De 10 werven van Di Rupo

© Belga

In de aanloop van de verkiezingen maakt Trends.be in de nieuwe reeks ‘De 10 werven van Di Rupo’, de balans op van het titanenwerk dat de regering de volgende maanden nog moet verrichten. Vandaag in de proloog: ‘Is het realistisch te verwachten van een regeringsploeg dat zij 9 maanden voor verkiezingen de geneigdheid om alles in fel roze kleuren aan de bevolking te serveren gaat inruilen tegen een meer realistische maar helaas minder optimistische teneur?’

De regering Di Rupo heeft nog 9 maanden te gaan. Wat moet ze in die tijd nog realiseren? Uit de Knack.be zomerreeks ‘De inzet van de verkiezingen’ bleek dat in ons land alle aandacht moet gaan naar de sociaal-economische dossiers. In een nieuwe reeks ‘De 10 werven van Di Rupo’ maakt Trends.be de balans op van het titanenwerk dat de regering staat te wachten.

Het politieke leven schiet stilaan terug op gang. Het was reeds duidelijk merkbaar voor het zomerreces maar vanaf nu zal heel veel van wat er politiek gaat reilen en zeilen in functie staan van de komende verkiezingen, de Moeder Aller Verkiezingen. Inhoudelijk, zo werd de voorbije dagen in menig interview benadrukt, zullen (of zouden moeten) de sociaal-economische en financiële dossiers de meeste aandacht en energie opeisen. Vandaar deze reeks van de Trends-redactieploeg over wat we de 10 werven van en voor Di Rupo I noemen.

Een ernstige aanpak van deze 10 werven zou sowieso voor elke regering van welk pluimage ook een titanenwerk uitmaken. Een regering waarvan de deelnemende partijen zich volop moeten opmaken voor een slopende en bikkelharde verkiezingsstrijd staat dan ook voor een zo goed als onmogelijke opdracht. Nochtans kan dit excuus slechts gedeeltelijk worden ingeroepen. Op minister van Financiën Koen Geens (CD&V) na, solliciteerde elk lid van deze regering bij de vorige verkiezing naar een mandaat vanwege de kiezer om te kunnen regeren. Het algemeen belang maakt dit mandaat dwingend, enkele maanden voor verkiezingen zowel als vlak na verkiezingen.

De 10 werven van Di Rupo waar we hier de komende dagen dieper zullen op ingaan, zijn:

1. Dexia 2. Internationale concurrentiepositie 3. Energiemarkt 4. Fiscaliteit 5. Arbeidsmarkt 6. Overheidsinvesteringen en -bedrijven 7. Pensioenen 8. Gezondheidszorg 9. Ambtenarij 10. Stimulering van ondernemerschap

Het kan misschien verbazing wekken dat we afwikkeling van de bad bank Dexia als eerste werf onder handen nemen. Omwille van twee redenen is dit geen toeval. Ten eerste is het onze stellige overtuiging dat dit dossier nog geruime tijd als een donkere schaduw over de Belgische publieke financiën en zelfs de economie als geheel zal blijven hangen.

Ten tweede, het Dexia-dossier mag als prototype voorbeeld gelden van de manier waarop deze regering vrij systematisch probeert de problemen waar onze volkshuishouding voorstaat te minimaliseren en/of veel rooskleuriger voor te stellen dan wat op basis van realistische verwachtingen zou moeten in het vooruitzicht gesteld worden.

Hoe vaak konden we de voorbije maanden van regeringsverantwoordelijken niet vernemen dat Dexia wel onder controle is en dat we allicht het ergste wel gehad hebben? Met elke nieuwe set aan kwartaalgegevens blijkt dat niet te kloppen. Men lijkt binnen Di Rupo I er zich nauwelijks van bewust te zijn dat deze processie van Echternach de geloofwaardigheid van deze regering sluipend maar heel reëel ondergraaft en het vertrouwen in de toekomst bij de bevolking ondermijnt.

Op zich ligt het volkomen in de logica der dingen dat een regering zal trachten naar de bevolking (het electoraat) toe een zo gunstig mogelijk beeld op te hangen van wat ze allemaal doet en van de vruchten van dat beleid. Dat is iets van alle regeringen, welke de samenstelling ook is. Het is aan de politieke oppositie en de pers om de gaten en onvolledigheden daarin aan te geven. Zo werkt dat in een democratie.

Er valt evenwel moeilijk naast te zien dat de regering Di Rupo toch wel heel ver durft gaan in de boven beschreven logica. Ze tracht het laken naar zich toe te halen ook als is de realiteit flagrant van een andere orde. Voorbeelden andere dan Dexia liggen hier voor het grijpen. Zo is er het systematisch opsmukken van de macro-economische hypothesen bij de start van begrotingsoefeningen. Een beetje meer groei dan realistisch (en een beetje meer inflatie) doen wonderen in het verkleinen van de saneringsnoodzaak.

Het voorbeeld bij uitstek van de la vie en rose-insteek ligt bij de publieke financiën. De regering herhaalt elke keer opnieuw dat zij de toestand van onze publieke financiën onder controle heeft en houdt. Sla er, bijvoorbeeld, de verslagen van de Vergrijzingscommissie en de details van de rapportering over België door instellingen als het IMF en de OESO op na en je leert snel dat dit niet zo is. Onze publieke financiën vereisen geen cosmetica en bricolage maar wel een grondige revisie, inclusief van de fundamenten van het hele gebouw. In deze reeks komen de publieke financiën in hun belangrijkste onderdelen (pensioenen, gezondheidszorg, ambtenarij, …) aan de orde.

Nog een mooi voorbeeld is de duiding rond de gang van zaken in de economie. Stagneert de economie of verzeilen we in recessie dan wijst men systematisch op de internationale omgeving. De eurocrisis, de lage dollar, dolgedraaide financiële markten, zwakke groei in de VS, … : de excuses liggen onveranderlijk voor het rapen. Loopt het beter met de economie dan steekt men die pluim op de hoed van het eigen beleid. Het staat in de sterren geschreven dat naarmate het nu ontluikende herstel zich gaat doorzetten, er vanuit Di Rupo I met steeds luidere stem zal geroepen wordend at dit herstel de verdiensten van het gevoerde beleid onderstreept. Nu doet men dat nog niet echt omdat de kans reëel blijft dat het in de komende maanden toch terug fout loopt met de herneming. Ook met betrekking tot de evolutie van de rente te betalen op staatspapier geldt dezelfde assymetrie. Gaat de rente dan omlaag dan is dat de verdienste van de regering; stijgt de rente dan ligt de oorzaak bij derden, bij voorkeur bij de vermaledijde financiële markten.

Is het realistisch te verwachten van een regeringsploeg dat zij negen maanden voor verkiezingen de geneigdheid om alles in fel roze kleuren aan de bevolking te serveren gaat inruilen tegen een meer realistische maar helaas minder optimistische teneur? Neen, niet echt, maar misschien moeten de partijen verenigd in Di Rupo I de conclusie van politicoloog Carl Devos vorige week op de website van Knack toch maar eens ter harte nemen. Op basis van zijn analyse van drie heikele regeringsdossiers concludeerde Devos: “De politici lijken te denken dat zij (de burgers) niet slim genoeg zijn om ze te doorzien, dat burgers het politieke verhaaltje geloven dat Dexia meevalt, dat de verdeelsleutel van BHV de échte noden weerspiegelt of dat politici vooral naar competentie op zoek zijn bij benoemingen. Daardoor spreekt uit deze dossiers zelfs een zekere minachting voor het volk”.

Geheel in de lijn van de opmerkingen van Carl Devos besluiten we naar de algemene aanpak van de regering Di Rupo I met twee quotes van de legendarische Amerikaanse president Abraham Lincoln (1809-1865):

• I’m a firm believer in the people. If given the truth, they can be depended upon to meet any national crisis. The great point is to bring them the real facts.

• You can fool some of the people all of the time, and all of the people some of the time but not all the people all the time.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content