaar geleden bedroeg de werkzaamheidsgraad 67 procent, nu gaat hij richting 71 procent. De bedrijfsinvesteringen stegen van 14 procent van het bbp een decennium geleden tot 15,5 procent vandaag. De financiële ademruimte die de taxshift en de verlaging van de vennootschapsbelasting gaven, is niet opgepot maar vond haar weg terug naar de economie. Het is dan ook niet meer dan normaal dat de erfenis van de vorige regering niet wordt verkwanseld.

Een aantal van de maatregelen die toen genomen zijn, kunnen worden bijgestuurd. Er moet een nieuwe poging komen om de overheidsfinanciën te saneren. Het tekort van meer dan 2 procent van het bbp moet naar 1 procent, een operatie van 5 miljard euro. Dat zou al moeilijk genoeg zijn.

Rustige vastheid bis

De nota-Magnette koos vooral voor nieuwe overheidsuitgaven, die het begrotingstekort vlot boven 3 procent van het bbp zouden sturen. Het duo Coens-Bouchez denkt eerder aan de klassieke Belgische aanpak: de uitgaven mogen stijgen, maar minder snel dan vroeger. Minder snel meer uitgeven, dat staat in België al gelijk aan een hervormingsbeleid.

Dus gaat men de komende vijf jaar voor het status quo, met wat aanpassingen. De rustige vastheid bis, zoals tijdens het premierschap van Herman Van Rompuy (CD&V, 2008-2009). In de huidige complexe situatie, met de aanhoudende druk van socialisten en groenen op de regeringsvorming en hun uiteindelijke deelname aan een federale regering, zou dat al een onverhoopt politiek succes zijn. Maar daarmee gaan opnieuw vijf jaar verloren om noodzakelijke hervormingen door te voeren in de pensioenen, het arbeidsmarktbeleid en de begroting.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content