Centrale bank VS verhoogt rente met 0,75 procentpunt, sterkste stijging sinds 1994
De Amerikaanse centralebankenkoepel Federal Reserve heeft het belangrijkste rentetarief woensdag met 0,75 procentpunt verhoogd. De forse rentestap moet helpen om de hoge inflatie te beteugelen.
Een rentestap met driekwart procentpunt is sinds 1994 niet meer voorgekomen. De rentestap is ook iets groter dan de Fed aanvankelijk had aangekondigd. Jerome Powell, voorzitter van de Federal Reserve, stelde op een persconferentie dat er in juli mogelijk nog een gelijkaardige verhoging komt.
Powell gaf aan dat de beleidsmakers er alles aan zullen doen om de hoge inflatie te beteugelen.
De hoge inflatie komt mede door de gestegen brandstofprijzen vanwege de oorlog in Oekraïne. Ook levensmiddelen zijn duurder geworden waardoor veel Amerikaanse huishoudens hun koopkracht zien dalen.
Het economisch vertrouwen van consumenten in de VS is ondertussen naar een dieptepunt gedaald. De bestrijding van de inflatie is volgens president Joe Biden de grootste binnenlandse prioriteit van zijn regering.
De snelheid waarmee de Fed de rente verder zal verhogen, hangt nog wel af van de economische ontwikkelingen. De Fed verlaagde verder de raming voor de economische groei dit jaar. Het bruto binnenlands product van ‘s werelds grootste economie zal naar verwachting met 1,7 procent groeien. Dat zou 1,1 procentpunt minder zijn dan in maart werd voorspeld. In het voorgaande jaar was de economie met 5,7 procent gegroeid.
Dat onderstreept ook de zware taak waarvoor Powell zich gesteld ziet nu hij probeert de inflatie in te dammen zonder een recessie te veroorzaken.
Beurs reageert positief
Op de markten werd alom rekening gehouden met een stevige ingreep, zeker nadat vorige week bleek dat de inflatie ook in de grootste economie ter wereld harder oploopt dan voorzien.
Wall Street eindigde de dag in het groen.
Direct na het rentebesluit speelden de aandelenbeurzen iets van hun eerdere winsten kwijt, maar dat maakten ze al snel weer goed. De Dow-Jonesindex sloot met een winst van 1 procent op 30.668,53 punten. De brede S&P 500 won 1,5 procent tot 3.789,99 punten en techgraadmeter Nasdaq steeg 2,5 procent tot 11.099,16 punten. Olie- en gasconcerns ExxonMobil en Chevron verloren 1,3 en 2 procent. De Amerikaanse president Joe Biden riep de oliebedrijven in een brief op meer te produceren en dat ze de lasten van de hoge benzineprijzen voor consumenten moeten verlichten. Qualcomm dikte 0,6 procent aan, nadat het Europees Hof van Justitie een boete van bijna 1 miljard euro schrapte die de Europese Commissie in 2018 aan de chipmaker had opgelegd. Moderna won 5,7 procent. Een panel van de Amerikaanse medicijntoezichthouder FDA heeft de goedkeuring aanbevolen van het Moderna-coronavaccin voor kinderen vanaf 6 maanden. Een vat Amerikaanse olie eindigde 2,6 procent minder op 115,85 dollar. Brentolie werd 2 procent goedkoper, tot 118,88 dollar per vat.