CO2-taks als wapen tegen de klimaatopwarming: ‘De vernietiging van het milieu moet duurder worden’
Een progressieve belasting voor vervuilende bedrijven moet deel uit maken van de strijd tegen de klimaatopwarming. Dat hebben de specialisten Luc Van Liedekerke en Jean-Pascal Van Ypersele gezegd tijdens een conferentie in Brussel.
“Er is een idioot voor nodig om de klimaatverandering ter discussie te stellen en blindelings te geloven in de kleine minderheid van wetenschappers die het bestaan ervan betwist”, zegt Luc Van Liedekerke, professor aan de Universiteit Antwerpen en de KU Leuven. Sommige regio’s zullen baat hebben bij de opwarming van de aarde, maar andere landen zullen duidelijk lijden onder de stijgende temperaturen, met name de armste landen, die afhankelijker zijn van de landbouw en de beschikbaarheid van zoet water.
Door die verscheidenheid aan effecten is het moeilijk een gemeenschappelijke basis te vinden voor een wereldwijde actie tegen de klimaatverandering. Dat in tegenstelling tot de consensus die in de jaren negentig ontstond rond de ozonlaag, die een snelle en wereldwijde actie mogelijk maakte. “De klimaatverandering is een veel complexer probleem om op te lossen”, legt Luc Van Liedekerke uit.
“De CO2-concentratie werkt als een isolatielaag rond de planeet”, zegt Jean-Pascal van Ypersele, de Belgische klimatoloog die van 2008 tot 2015 vicevoorzitter was van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). “Sinds 1950 komen extreem hete dagen en hevige neerslag almaar vaker voor. Hittegolven veroorzaken steeds meer doden, wat aantoont dat er grenzen zijn aan het vermogen van het menselijk lichaam om zich aan die extreme gebeurtenissen aan te passen. We moeten dringend actie ondernemen om te voorkomen dat die isolatielaag groter wordt.”
Breekpunt
Als de trend niet wordt gekeerd, zal de opwarming van de aarde leiden tot een stijging van de zeespiegel met 0,5 tot 1 meter en tot een toename van de luchtverontreiniging. Die laatste is volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) al verantwoordelijk voor de dood van 7 miljoen mensen per jaar, van wie 500.000 in Europa. Zelfs als we de CO2-uitstoot aanzienlijk verminderen, zal het opwarmingsproces de komende jaren nog doorgaan. Een temperatuurstijging van 1 graad is nu al zeker. Hoe meer de temperatuur stijgt, hoe groter de impact op de economie wordt.
“De vrees leeft dat er een onomkeerbare economische ontwrichting komt, veroorzaakt door een snelle stijging van het waterpeil of het smelten van de Siberische permafrost. Die gebeurtenissen zijn nog niet opgenomen in de studies over de impact van de opwarming van de aarde”, zegt Luc Van Liedekerke. “De ambitie van de doelstellingen van de klimaatconferentie Parijs in 2015 was de opwarming van de aarde te beperken, zodat we niet het onomkeerbare niveau zouden bereiken waarop de wereld zoals wij die kennen voorgoed dreigt te veranderen. Economen moeten in hun groeivooruitzichten rekening houden met de mogelijkheid van die belangrijke verstoring van de wereldwijde groei, om politici ertoe aan te zetten veel radicalere maatregelen te nemen.”
Belasting
Om de opwarming van de aarde terug te brengen tot 1,5 graden zijn ongekende veranderingen in onze gewoonten nodig, waaronder aanzienlijke investeringen in koolstofarme opties. We zijn nog lang niet op de goede weg om dat doel te bereiken. En België is een van de slechtst presterende landen van de Europese Unie.
“We moeten de productie van hernieuwbare energie stimuleren, maar in de eerste plaats moet de vraag naar energie dalen en de energie-efficiëntie verbeteren”, zegt Jean-Pascal van Ypersele. “Het overleven van de mensheid en de verschillende ecosystemen moet een politieke prioriteit worden. We moeten accepteren dat activiteiten die verantwoordelijk zijn voor klimaatverandering, moeten afnemen. De vernietiging van het milieu moet duurder worden voor bedrijven. Een ecologische belastingheffing moet deel uitmaken van de oplossing. Dat wapen wordt nog niet genoeg gebruikt.”
Luc Van Liedekerke deelt die visie. Hij vindt dat de belastingen in het begin laag moeten zijn en geleidelijk moeten stijgen, om geen enorme impact op de economie te hebben. “De koolstofprijs zal de komende jaren stijgen. Het is nog moeilijk in te schatten op welk niveau hij zal stabiliseren. Er is onder economen geen consensus over dat onderwerp.”
Duitsland stelde vorige week zijn klimaatplan voor. Het omvat een CO2-heffing voor transport en huisverwarming met fossiele brandstoffen van 10 euro per ton vanaf 2021. Dat zou geleidelijk stijgen naar 35 euro per ton in 2025. Milieuactivisten vinden dat te laag.
Luc Van Liedekerke nam als voorbeeld de koolstofbelasting die Zweden in 1991 invoerde. De prijs steeg geleidelijk van 28 dollar naar 133 dollar per ton in 2019. Dat maakte een massale overgang in de verwarming van huizen mogelijk naar oplossingen met een lagere koolstofintensiteit. Om tot een effectieve belastingheffing te komen, is het nodig de opbrengsten van de milieubelasting te herverdelen onder de gezinnen. Er zou ook een grensbelasting kunnen komen voor bedrijven die actief zijn in landen die minder strenge normen hanteren dan de Europese Unie. Zo kan de EU voorkomen dat de concurrentiepositie van bedrijven verzwakt omdat ze zich aan de strengere regelgeving in Europa moeten houden.
Handel nu
De meerderheid van de Europese bevolking is ervan overtuigd dat menselijke activiteiten de opwarming van de aarde in de hand werken en steunt de maatregelen om die gevolgen te beperken. Tegelijkertijd is de Europese Commissie van plan nog sneller en verder te gaan dan de eerder geplande normen. “Investeerders moeten minder investeren in koolstofintensieve bedrijven”, zegt Luc Van Liedekerke.
De banken en de financiële sector zijn een belangrijke hefboom om de wereld in de goede richting te sturen. Zij moeten activiteiten financieren die een positief effect hebben op de zeventien doelstellingen van de Verenigde Naties inzake duurzame ontwikkeling. Voor Jean-Pascal van Ypersele “zou het voorzorgsbeginsel eisen dat er maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat onze planeet bewoonbaar blijft voor toekomstige generaties”.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier